Voor sommigen is het allemaal wat te gemakkelijk…

zaterdag 24 juni 2006 17u07 | Stijn Baert | 25 reacties
Trefwoorden: .

Voor sommige studenten vormen de examens (en bij uitbreiding de blok) een langgerekt lachertje. Ik doel dan niet op de studenten die de tijd vinden om tussen het blokken door op allerlei blogs prietpraat te verkopen of om, zoals collega-blogger Jonas Riemslagh, een hele namiddag te gaan shotten met voetballer Bjorn De Wilde. Zelfs de studenten die ook tijdens de blok met hun moegezwengelde, zatte kloten in slaap vallen op een omgevallen Heras-afsluithekken op het Sint-Pietersplein wil ik in dit dol moment van sluipend sentiment niet beschouwen. Zij zouden dat immers niet verdienen.


Studenten die volgens mij wel met recht en rede een hele blok lang met hun middenvinger uit bed stappen, zijn de zogenaamde topstudenten. In se onderscheiden zij zich in niks van gewone stervelingen, zoals Joke, Eline, Jonas, Peter, Wouter, Nele en ikzelf; ze hebben enkel meer talent en geraken met de vingers in de neus door de moeilijkste examens. Het dragen van een bril is in
deze tijden zelfs geen nodige voorwaarde meer. Voor hen is er geen twijfel over slagen, maar wel over slagen met grote dan wel met grootste onderscheiding.

Het probleem dat zich volgens mij stelt is dat het voor deze studenten gewoon allemaal té makkelijk is, abstractie makend van het feit dat de overheid zich sowieso eens de vraag zou moeten stellen of, na het afronden van de BaMa-hervorming, de afgelopen jaren wel genoeg aan niveaubewaking is gedaan. Deze topstudenten worden niet uitgedaagd door wat ze aan de universiteit of
hogeschool te verwerken krijgen. Zij worden niet verplicht om zich verder te ontwikkelen, laat staan gestimuleerd om hun grenzen te verleggen.

Ik denk dat mijn alma mater, de Universiteit Gent, in Vlaanderen toch nog steeds een baken van academisch niveau, het aan zichzelf verplicht is om een globale visie te ontwikkelen naar begeleiding van topstudenten. Volgens mij zouden de meest getalenteerde studenten, die bij het reguliere programma op hun honger blijven zitten, best door hun professoren extra denkvragen, gerelateerd aan recent onderzoek, kunnen voorgelegd krijgen, vanzelfsprekend op volstrekt facultatieve basis. In de hogere jaren zouden deze toppers dan reeds kunnen betrokken worden bij de onderzoeksgroep die hen interesseert.

Niet alleen zou de UGent zich op zo’n manier kunnen onderscheiden in het Vlaamse onderwijslandschap, ook zou ze haar “Durf Denken”-missie hiermee krachtig onderstrepen. Daarenboven kan de Universiteit Gent, sinds jaar en dag het lelijke eendje wanneer overheidsmiddelen verdeeld worden, het zich niet permitteren om haar witte raven niet aan zich te binden.

© 2006 GENTBLOGT VZW

25 reacties »

  1. Reactie van Pieter

    ik heb hier al veel rare stellingen gelezen, maar deze vind ik toch op niet veel slaan. Zelf ugent-student zijnde ben ik er uiteraard ook van overtuigd dat de kwaliteit bewaakt moet worden, maar dat gebeurt mijns inziens wel, getuige de slaagpercentages.

    Argumentatie lijkt me hier zeker op zijn plaats, des te meer daar dit artikel overkomt als ‘een aanvoelen’, meer dan een feit. Er zullen altijd genieën zijn die door met de ogen te knipperen meer kennis vergaren dan ik met een hele dag studie. En dat is frustrerend. Maar dat zal zo blijven.

    ps.: ik weet ook niet of lezers van deze ‘stadsblog’ boodschap hebben aan vermeldingen van figuren uit de persoonlijke kring van de schrijver.

