De Watersportbaan
Gisteren was het zo ver: mijn eerste rondje rond de Watersportbaan. Nog niet helemaal bekomen van het kaas en wijn-bacchanaal van de avond tevoren, en in een hardnekkige ochtendmist gehuld, stapte ik er rond half elf ‘s zaterdagsmorgens uit de auto. Meteen ook één van de nadelen van de Gentse loopklassieker: afhankelijk van waar je woont is een voorafgaande verplaatsing met de wagen een kwalijke noodzaak voor je kan beginnen sporten. Gelukkig is de Watersportbaan lang genoeg om in héél wat parkeerplaatsen te voorzien.
Ik had me voor de gelegenheid in mijn allerblitste sportoutfit gehuld: een gifgroen shirtje en zwart spannend loopbroekje, en dat bleek ook meteen de juiste keuze geweest te zijn voor deze gelegenheid. De Watersportbaan is namelijk een epicentrum van de lichaamscultuur, en al wat er loopt tracht dan ook eventueel aanwezige poten en oren vestimentair te onderlijnen. Spandex shortjes en topjes waren er schering en inslag, en de hele omgeving is er gehuld in een aerosol van lichaamseigen hormonen. Een visueel stimulerende loopomgeving, meteen heel wat anders dan de moeizaam hijgende lijven van mijn gebruikelijke loopbosje aan de grot te Oostakker. Dat ik daar eigenlijk meer op mijn plaats ben, laat ik gemakshalve maar even in het midden: het is maar door zich te meten aan de groten der aarde, dat men de groeicurve in zichzelf ontdekt. Of zoiets.
De hardnekkige ochtendmist zorgde ervoor dat ik begin en einde van mijn rondje niet van elkaar kon onderscheiden, maar ignorance is bliss en zodoende huppelde ik, begeleid door de zwoele stem van Evy in mijn earbuds, de wazigheid tegemoet. Vier keer acht minuten met tussenpauzes van één of twee minuten stond er op het menu van de StartToRun podcast van vandaag. De eerste acht minuten brengen me van mijn parkeerplaats tot het einde van de Watersportbaan. Dit minder prozaïsche keerpunt, het raakvlak van sportbeleving, de R4 en de Drongensesteenweg vormt de aanloop naar het Ware Sportnirvana: de lange rechte lijn langs de Blaarmeersen, de Topsporthal, het Oost-Vlaamse Huis van de Sport (wie zo’n huis kan neerzetten, moet niet slecht geboerd hebben), en natuurlijk Passage Fitness en dan nog een of andere Wellness tempel.
Ter hoogte van de Passage laat ik mijn blik even afdwalen naar de etalages van deze fitnesskathedraal, stiekem hopend dat de wellustig pompende spandex-babes en -hunks mij bewonderen terwijl ik als een frisgroene bliksemschicht voorbij schiet, maar helaas blijft het bij deze fantasie. Was dit nu de runner’s high waar Ivan Sonck ooit in detail de weldadige effecten van beschreven heeft? Voortdoen, denk ik, en moeizaam sjokkend vervolg ik mijn traject.
Ter hoogte van de poep van de Watersportbaan is het weer even rust, en kan ik de witte circustenten van Malter overschouwen. Jammer dat ze nog niet van het pas afgewerkte Sint-Pietersplein gebruik kunnen maken, denk ik, maar dan is mijn minuutje rust al weer voorbij en moet ik verder. De walm van het frietkot roept tegenstrijdige gevoelens van goesting en walging bij me op, en even later rond ik de poep ter hoogte van het universitaire zwembad.
Aan de overkant van de weg is het daar een drukte van jewelste, roei(st)ers vermoed ik, ook weer al getooid in spannende lycra-plunjes, en zo begin ik aan mijn laatste rechte lijn. Het houtschaafselpaadje kent hier grotere onderbrekingen, en mijn vermoeide knieën en enkels spelen op. Niet opgeven echter, denk ik, straks zien mijn collega-lopers en -loopsters me nog afgaan in het aanschijn van mijn virtuele finish. Een rode schicht flitst voorbij: een haantje dat mij zonodig wil voorbijsteken. Het rood van zijn pakje en de eigenaardige kousen en de lachwekkende loophouding roepen een zweem van herkenning bij me op: dit haantje is me al eerder gepasseerd en leert me dus dat hij dubbel zo snel loopt. Dju.
