Dolf Henderick wint Michel Casteelsprijs voor cursiefjes

dinsdag 13 februari 2007 14u41 | Els Van Eeckhaut | 2 reacties
Trefwoorden: , , , , .

De veertiende editie van de Michel Casteelsprijs voor cursiefjes, een organisatie van de Stad Gent, werd gewonnen door Dolf Henderick uit Sint-Amandsberg. De jury koos zijn cursiefje uit zesendertig inzendingen. De jury bekroonde het cursiefje van Dolf Henderick met bijna het maximum van de punten (53/60). Het werd door de juryleden treffend omschreven als ‘een schitterend werkscenario voor een animatiefilm van kunstenaar Raoul Servais. Het wordt gekenmerkt door een virtuoos taalgebruik, een op spiritualiteit gebouwde fantasie en een gezonde dosis humor’. Dolf Henderick wint 250 euro en een boekenpakket!

Mijn allerliefste, mijn Gent ‘Mijn allerliefste, mijn Gent’ van Sarah Desplenter sleepte met 48 punten de Polleke Pluymprijs in de wacht, en ging hiermee vijf inzendingen vooraf die ex aequo 45 punten behaalden.

Geertrui Van den Berghe met het cursiefje ‘U bent Gentenaar…’ sleepte de derde prijs in de wacht. Zij krijgt 75 euro en een boekenpakket. De jury is het erover eens dat de 36 inzendingen van een meer dan behoorlijke kwaliteit zijn en dat er heel wat schrijftalent aanwezig is. Opvallend was dat de auteurs zelden humor aanwendden in hun cursiefje, nochtans is humor een van de grote basispijlers van het cursiefje.

De wedstrijdjury van de Michel Casteelprijs bestaat uit Viviane Burssens, Jaak De Poorter, Jean Buyle, Machar van Geyt, Freek Neirynck en Rudy Moeraert.

Maar genoeg geleuterd, tijd om te lezen: ziehier voor u het winnende stukje, dat ook door ons als ‘vrie wijs’ bestempeld wordt!

Nacht van de “Natte Gazete”

Jaar 2015, Gent tijdens een stormachtige herfstnacht.. Een doorweekte krant, door wind over de Vrijdag markt gedreven, belandde tegen de uitgestrekte arm van Jacob Van Artevelde. Vanuit zijn ooghoeken bekeek hij het verfrommelde papier. Hij kon nog net een deel van de krantenkop ontcijferen: “Gentse Feesten —volgend jaar niet— door”. Hij las de kop opnieuw en opnieuw. “Ah, zuu niet Over mijn duud lijk’!”, dacht hij en hij schreeuwde met krakende stem: “Roeland, wakker worden! Roeland, kl eppe brand! ‘T es storm in ‘t stad”. In het Belfort schoot Klokke Roeland wakker uit zijn lange slaap … “Ja, ja, een minuutse, kalm … ” antwoordde Roeland. Toen hij de uitleg van Jacob gehoord had, ontstak hij in woede. Hij rekte zijn slaperige klepel uit en beierde met sonore slagen zijn boodschap over de stad uit. Op de spits van het Belfort schrok de draak door het klokkengelui. Hij hoorde het bericht, strekte zijn machtige vleugels uit en begon, solfer spuwend, over het stadscentrum te klapwieken. Op de begane grond keken de vijf “piesserkes” zo verbouwereerd omhoog, dat ze her en der in ‘t rond begonnen te plassen. Druk begonnen ze samen met de Mammelokker te debatteren. “Dadde, da kan nie!” En eensgezind trokken ze zich los van hun sokkels.

Bij Sint-Jacobs duwden Karel Waeri en de Roste Wasser snel de bejaarde, maar nog strijdlustige Walter De Buck in een rolstoel en hobbelden met hem over de kasseien. “Vive la liberté” riep de Roste Wasser, “Al wie da om Gent geeft, es mijne vriend!” Waarop de fanfare van de Vieze Gasten – zonder Vuile Mong, want die overwinterde in Spanje – ten strijde blies. Ook Keizer Karel, van zijn sokkel in het Prinsenhof gekropen, trok met een groep verontruste Gentenaars naar Sint-Jacobs. Nu was het toch hét moment om Gent na al die tijd terug gunstig te stemmen. Manneke Pis van de Kraanlei en zijn broer uit de Wilderoosstraat, die hun kleedjes zedig hadden laten zakken, kwamen eveneens op hun korte beentjes aangesneld.

De bonte menigte begaf zich richting stadhuis, tierend: “Wij wille den burgemiester spreke!”. Daar probeerden de Gentse flikken, onder leiding van commissaris Pasmans en zijn gepensioneerde, maar zeer populaire, collega Raymond Jacobs, alies in goede banen te leiden. Na veel gepalaver mocht een delegatie, met Walter De Buck (die het zo goed kon uitleggen), Keizer Karel (die op zijn strepen als keizer stond), Jacob Van Artevelde (volksleider van beroep en aanstoker van de dag) en Rudi Moeraert (met koffie, croissants en Saneerre) binnen in het stadhuis. Jacob haalde het stuk krant uit zijn gordel. “Wa betiekent da!, bulderde hij tegen de burgemeester, “Gentsche Fieste afschaffen? ‘T es godgekloagd!”.

De burgemeester, ooit de sterkste man van Gent, bekeek met een frons het papier. Toen hij de verfomfaaide krant gladstreek, plooiden zijn mondhoeken zich tot een brede grijns. “Ge vindt ‘t precies nog plezant uuk” riep Walter De Buck, “een beetse lachen mee ons miserie!”. Toen begon de burgemeester echt hard te lachen. ” Mannen toch”, sprak hij, “in ‘t vervolg moedde een gazettenartikel gielteganst leze!”. Schuddebuikend stapte hij naar het bordes van het stadhuis en toonde de krant aan de menigte. De krantenkop blokletterde “Gentse Feesten gaan volgend jaar niet tien dagen, maar een volle maand door!”

Alle blikken richtten zich op Jacob, die een vuurrode blos op zijn metalen wangen kreeg en zich zo klein mogelijk probeerde te maken, wat voor zijn enorme gestalte geen gemakkelijke opgave was. In de massa riep iemand: “Tsjoak, kuupt u ne gruute bril!”.

” ‘T es al goe”, sprak de burgemeester, “gulder bewijst nu da ne Gentenire zijn eigen nie loat doen en dadde opkomt veur wa u lief es” en hij liet een aantal vaten bier aanrukken … Waarop de menigte begon te juichen. Sindsdien staat dit in de annalen van Gent geboekstaafd als de “nacht van de natte gazette” en wordt hij elk jaar herdacht met een stoet en veeeeel bier…

Dolf Henderick

© 2007 GENTBLOGT VZW

2 reacties »

  1. Reactie van patricia

    goed gevonden! Proficiat aan Dolf. Beeld je eens in, een maand Gentse feesten…

  2. Reactie van tom

    The horror! The horror!