  2. Reactie van Kristof

    Het spijt me Stijn maar dit vind ik absolute nonsens. Laat de student toch student zijn.. Door de invoering van het semestersysteem is er heel wat extra druk op onze schouders beland. De universiteit is meer dan studeren alleen. Het is ook je ontwikkelen, nieuwe mensen leren kennen, volwassener in het leven leren staan door trial and error :-)

    Een systeem installeren waarbij je een selectie in de selectie doorvoert, slaat nergens op en veroorzaakt nodeloze competitieijver, stress en afgunst. De universiteit moet er zijn voor al haar studenten en niet voor 2% van haar populatie.

    Ten andere na binnenkort zes jaar mijn broek versleten te hebben aan onze Alma mater, zie ik meer en meer de relativiteit van al die universitaire kennis in. Hoeveel definities heb ik niet van buiten geleerd waar ik nu niets meer mee ben en vooral hoeveel heb ik mij niet afgevraagd hoe zou dat nu zitten in de praktijk??

  3. Reactie van S-

    Vanzelfsprekend is dit een snel geschreven stukje zonder veel argumentatie, dat een ideetje lanceert, eerder bedoeld als provocatie, maar ik meen het wel: onze topstudenten verdienen extra aandacht (die voor de aandachtschenker even interessant kan zijn); het zijn daarenboven witte raven die, in het belang van de UGent en de maatschappij, best gestimuleerd kunnen worden.

    Vanzelfsprekend moeten ze hetzelfde traject volgen, dezelfde examens en practica afleggen, maar ik vind dat je hen daarnaast de kans moet geven om dieper te graven, om uitgedaagd te worden…

    Er is daarnaast een immens groot verschil tussen studiedruk en niveau. De studiedruk zou m.i. in sommige opleidingen zelfs iets lager mogen (gamma-wetenschappen), maar het niveau en de dieptegang, die moet je altijd in het oog houden.

  4. Reactie van Bruno Lowagie

    En waarom denk je dat die ‘kans om dieper te graven’ er niet is?

    Ik ben personeelslid van UGent (gewoon ATP, geen prof of assistent) en ondanks het feit dat ik een ‘gewone ambtenaar’ ben, heb ik onlangs een ICT boek geschreven voor een Amerikaanse uitgeverij (het ligt normaal gezien in november in de winkels).
    Het initiatief hiervoor kwam uiteraard van mezelf, maar eenmaal mijn ‘book proposal’ vaste vorm kreeg, heeft UGent mij alle kansen gegeven om het in zo comfortabel mogelijke omstandigheden te kunnen schrijven. Ik kon zonder problemen voor een half jaar overschakelen op halftijds werk en verschillende proffen hebben mijn manuscript gereviewed en mij met raad en daad bijgestaan.

    Ik denk dat het zelfde geldt voor studenten (of ze nu ‘top’ zijn of niet). Als je zin hebt voor initiatief, dan zal je bij UGent altijd wel iemand vinden die ondersteuning kan bieden. Ik interpreteer het ‘durf (te) denken’ eerder als een ‘durf initiatief te nemen’. Want dat is uiteraard een conditio sine qua non: het volstaat niet om met de vingers in de neus examens te kunnen afleggen. Je moet ook talenten hebben ‘naast’ het curriculum. Mijn ervaring met wat jij topstudenten noemt, is dat die wel veel punten haalden op de ‘klassieke’ vakken, maar voor de rest weinig creativiteit aan de dag legden.

    Zelf was ik zeker geen topstudent. Ik had altijd tweede zit. De proffen bij de ingenieurswetenschappen vonden dit zonde. Zo vroeg er ooit één tijdens een examen in de eerste zit of ik het niet jammer vond dat ik geen drie maanden vakantie zou hebben. Ik antwoordde dat ik het jammer vond voor mijn medestudenten dat ze niet, zoals ikzelf, tien maanden vakantie namen. Ik legde uit dat ik de kalme periodes augustus en september verkoos om te blokken en me de rest van het jaar liever met ‘nuttige’ dingen bezighield…
    Die uitspraak heeft me toen punten gekost. De prof wou me een 10 geven (dat was toen nog geen credit overdracht), maar gaf me uiteindelijk slechts een 8…
    Mijn diploma heb ik uiteindelijk wel behaald. Ik wil maar zeggen: het is geen schande om tweede zit te hebben. Dat mag absoluut geen rol spelen in de beoordeling van een student.