Niet getreurd echter: wat nu niet is kan nog altijd komen, en daar komt mijn vierwieler weer in zicht. Puffend kruip ik achter het stuur, en laat de Watersportbaan achter mij liggen. Het was een prettig rondje (een levendige fantasie helpt natuurlijk), maar tegen dat ik thuis ben staat de klok al vijf kwartier verder. Volgende keer het bosje maar weer, zeker?
Steven Noels, les 20 van StartToRun. Het bijhorende weblog en podcast vind je hier.
© 2006 GENTBLOGT VZW
amai, en dat ge na al diene effort nog de courage hebt om te schrijven
Toch altijd wel vreemd dat mensen de auto gebruiken om te gaan lopen. Noodzaak? De watersportbaan is perfect bereikbaar met tram, bus en fiets en ligt op een paar honderd meter van het station. Maar dat zou te vermoeiend zijn, waarschijnlijk. Ook bij het fitnesscentrum valt me dat op: iedereen komt daar gewoon met de auto?! Lijkt me eigenlijk even absurd als naar de kerk gaan met je walkman op zodat al dat gezever van die preken niet hoort. Maar alla, we zijn weer sportief geweest. De auto in en weer naar huis.
typische reactie van iemand die nooit sport
Steven heeft het hier wel over lopen, hé, hij maakt geen gebruik van de infrastructuur. Zelf meer dan genoeg gelopen aan de Watersportbaan. Ik ging met de fiets. Maar ge moet het zelf maar eens proberen. Je vertrekt met een trui voor op de fiets. Je moet die daar ergens kwijt. Wegsteken onder de struikjes en hopen dat die daar een half uur later nog ligt. Hetzelfde met uw drinken. En dan, met bezwete lichaam de fiets op en afkoelen. (of op de tram/bus zitten stinken).
Ook nog lid geweest in de Passage. In de winter met natte haren 5 km fietsen na het intensief sporten vond ik ook niet echt een pretje.
Als ik nu ga lopen vertrek ik meestal van thuis uit. Maar af en toe een toertje Watersportbaan is wel eens wijs.
Ik loop 2 Ã 3 maal per week rond de Watersportbaan. Ja ik ga er ook naar toe met de wagen. Met het openbaar vervoer ben ik al snel een half uur onderwag naar ginds. Sorry maar ik heb er de tijd niet voor om een uur onderweg te zijn om een half uur of een uurtje te gaan lopen. Ik ben al lang content dat ik ga lopen en gebruik kan maken van de goede infrastructuur rond de Watersportbaan om te lopen. Het aantal kruisingen met voertuigen is minimaal wat het heel veilig maakt om te lopen.
Inderdaad, waar berg je uw kledij?
Vroeger, toen ik nog in de humaniora zat, deden we tijdens de les L.O. 3x per jaar de 5km. rond de Watersportbaan. Met de groep gingen we altijd zo’n 10 min. te voet, de leerkracht ging met de wagen en wachtte ons daar op ter plaatse. Enerzijds gebruikte hij de wagen om op het einde van de Watersportbaan na 2,5 km. ons te chronometreren (en ook om te zien of we geen andere middelen gebruikten om de kilometers te overbruggen). Anderzijds deed zijn kofferbak dienst als ruimte om onze truitjes bij te houden, zodat we na de 5km. ons warm konden houden.
Omdat de Watersportbaan door vele sporters frequent wordt gebruikt zou het misschien geen onnodige investering zijn om ergens een startplaats te voorzien waar ook afsluitbare kastjes of iets dergelijks aanwezig zouden zijn (vgl. met vb. in zwembaden).
Ge brengt me op een idee. :-) Of is er infrastructuur die gebruikt kan worden door lopers? Die kastjes zouden het waarschijnlijk niet lang uithouden denk ik. Eens onderzoeken.
In diezelfde zin had ik ook al gedacht aan een waterfonteintje. Op dat idee kwam ik toen ik op een zwoele zomeravond bijna in de Watersportbaan wou springen van den dorst.
