Blijf één jaar fit

vrijdag 25 november 2005 13u39 | Wim | reageer
Trefwoorden: , .

Elke morgen volgt de ontnuchtering. Na passage op de weegschaal. Mijn gewicht kleurt digitaal rood. Zesenzeventig en een halve kilo. Nuchter gewogen. Nog geen ontbijt achter de kiezen. Mijn zelf opgelegde maximum gewicht is overschreden. Een bierbuikje: het is geen na te streven ideaal. Niet uit ijdelheid. Dat is mij volledig vreemd. Niet omwille van schoonheidsoverwegingen. Ik wil mij gewoon lekker voelen in mijn vel. En een opgezwollen buikje past niet in het plaatje. Er moet dus gereageerd worden. Gewoon bij de pakken blijven zitten en aan zelfbeklag doen is geen optie. Sporten lijkt mij een uitweg en een mogelijke oplossing.

Ik fiets elke dag. Maar dat is geen sport. Fietsen is mij gewoon verplaatsen. Van de ene naar de andere plaats. Sporten is afzien. Sporten is zweten. Sporten is vloeken en doorbijten. Ik moet bekennen, het is al een tijdje geleden dat ik dat nog gedaan heb. Ik moet teruggaan naar tijden, waarvan men beweert dat de dieren toen nog spraken. In die dagen liep ik vlotjes tien kilometer. In die dagen had ik een behoorlijke conditie. Maar tijden veranderen. Zelfs Bob Dylan weet dit al jaren.

Sinds die donkere dagen is er veel veranderd. Sport is mode geworden. Zelfs in de sport kan men nu zijn modieus bewustzijn etaleren. Niet langer zwart-wit. Maar felle kleuren. Zo fel dat het soms pijn doet aan de ogen. De meest stijve hark kan zich nu door een juiste, vestimentaire keuze voordoen als de grootste sporter. Het juiste broekje. Het bijpassende en op de juiste plaats uitgesneden truitje. De meest uitgebouwde, luchtkussende schoenen. Misschien zelfs nog een haarband. Op die manier wordt de grootste kluns omgetoverd tot dé sportman van het jaar. Zijn prestaties zullen ondermaats blijven maar intussen kan het oog genieten. In vele gevallen is de presentatie belangrijker dan de inhoud. Of dit ook op sportief gebied geldt, blijft een open vraag. Maar intussen verhult de verpakking de onhandigheid.

Maar ik ben een beginner. Ik wil mij eerst concentreren op de sport. Om daarna misschien te investeren in een uitgebreide keuze aan juiste sportkledij. Voorlopig hou ik het bij een samenraapsel. Broek, shirt en schoenen. Ik heb het totaalpakket maar ik zal geen hoge punten scoren op de catwalk. Maar dat zijn zorgen voor later. Eerst de sport dus.

Ik meld mij aan in de sporthal Bourgoyen. In Mariakerke. Ik meld mij voor de “Blijf één jaar fit” reeks. Georganiseerd door de sportdienst van Stad Gent. Ik heb gekozen voor conditietraining. Deze training wordt op de website aangeprezen als een zwaardere fysieke inspanning, bedoeld om het prestatievermogen te verhogen. Maar dat schrikt mij niet af. Integendeel zelfs. Ik wil afzien, ik wil lijden.
De sporthal is nog volledig in verbouwing. En ook ons zaaltje lijkt meer op een bouwwerf. Maar ik beschouw dit als een symbool voor de toestand van mijn lichaam. Want tijdens de volgende weken zal ik mijn lichaam verbouwen. Of zou restaureren een beter woord zijn?

Eén uurtje oefeningen. Voor de buik, de billen en de armen. Spieren, waarvan ik het bestaan nooit had vermoed, protesteren. Mijn botten kraken. Maar ik zet door. Ik ga mee in het ritme. In de cadans van de lerares. Eén, twee, drie, … Zo verder tot dertig. Even rusten en dan weer een andere reeks. Zestig minuten lang.

Mijn spieren juichen aan het eind van de sessie. Ik heb ze tot aan de rand gebracht. Ik ben diep gegaan. Maar morgenvroeg zal ik het pas ten volle beseffen. Als ik wakker word. En uit mijn bed probeer te klauteren. Mijn spieren zullen pijn doen. Ik zal stijf zijn. Maar dat alles zal mij nog meer overtuigen dat ik aan mijn soepelheid moet bouwen. Na één jaartje zal ik terug lenig zijn. Flexibel. Na één jaartje zal ik terug fit zijn.

Een bijdrage van Wim Backx

© 2005 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.