  5. Reactie van S-

    Zie mijn stukje alstublief niet als kritiek op de UGent. Vanzelfsprekend kan eenieder initiatief nemen om op eigen houtje zelf dieper te graven, maar ik denk dat het niet slecht zou zijn, mocht mijn alma mater op een structurelle, globale manier nadenken over de opvang van topstudenten (en bijv. dit voorzien in het takenpakket van assistenten…).

  6. Reactie van Bruno Lowagie

    Ik zag dat niet als kritiek, hoor.
    Ik begon in 1988 als student aan en in 1998 als werknemer van UGent. Ik heb een hele evolutie gezien en vanuit mijn gezichtspunt kan ik alleen maar zeggen dat er veel verbeterd is.
    Al ging het niet altijd even snel… Ik denk dat dit eigen is aan veranderingsprocessen. Er is trouwens een groot verschil tussen de (redelijk autonome) faculteiten onderling. Wat je vertelt over de ene faculteit geldt niet automatisch voor de andere…

  7. Reactie van Maximiliaan Derawijde

    We moeten ons, denk ik, ook de vraag stellen of die “toplaag” ook effectief gebruik zou maken van deze nieuwe uitdagingen. Ik denk niet dat ik me schromelijk vergis als ik stel dat deze groep van topstudenten het allemaal wel best vindt zo (behalve een paar enkelingen): niet teveel moeten studeren, en toch een pracht van een eindresultaat behalen.

  8. Reactie van S. D. J. Stroo

    Aan (een aantal) Nederlandse universiteiten (o.a. de VUA) bestaat er reeds zo’n systeem. Net zoals hier kan ‘iedereen’ (tenminste zij die er voldoende moeite voor doen, ‘voldoende’ uiteraard afhankelijk van hun kwaliteiten) er zijn of haar Masterdiploma halen. Maar voor die studenten die uitblinken worden er in de Masteropleiding ‘Advanced Courses’ ingelegd voor een deel van het programma. (Daarin wordt dan nog meer aandacht besteed aan doorgedreven wetenschappelijk onderzoek.)
    Het is niet zo dat ‘gewone’ studenten een minderwaardig diploma krijgen, wel dat potentiële toponderzoekers, een diploma+ krijgen. Dat uit zich niet in de benaming (die blijft immers precies dezelfde), maar die mensen worden tenminste wel uitgedaagd.
    Hoewel het ook niet voor mij zou zijn weggelegd (ik ben slechts een gewone sterveling) lijkt mij dat geen slecht idee om dat hier ook in te voeren.

  9. Reactie van S-

    Interessant! Maar het past natuurlijk in onze Vlaamse mentaliteit om zoiets meteen – zeker met de democratiseringsdogma’s van sommigen – als verwerpelijk worden afgedaan…

  10. Reactie van Jeronimo

    achteraf gezien vind ik dat ik in Leuven te weinig werd getest op inzicht, gelukkgi maar want door de manier van examineren had je ook zo’n studiemethode ontwikkeld.
    toch vind ik dat er meer getest moet worden op het “redeneervermogen” van de student en er meer een beroep moet gedaan worden op zijn “kritischen vernunft” om niet klakkeloos de mening van Heidgger of Schoppehauer te kunnen verkondigen of nazeggen wat een bepaade persoon ooit dacht in deze of gene tijd, maar ook zijn eigen kijk op de dingen.
    of gewoon testen welke methodiek de student zou aanwenden ter oplossing van een bepaalde casus, zonder tot een concrete oplossing te komen: gewoon detecteren en analyseren van de vraagstelling. (bv in de rechten zoals ik deed)
    hoewel dat wel uitvoerig werd getest en met papegaaienwerk kwam dan natuurlijk niet ver.

    kennen jullie het gevoel als je uit een test of examen komt: verdikek zeg, konden ze nu geen moeilijker vragen stellen, nu weet ik niet of ik het eigenlijk wel snapte. vandaar mss voor degenen die echt willen weten of ze kennis hebben opgedaan lijkt me zo’n “advanced op vrijwillige basis” niet slecht

    of is strever en blokzwijn zijn nog altijd iets om beschaamd over te zijn?

  11. Reactie van Laurens

    Zo’n maatregel ziet er uit als een vrijblijvend extraatje voor de goede student, maar de kans is groot dat het al snel een dwingend karakter zou krijgen. Mensen die iets willen bereiken binnen hun vakgebied zullen weinig andere keus hebben dan die kans te grijpen.