Ik ben gene loper (eerder een fietser), maar ik passeer wel relatief vaak aan de watersportbaan en de opmerking van de auteur ivm het frietkot is ook al vaak door mijn gedachten geschoten. Dat moet toch maar een rare gewaarwording zijn als ge daar doodvermoeid plots de geur van vettige frieten uw neusgaten voelt binnensluipen.
ik heb hetzelfde probleem, zeker nu het weer kouder wordt, waar doe je die kleren en je portefeuille (loopt gewoon niet handig). Kan de infrastructuur van de bloso hiervoor niet gebruikt worden? dan lijkt de kans op vandalisme mij miniem
Inderdaad Lien, ik zie dat een herinrichting van de watersportbaan voorzien is in het bestuursakkoord. (of toch een nieuw inrichtingsplan) Alvast één punt dat je naar boven kan brengen…
Ik loop nu al acht jaar in dat bosje bij de grot, die grond is er gewijd en zacht, de wonderen zijn er nooit uit de lucht, het heeft er iets gezellig. En daar is niets mis mee.De beste lopers trainen er naast starters.
Ik kan me voorstellen dat de persoon die het openbaar vervoer promoot na een goede looptraining niet goed weet hoe smakelijk de geur is die rond dat bezweet lichaam hangt. Ik herinner mij dat van als ik mijn gasten, sorry mijn zonen, daarheen voerde en ze dan terugmeenam in de wagen. Pwaaa!
Inderdaad Lien, vragen aan Christophe Peeters om ergens een kleine infrastructuur voor de lopers en hun accessoires, en een fonteintje, en een pishoekje, en een parkinkje, en ….
Schitterende beschrijving van ‘het lopen rond de watersportbaan’.
Ik ga tegenwoordig (lees: laatste 5 maanden) ook 2 à 3 keer per week lopen. ‘k Heb me laten inspireren door Rik Ceulemans (http://www.rikceulemans.be) die op loopvlak (lees: marathonvlak) toch nog steeds de nummer 1 van België is. Gisteren ook een paar rondjes Watersportbaan gedaan en er de weg langs de Leie meegenomen die uitkomt aan de R4.
‘k Heb me nu de Navman R300 gekocht (lees: loop GPS) die perfect weergeeft hoe snel en hoeveel je gelopen hebt. Gisteren was dat 16 km en inderdaad dezelfde richting die jij liep want die tegenstrijdige gevoelens van walging en mmmm…frietjes plopten ook plots door m’n hoofd bij het passeren van het frietkot daar vlakbij de kont van de watersportbaan.
Ik heb het voordeel dat ik vlakbij de Coupure woon, waardoor ik vanaf m’n deur een opwarmingsloopje kan doen tot aan de watersportbaan maar het is inderdaad niet eenvoudig om de wagen niet te gebruiken als j’er één hebt. Een wagen is namelijk heel erg verslavend. Alhoewel ie heel erg schadelijk is voor ‘t milieu zal zelfs de braafste milieuactivist zich er niet van kunnen weerhouden om nu en dan, zonder nadenken zijn/haar wagen te gebruiken terwijl het nochtans niet altijd nodig is. Reden: onze consumptiemaatschappij lokt ons naar het pad van consumeren en zoveel mogelijk spenderen om een zo comfortabel mogelijk leven te leiden. Het is aan elk van ons om daar persoonlijk een stokje voor te steken en inderdaad eens vaker die fiets van onder het stof te halen, laat het echter duidelijk wezen: het is geen schande, maar toch bijna om telkens de auto te nemen ;-)
Ik ben bij wijze van boetedoening voor zoveel oneerbiedigheid mijn toertje van vanavond terug in het bosje gaan doen. Minder spandex, en de geur van Onze Lieve Vrouw haar wijwater stak doordringend in mijn neusgaten, maar met de ondergaande zon die schuin door de bladeren scheen was het er net een plaatje. Jammer dat ik mijne Kodak niet meehad. :-)
Géén kwaad woord over frituur watersportbaan!!! Is al jaar en dag mijn zondagavond leverancier van een portie perfect gebakken frieten.
Naar mijn bescheiden mening één van de betere fritkoten van Groot Gent.
Toerke waterportbaan lopen is een goed voornemen voor volgend jaar…
Goed idee! Dergelijke kastjes heb ik in Nederland al gezien, gesponsord door ING. En daar werkt dat goed (zeer handig, kluisjes op het strand), dus aan de Watersportbaan moet dat zeker lukken!