Thé Lau

maandag 12 juni 2006 18u00 | Wim Backx | 4 reacties
Trefwoorden: , , .

de nieuwe CDVorig weekend had ik het gelezen. In de zondagskrant. Een krantje, dat u gratis wordt aangeboden bij de bakker. In dat krantje had ik het gelezen. In een overzicht van komende concerten was het mij onmiddellijk opgevallen. Thé Lau zou naar Gent komen. Een gratis concert in de Fnac. Om zijn laatste CD te promoten. Die datum werd dadelijk ingeschreven in mijn agenda. Dit mocht ik niet laten voorbijgaan. Dat concert mocht ik niet missen. Tien juni zou ik aanwezig zijn.

Om drie uur zou het beginnen. Maar wij waren ietsje vroeger. Omdat wij een goede plaats zouden hebben. Omdat wij niet zouden moeten duwen en trekken om binnen te raken. Om die lange wachtrijen te vermijden. Het kleine zaaltje in de Fnac was al goed volgelopen. De meeste stoelen waren bezet. Op twee na. Twee stoeltjes op de eerste rij waren nog onbezeten. Die plaatsen waren niet gereserveerd. Zij waren niet voorbehouden. God, Boeddha of Allah was met ons. Wij konden bij het concert van mijn grote idool op de eerste rij zitten. Op één meter afstand. Geluk was mijn deel. In Wetteren zouden zij het ‘hoerenchance’ noemen.

Wij waren voorbereid. Als echte fans. Wij hadden ons kodakje bij. En een aantal CD-hoesjes om te laten signeren. Want dit concert zou ons de gelegenheid geven. Dichter bij mijn idool zou ik nooit komen.

Hij was een kwartiertje te vroeg. Hij kwam rustig binnengewandeld. Geen pers of bodyguards rondom hem. Geen gillende of borstontblotende meiden. De grote volkstoeloop bleef uit. Hier was geen plaats voor het grote rock ‘n’ roll circus. Enkel Thé Lau kwam dat zaaltje binnengewandeld. Vergezeld van zijn gitaar. Dat was zijn enige gezelschap. Maar voor een zanger moet dat voldoende zijn. Hij keek een beetje onwennig rond. Of hij al kon beginnen? Of toch nog even wachten? Als het kon toch nog even wachten, vroegen de Fnac-mensen. Het concert stond immers om drie uur aangekondigd. Misschien zouden er nog wel wat mensen komen. Alsof zij verbaasd waren over de toch wel eerder lage opkomst. Nog even wachten dus. Nog even geduld.

thé lau in de schouwburg tijdens kulturama 2006 - Manuel Van De Weijer

Mijn vriendin stootte mij aan. Vraag hem even of je op de foto mag. Want dit was ons moment. Wij moesten toch wachten. Hij heeft tijd nu. Maar ik aarzelde. Meer nog, ik durfde niet. In aanwezigheid van mijn helden, verstijf ik. Ik vind de juiste woorden niet. Wat moet ik vertellen, denk ik steeds weer. Mag ik hem storen, vraag ik mij af. En dus blijf ik wachten. Om zo dat juiste moment te laten voorbijglijden en achteraf dat moment te vervloeken. Dat moment waarop ik hem kon aanspreken. Datzelfde moment waarop ik het niet gedaan heb.

Daarom had ik mijn vriendin mee. Want zij durft dat wel. Zij durft die sterren ongedwongen aanspreken. ‘Het zijn ook maar mensen’, zegt zij mij lachend. Maar zijn helden ook mensen? Terwijl ik nog het antwoord zoek op deze vraag, staat zij al naast Thé Lau. Of hij even op de foto wil. Natuurlijk, zegt hij. Met alle plezier, zegt hij. Ik sta op, stel mij naast hem en lach een beetje verontschuldigend. Ik had al op het podium gestaan met hem. Tijdens een concert in de Vooruit. Zovele jaren geleden. In de hoogdagen van The Scene. Maar toen was ik aangenaam dronken. Nu ben ik bloednuchter. Dan lijkt de afstand groter. Zelfs in dat kleine zaaltje. Dan lijkt zelfs één meter een niet te overbruggen afstand. Thé Lau gaf ons een korte foto- en signeersessie. Helden zijn ook maar mensen, dacht ik toen ik weer op mijn stoeltje zat.

Het concert zelf was knap. Enkele liedjes uit zijn laatste CD. ‘Vreemd’, ‘Triest’, ‘Draaien’, ‘We weten niets van de soldaat’. Maar ook liedjes uit een ver of dichtbij verleden werden gebracht. ‘Onder aan de dijk’, ‘De God van Nederland’, ‘De vriendschap’, ‘Samen’, ‘Iedereen is van de wereld’ en ‘Blauw’. Bij elk liedje had ik steeds weer kippenvel. Het is die stem. Een stem, die niet onberoerd kan laten. Zij grijpt je naar de keel. Die stem ontroert. Maar het zijn ook de teksten, de liedjes. Ik denk terug aan de vrienden, die ik heb gehad of nog heb. Zij flitsen voorbij in mijn gedachten. Terwijl Thé Lau zingt, denk ik aan hen. Ik denk terug aan situaties en gebeurtenissen, waarop sommige van die liedjes werden gespeeld. En ik moet lachen. Ik krijg het warm. Ik moet net niet huilen van geluk. Naast mij mijn vriendin en rondom mij, in mijn hoofd, mijn vrienden. Kan een mens gelukkiger zijn? Ik denk het niet.

Eén uurtje vertoeven in opperste zaligheid. Om dan wakker te worden bij de laatste noot. Het is goed geweest. Meer dan goed. Het is wel niet het grote podium van Werchter met daarvoor een volle weide maar ik ben getuige geweest van een prachtig optreden. Ik ben getuige geweest van een klasbak. Een prachtige stem, met een sobere begeleiding van één gitaar. Het hoeft soms niet meer te zijn.

Toen ik het zaaltje buitenkwam en werd opgeslokt door de shoppende massa in de Veldstraat, moest ik denken aan dat liedje, waarmee Thé Lau zijn optreden was begonnen. ‘Vreemd is de wereld, vreemd is het leven, vreemd zijn de mensen, …’ Want bij een zomers, heet weertje loopt er nogal wat buiten. Rare exemplaren. Vreemde exemplaren. Ik ga mee in de stroom. Ik laat mij meedrijven. Op mijn gezicht een glimlach. Van opperste geluk.

Thé Lau, door Wim Backx gezien in Fnac Gent op 10/06/2006. Foto Thé Lau: Manuel Van De Weijer

© 2006 GENTBLOGT VZW

4 reacties »

  1. Reactie van josie

    Ik herken dat gevoel: verstijven in de buurt van je helden, het moment herkennen en laten passeren, ik herken het zo…

    Voor de rest, heel mooi stukje, begon bijna mee te dromen…

  2. Reactie van Jeronimo

    hmm da’s een van je betere recensies, ‘t komt natuurlijker over dan je andere schrijfsels ;-) en idd leuk dat lauwe thee zomaar op de foto wil met de antihelden ;-)

  3. Reactie van Bart

    Thé Lau is een beetje god, vind ik. Zwaar ondergewaardeerd. ‘Onder aan de dijk’ en ‘Monster in de spiegel’ zijn liedjes van wereldklasse, als je’t mij vraagt.
    Al zaagt hij ook wel af en toe en zijn zijn teksten soms wel erg pathetisch.

  4. Reactie van wimpunk

    Wat heb ik gigantisch veel spijt dat ik dat niet gezien heb. Merde toch.