    Door op die manier meer nadruk op het studeren te leggen, dreigt het studentenleven bij die studenten verwaarloosd te worden. Terwijl er daar juist meer dan genoeg mogelijkheden liggen voor begiftigde studenten om hun kwaliteiten te ontpooien. Binnen een sociale context dan nog, wat toch een betere voorbereiding op het latere leven is dan extra tijd in academische prestaties te investeren.

    De universiteit moet de studenten ook niet bij het handje nemen. Haar academische verplichtingen t.o.v. die studenten moeten dan ook niet veel verder gaan dan het aanbieden van een kwalitatief hoogstaand basispakket. Het is dan aan de student zelf om initiatief te nemen om zichzelf met extra kennis te verrijken. Niet vergeten dat onze Alma Mater ons genoeg mogelijkheden biedt om onszelf op individuele basis meer te verdiepen in de wetenschap. Kijk maar naar het gigantisch aanbod in de bibliotheken.

    Al bij al ben ik er dus niet zo zot van, maar het kan natuurlijk alleen maar aangemoedigd worden dat men brainstormt over ons onderwijs.

  12. Reactie van Jazper

    Wow, ik kan het niet laten hierop te reageren. Verschrikkelijk degoutant vind ik het als mensen zichzelf beschouwen als de top der intellectuelen. Ik kan begrijpen dat sommigen op een hoger niveau rondzwerven en niet aan hun trekken komen. Prijs uzelf gelukkig. Mijn middelbare jaren heb ik versleten in het BSO (ja, voor de domme mensen onder ons, of zo denken er toch velen over) en sinds 3 jaar studeer ik nu aan een Gentse hogeschool. Een prestatie, al zeg ik het zelf, waar ik keihard moet voor werken. Wat ik hier lees is gewoon een verderzetten van een globaal wereldbeeld waar enkel de slimsten en best voorbereide mensen kansen krijgen. Degenen die eigenlijk al alle kansen hebben maar toch nooit tevreden zijn en meer willen. Wel beste Stijn, probeer eens tussen alle hoogzweverij door te denken aan de mensen die er wel iets voor moeten doen, en die niet altijd alle kansen of talenten in hun schoot geworpen krijgen. Ze bestaan en hebben ook recht op hoger onderwijs. Het moet niet altijd voor de elite zijn!

  13. Reactie van Koen

    De “super-studenten” die ik ken kiezen er voor de moment ofwel voor om 2 richtingen te combineren ofwel spenderen ze hun overige energie aan sociaal en/of politieke activiteiten. Is het dan niet beter om de financiële barrières voor zo’n studenten in vraag te stellen dan om voor hen een apparte categorie te maken, die onvermijdelijk ook geprivilegeerd behandeld zal worden in hun verdere academische carrière?

    Ik kan er moeilijk rond om hierin een pleindooi voor een hoger onderwijs op twee snelheden te lezen. De sociale gevaren daarvan lijken me niet op te wegen tegen de voordelen voor enkele individuele studenten.

  14. Reactie van S-

    Nogmaals: ik hoor absoluut niet tot die topstudenten!

    Het stimuleren van witte raven vind ik echter in het belang van onze volledige maatschappij.

  15. Reactie van Wouter Vanden Hove

    Gezien de recente OESO-bevindingen zou er vooral meer aandacht moeten gaan naar studenten uit migranten-gezinnen.

    Voor topstudenten zie ik maar weinig wat er structureel gedaan zou moeten worden, behalve het wat makkelijker maken indien je hier en daar een extra vak officieel zou willen volgen, ook buiten de eigen faculteit. En goedkoper misschien, want ik herinner me dat je voor een extra vak per studiepunt moest betalen, en dat het niet bepaald goedkoop te noemen was.

    Enne, dat curssussen openbaar maken voor alle geinteresseerde buitenstaanders een grote stap in de goede richting zou zijn, dat weet inmiddels iedereen, behalve de doorsnee docent.

