Reflectiewandeling door Gent

zaterdag 20 mei 2006 14u00 | Stijn Baert | reageer
Trefwoorden: , , , , , .

Hoewel ik momenteel veeleer met mijn thesis dan met klassieke opleidingsonderdelen loop – en vooral zit – te klooien, had ik afgelopen zondag nood aan afwisseling. Een lange reflectiewandeling langsheen nog te ontdekken straatjes van het door mij op het zagerige af aanbeden Gent, bood de oplossing. Je weet wel: zo’n wandeling met jezelf van een paar uurtjes, waarop je alles waarmee je bezig bent eens op een rijtje zet, nadenkt over waar je in de toekomst naartoe wilt, en jezelf oplaadt om je capaciteiten ten volle te benutten.

Na het eerder obligate maar nog steeds aangename stukje door het centrum van Gent – ik kwam zo nog eens langs het Casinoplein waar een paar gezinnen gezellig samen op het plein zaten te tafelen – draaide ik al snel naar het noordoosten van Gent. Kwestie van een aantal nieuwe straatjes te ontdekken achter de Coupure (“over ‘t water”, je weet wel). Langs de levendige Phoenixstraat – met zelfstandigen als “Kapsalon Korhan”, schijnbaar weggelopen uit een Kiekeboe-album – bereikte ik al gauw het Emilius Seghersplein, waar ik ooit nog al eens verrukt over had staan doen. De printer van de infokiosk van de stad Gent heeft wel dringend nood aan een lading verse inkt.

Na een stukje langs de Rooigemlaan te hebben gelopen, terwijl ik mijn gedachten lekker hun gang liet gaan, kwam ik terecht in de Elyzeesche Velden, die ik uit romantische overwegingen al lang had willen bewandelen. Daar besloot ik het Van Beverenplein, dat zijn cultgehalte dankt aan het feit dat Lijnbus 5 erheen rijdt, te laten voor later en langs het Rabot richting haven te wandelen. Ondertussen overviel me een lichte aanval van boulemie en kocht ik drie bollen – toch niet zo overheerlijk als de ijskar van de Kempische venter beweerde – schepijs, gevolgd door “ne grute mee stuuvraasaase” bij frituur Andy op het einde van de Wondelgemstraat, aan wiens vitrine met “handgesneden frieten” ik op mijn eentje niet kon weerstaan.

Vele gedachten en een luistermoment aan de Internationale Protestantse Kerk (Blaisantvest), later, bereikte ik het begin van de haven. Gezien het gevorderde uur besloot ik daar mijn wandeling te beëindigen en te wachten op de tram, terwijl Turkse kinderen met echte Smiths-chips-flippo’s speelden en de verwondering zich voor een laatste keer meester van me maakte.

Toen ik een paar uur later aan een maat vertelde over mijn wandeling door het noorden van Gent, repliceerde hij met de cynische vraag “of er toch niks gestolen was”. Geen moment had ik me echter onveilig gevoeld. Enkel de positieve sfeer overal in de stad was me bijgebleven. Of toch… het diepe water onder Muidebrug – en de gedachte dat die brug ooit draaide – en de laagvliegende meeuwen (of een meeuwenimiterende vogelsoort) zorgden wel voor wat schrik…

© 2006 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.