Het mysterie van de single sok
een kroniekje, om even stil te staan
Een halve dag. Vrijdag. Vrije dag. Tijd om te ademen.
M’n liefste heeft vroeg het bed verlaten.
Ik knor de dag in, als een tevreden zwijn.
Een blik door het dakraam, in grijzigheid staart de Genste torenrij mij aan, vanachter waterdruppels op het glas.
Lente, of wat dat heet.
Koffie, heet en bitter op de tong. Insulinerush. Lentemoeheid.
Een ochtendwandeling, ik haal de krant, 3 duiven pikken brokjes uit een rode kotsplek op straat, de man heeft duidelijk rode biet gegeten. Ik schrijf ‘man’, want vrouwen hebben niet de neiging zich te verlagen tot in-de-goot-kotsen. Nochtans, ik ken er toch wel ééntje in Gent die als ze zat is in haar broek plast waar ze staat. Grauw Gent. Alcoholisch-nicotine-Gent. Ik maak een trip in de tijd. Ik beeld me in hoe het hier vroeger was. In donkere fabriekstijden.
Vuil. Vettig. Smerig. Modderig. Rokerig.
Triestig. Armoedig. Onrechtvaardig.
We dragen de sporen er nog van mee. Gent als proletariërs-stad. Hier geen ‘chi-chi-ta-ta’, eerder ‘recht-voor de-raap’; het ‘eerlijke maar koppige karakter van de Gentenaar’, zoals dat deze dagen wel eens eufemistisch bejubeld wordt in allerlei reisgidsen voor rijke toeristen die uit alle windstreken het vernis van onze Genste beschaving willen komen bewonderen op de vierkante kilometers opgepoetst Disney die ‘de Kuip van Gent’ heten. Maar de Kuip ligt hier ver van de rand.
Ondertussen sta ik voor mijn wasmachine.
We zijn er toch op Vooruit gegaan.
Met het verleden vergeleken zijn we prinsenkinderen.
We leven in hygiëne en gasverwarmingsluxe en ziekenkasbijstand.
Mijn gedachten gaan naar diegenen die dit alles ondanks alles toch nog ontbreekt, hier in dezelfde stad. Ik heb (voorlopig) gewoon geluk gehad. Er zijn zij die uit ‘malchance’ nog altijd moeten leven in vuile, smerige, triestige, armoedige en onrechtvaardige, onoverbrugbare toestanden. Aan de rand. Letterlijk en figuurlijk.
Zuurstof.Levenskwaliteit.Politiek.Sociale zorgzaamheid.
Ik vis m’n kleren uit de wastrommel.
Raar toch. Wéér een single sok.
Ik ga het nooit begrijpen, hoe dat komt, een tiental single sokken sieren samen m’n lelijke grijs-roze gestreepte strijkplank. Dé vraag, hét mysterie; wà à r is hun wederhelft…?
Er was een tijd dat ik me ook een single sok voelde, verloren geraakt in de wasmachine van het leven. Die tijd was al lang voorbij, en toen kwam zij. De dag is grijs, maar vanavond komen wij weer thuis, en begint dat mooi moment dat weekend heet.
Ik wens u allen liefde, vriendschap, warmte, huiselijkheid, gedeelde maaltijden, en een mooi weekend toe. Groetjes. Peter.
Kroniekje Peter Waterschoot – Fotowerk O.
© 2006 GENTBLOGT VZW
k ben altijd content als k zie dat je weer n kroniekje geschreven hebt. Fijn om uwen dag mee te beginnen!
O, en het fenomeen van de single sok is me ook niet onbekend. De tijd dat ik twee verschillende sokken dragen, een rariteit vond, is al lang voorbij..
idd
heel mooi geschreven
en ook voor u:
maar het is zoals de Pappenheimer zei in zijn Laatste Show:
“ik kwam Thuis en zag mijn Grote Geschiedenisshow
waarom 1 Jaar Gratis
als het Leven Zoals Het Begint
zonder sok, of met 1
of met 2
ook wel eens Beste Vrienden kan zijn
met de Man die mijn Hond bijt
of zijn we allemaal Dieren in Nesten?”
naar het schijnt ben ik ook “knorrig” als de dag begint en uren later nog alijd :s
maar ik heb nooit last van single sokken…
mijn dochters hebben ook altijd last van single sokken: misschien zijn ze zo klein dat de wasmachine ze opslokt