  16. Reactie van S-

    Ik denk dat er – gezien de enorme correlatie tussen socio-economische afkomst en slaagcijfers – zeker enorm veel aandacht moet gaan naar kinderen uit lagere socio-economische middens (ik maak niet graag een onderscheid tussen autochtonen en allochtonen), maar ik denk dat de inspanningen hieromtrent vooral moeten geleverd worden in het kleuteronderwijs, basisonderwijs en secundair onderwijs, zodat bij het begin van het universitair onderwijs iedereen echt op gelijke voet vertrekt.

    Topstudenten zou ik, naast alle dingen die je opsomt, echt op verschillende manieren actief betrekken bij de research van onderzoeksgroepen, door het actuele denkproblemen aan te rijken en artikels en in de laatste jaren een beetje te laten meedraaien in de onderzoeksgroep. Op die manier stimuleren we onze witte raven en kunnen zij een interessante inbreng hebben bij het werk van de onderzoekers (al was het maar door verfrissende ideeën aan te brengen en in discussie te gaan).

  17. Reactie van Jean Marie DE WULF

    Ik denk niet dat de top-student steeds moet benijd worden. Een geval uit mijn generatie, of juist iets voor: die man, elk jaar college= grootste onderscheiding, unief =grootste, elk jaar. Erft dan nog de zeer voorspoedige fabriek van zijn vader. Geen vijf jaar om het kapot te krijgen, faillissement. Gewoon door tekort aan inzicht en sociale vaardigheid.

  18. Reactie van Eline

    Stijn heeft groot gelijk.

    Ik ken een aantal van dergelijke topstudenten, die momenteel niet voldoende aan zijn trekken komt binnen het universitair onderwijs. Dat is jammer, voor hen en voor de Universiteit Gent zelf. Die heeft immers steeds meer moeite om capabele onderzoekers aan te trekken. Het buitenland en het bedrijfsleven zijne een geduchte concurrentie. In een dergelijke context is het heel vervelend als juist de meest creatieve groep van studenten teleurgesteld dreigt te raken in de academische omgeving.

    Inderdaad zijn dit vaak niet de nijvere bijtjes met de grootste onderscheidingen (die verdienen hun punten overigens dubbel en dwars), maar de studenten die bijna niets moeten doen. Dat wordt al snel helemaal niets, en ik ken triestige gevallen waarin briljante studenten ernstig onderpresteren. Niet dat we jaloers moeten zijn op dergelijke studenten, misschien wel in tegendeel. Ik pleit er ook niet voor dat de universiteit zich afwendt van de gemiddelde student, of dat aandacht die nu naar de zwakkere student gaat voortaan voor de topstudent voorbehouden voor. Wel lijkt het me in het belang van iedereen dat de universiteit werk maakt van een beleid dat de geniën binnenboord houdt.

    Een diploma+ zoals hierboven geopperd en vooral integratie in onderzoeksgroepen zoals Stijn voorstelt, lijken me heel interessante pistes. De student die nu in ledigheid vervalt zal hierdoor wellicht een extra prikkel krijgen, hij/zij zal u dankbaar zijn. Maar ook de student die nu zich ver van de les houdt, die voor hem/haar toch te traag gaat, en in plaats daarvan op eigen houtje in de bibliotheek rondsnuffelt en zo een autodidact wordt, zal ongetwijfeld baat hebben bij feedback door professoren.

    Anderzijds zijn er momenteel ook studenten die de uitdaging niet in de diepte, maar in de breedte zoeken. Sommigen van hen houden er een druk verenigingsleven op na, anderen worden studentenvertegenwoordiger. Voor hen heeft de universiteit genoeg mogelijkheden geschapen. Nog anderen volgen inderdaad zoals Koen zegt een tweede studie.

    Vooral voor die studenten meen ik dat er nog een hoop gedaan kan worden. Stijn, jij bent zelf uitstekend geplaatst om hier werk van te maken. Ik ben blij dat dit jou ter harte gaat. Inderdaad kan het volgen van een tweede opleiding een stuk goedkoper. Met de invoering van de bama-hervorming is het een stuk makkelijker geworden om extra vakken te volgen, in theorie dan. In praktijk komt hier een hoop papierwerk bij kijken. Bovendien is het érg moeilijk om hier informatie over te vinden. De universiteit zou deze mogelijkheden actiever mogen belichten. Ten slotte stuiten studenten die dit doen op een hoop praktische problemen, en hier en daar op onwil om deze op te lossen. Flexibiliteit in verband met examenroosters lijkt me een prioriteit. Maar wellicht kan er ook iets geregeld worden in verband met verplichte aanwezigheden, in ruil natuurlijk voor bijvoorbeeld een extra taak.

    Als de Universiteit Gent kwalitatief hoogstaand onderzoek en onderwijs wil blijven leveren, is ze aan zichzelf verplicht aandacht te besteden aan deze categorie van studenten. Dit niet alleen omdat de collegebanken de belangrijkste plaats zijn om verder personeel te werven. Maar ook al omdat arme witte raven op den duur een achterstand zullen krijgen op de rijke witte raven, die wel het geld hebben om een dure privé-opleiding te volgen, eventueel in het buitenland.

    (Sorry als deze reactie wat te lang is, het is een stokpaardje ;) )

  19. Reactie van Kristof

    In De Tijd stond dit weekend een heel interessant artikel met als titel: ” hoeveel is een universitair diploma nog waard?” Terecht werd geconcludeerd dat een universitair diploma verglijdt naar een basisdiploma. Wie op de arbeidsmarkt terecht komt, moet vandaag de dag naast zijn universitair diploma vaak een ManaMa, een stage, een erasmus-uitwisseling of het lidmaatschap van diverse verenigingen kunnen voorleggen.

    Al wie ooit rechten gestudeerd heeft, zal dit beamen. Elkeen is reeds licentiaat in de rechten maar wie advocaat wil worden, moet slagen in het bijkomende balie-examen, wie gerechtsdeurwaarder wordt legt examen af, wie notaris wordt moet naast het beschikken over een aanvullende diploma van licentiaat in het notariaat ook slagen in een – hoe raad je het? – bijkomend examen.

    Waar vroeger voor al deze voorbeelden het licentiaatsdiploma volstond, worden nu bijkomende vereisten opgelegd. Om het in economische termen uit te drukken: er is duidelijk inflatie van de waarde van het diploma.

    Een bijkomend diploma + of wat dan ook creëren, werkt deze inflatie verder in de hand. Bedrijven zullen deze bijkomende voorwaarde eisen van hun toekomstige werknemers waardoor de waarde van het basisdiploma verder verschraalt. Het weze dus duidelijk dat de universiteit ervoor moet zorgen dat haar basisdiploma kwalitatief voldoende hoogstaand is, daar hebben immers alle studenten baat bij en niet enkel de “top”studenten!

  20. Reactie van S-

    Wat vooral die inflatie in de hand zal werken, zijn de maatregelen die minister Vandenbroucke momenteel neemt, waarbij de instellingen nog meer gestimuleerd worden om studenten erdoor te jagen. Gelukkig gaat hij nog niet zo ver als sommigen bij VVS (de Vlaamse Vereniging van Studenten) zouden willen; zij maken kwaliteit en niveau (taboe!) totaal ondergeschikt aan democratisering; bij hen lijkt het vaak alsof iedereen moet slagen in de richting van zijn/haar keuze.

  21. Reactie van Kristof

    De maatregelen van Vandenbroucke zijn, laat ik mij voorzichtig uitdrukken, natuurlijk niet bepaald bevorderlijk voor de kwaliteit van het hoger onderwijs. Betere begeleiding van de studenten verkrijg je in de eerste plaats niet door een outputfinanciëring. Andere, meer adequate middelen zijn mogelijk om dit doel te bereiken. Ik denk maar aan specifieke enveloppes die voorzien in werkingsmiddelen voor het monitoraat en de begeleiding van de studenten. De vraag blijft natuurlijk hoever je in die begeleiding moet gaan, is zelfstandigheid niet één van die attitudes die je op de universiteit verder moet ontwikkelen?

    Stijn heeft gelijk wanneer hij zegt dat kwaliteit en niveau primordiaal zijn. Een doorgedreven democratisering van het hoger onderwijs is een prioriteit maar natuurlijk mag dit nooit ten koste gaan van de kwaliteit.

  22. Reactie van S-

    Ik vind dat financiële drempels volledig moeten weggewerkt worden en dat in het kleuteronderwijs, lager onderwijs en middelbaar onderwijs alles op alles moet gezet worden opdat ook jongeren uit de gevaarlijke sociaal-economische milieus volledig klaar zijn voor de universiteit, maar persoonlijk ben ik – en dat is geen populair standpunt – niet helemaal overtuigd van de noodzaak van doorgedreven begeleiding aan de universiteit, omdat zelfstandig kunnen werken net vroeger iets was dat de student aantoonde door het behalen van zijn diploma. Waarom zouden in godsnaam meer mensen moeten slagen aan de unief? Misschien moet de correlatie afkomst-slagen weggewerkt worden, maar groso modo zie ik niet in waarom iedereen die daar zin in heeft, moet slagen.

  23. Reactie van Jonas

    Stijn, de discussie die je hier op gang brengt, zal ik in de toekomst zeker nog mee voeren. Tot dan enkel dit: ik ben helemaal niet gaan voetballen deze examens, en zeker geen hele namiddag (cf je inleiding) :-)

  24. Reactie van Michiel

    Ik ben afgestudeerde aan de universiteit Gent en werk nu aan de Universiteit Freiburg. Zonder te willen beweren dat het Duitse universitaire systeem beter is – want dat is het in vele opzichten niet – toch wat informatie van over de grens. In Duitsland bestaat er voor goede studenten de mogelijkheid om “HIWI” te worden. HIWI’s zijn studenten die van een professor een studentenjob krijgen om deze professor in allerlei opzichten te ondersteunen (wetenschappelijk, maar eventueel ook als “computerdeskundige” of zo). Goede studenten en studenten die op een ander dan hun studievlak beter zijn dan andere kunnen zo ergens terecht. Natuurlijk wordt dit systeem, zoals alle, ook wel eens misbruikt, maar het bestaat en biedt mogelijkheden.
    Verder hebben de meeste leerstoelen of vakgebieden ook een wekelijks of twee-wekelijks “Doktorandenkolloquium” waar in principe de doctoranden hun onderzoek aan alle geïnteresseerden voorstellen: aan de prof, eventueel zijn collega’s, doctores, mede-doktoranden en ook studenten die door de prof worden uitgenodigd. Ook anderen, van buiten de universiteit of ook studenten kunnen op deze Doktorandenkolloquien hun onderzoek voorstellen en erover met “specialisten” discussiëren. Ook hier krijgen de beste studenten dus meer mogelijkheden, zonder dat ze daarom betere punten of een ander diploma krijgen.

  25. Reactie van David

    Interessante discussie. Benieuwd hoe die in de bestuursorganen gevoerd zal worden, als Stijn ze daar op de agenda zou brengen.

    Nog even reageren op Kristofs opmerking over de mogelijke inflatie die een diploma+ kan teweegbrengen. Die bekommernis lijkt me zeker niet onterecht. Het zal een zoeken worden naar het juiste evenwicht om extra stimulering aan te bieden, maar die toch voldoende informeel te houden opdat ze geen extra ‘must’ zou worden. Studenten moeten kunnen blijven kiezen voor de alternatieve piste van verbreding, binnen of buiten de universiteit.

    Bruno heeft zeker een punt als hij zegt dat studenten ook zelf initiatief moeten nemen. Ik herinner me een laatstejaarsvak dat voor de eerste keer gegeven werd en waarvan het practicum (programmeren) nog helemaal niet op punt stond. Ik heb toen – zonder topstudent te zijn ;-) – alle opgeloste oefeningen inclusief extra uitleg op een eigen site gezwierd en ben door de prof prompt tot een soort officieuze assistent benoemd. Anderzijds zijn er ook grote luiaards onder de topstudenten, die (doordat ze onvoldoende worden uitgedaagd?) hun belangstelling verloren hebben, of studenten die wel ‘top’, maar niet creatief zijn. Net die studenten kunnen wel gebaat zijn bij externe stimulering, bij een kleine voorzet die hen liefst ook uitdaagt zelf naar nieuwe uitdagingen te zoeken.

    Die prof heeft het jaar daarop trouwens een facultatieve en ludieke programmeerwedstrijd georganiseerd voor de keikoppen, waaraan een drietal studenten met veel enthousiasme hebben deelgenomen. Het kan dus, en veel moeite is er niet voor nodig.