Chuck Norris doesn’t sleep, he waits…
De voorstelling Chuck Norris doesn’t wait, he sleeps… van Danai Anesiadou, Hans Bryssinck en Diederik Peeters op het T:mefestival had veel weg van een thuismatch, ze hebben dan ook allen aan het KASK gestudeerd. Ik bedoel er zeker niks negatiefs mee, een ploeg kan vaak dat ietsje meer in een vertrouwde omgeving omringd door fans en vrienden. En dit was zonder meer een schitterende voorstelling vol verrassingen.
We werden in de Domzaal werden binnengeleid langs de backstage, een weg die ik nog niet kende, en kwamen zo terecht op het podium. Danai Anesiadou begroette ons in de backstage, haar collega’s stonden op het podium. Iedereen op zijn best aangekleed. Op het podium staat een gedekte tafel waarrond we ons verspreiden. Het viel op hoeveel vrienden van de performers er waren want regelmatig werd iemand gedag gekust. De sfeer was gezellig maar sloeg een beetje om toen de deur gesloten werd. De artiesten stonden tussen het publiek en vormden een driehoek. Ik kon slechts de gezichten van twee van hen zien. Uit hun mimiek kon ik weinig afleiden maar je voelde de spanning die je voor een belangrijk feestje ook kunt hebben. Gelukkig werden we al snel uit ons lijden verlost en ging het doek open zodat we een plaatsje op de tribune mochten uitzoeken.
Danai Anesiadou, Hans Bryssinck en Diederik Peeters zijn van vele markten thuis, waardoor performance het enige ticket lijkt dat de lading van de voorstelling dekt. In het verleden was het bij de bourgeoisie bon ton om de personen die men uitnodigde niet enkel een voortreffelijke maaltijd voor te zetten maar ook voor het vermaak te zorgen. Soms nodigde men hiervoor artiesten uit maar evenzeer bereidde de gastheeren of -vrouw een spektakel voor, waarna de genodigden ook de mogelijkheid kregen om hun bijdrage te leveren. De start van de voorstelling liet zich duidelijk inspireren door deze burgerlijke saloncultuur. We worden heel formeel welkom geheten, er volgt een kleine muzikale interventie en een woordspelletje waarbij de drie een grappig verhaaltje verzinnen met dezelfde hoofdpersonages. Bij het publiek zorgt dit voor een vriendelijk lachje, best goed gevonden.
Na dit amuse-gueule zijn we klaar voor de plat de résistance. Het grinniken wordt al gauw luid lachen want het vervolg van de voorstelling is bijna niet te beschrijven. Honderd en één variaties op een koppel in een deftig restaurant, vrouw niet geïnteresseerd, gooien met eten, champagne vliegt in het rond, de kelner die een oogje heeft op de vrouw, de man op de kelner,… De achtergrondgeluiden worden uitvergroot, bepaalde scènes worden regelmatig herhaald waardoor het hilarisch wordt. In een hoog tempo wisselen de scènes zich af, slapstick komt bijna onvermijdelijk om het hoekje kijken.
Wanneer het licht verandert, bevinden we ons in een parallelle wereld met vampieren en weerwolven, de voorliefde voor films van de performers komt hier duidelijk als inspiratiebron tot uiting. Ik herken een hilarische scène uit Dracula maar ook de scène tussen madame la marquise en haar butler Victor doet me een belletje rinkelen. De performers krabben aan de buitenkant van de saloncultuur en de zwart-wit-films en laten ons genieten van de irrationele en onverklaarbare binnenkant. Soms voel ik me een kind, de verwondering is compleet. Dit menen ze toch niet? Maar toch…
Natuurlijk slaapt Chuck Norris niet, hij komt gewoon ogen te kort. Eén goede raad: ga het zien!
Chuck Norris doesn’t wait, he sleeps… van Danai Anesiadou, Hans Bryssinck en Diederik Peeters, gezien op vrijdag 20 april 2007 in Vooruit in het kader van het T:mefestival. Ook nog te zien op 21 april 2007.
© 2007 GENTBLOGT VZW
Ik ben blij met deze vrij verhelderende visie, want ik vond er eerlijk gezegd niet veel aan. Enerzijds omdat ik het niet begreep (dus dank voor de uitleg), anderzijds omdat het me echt niéts deed. Het laatste kwartier vond ik nog enigszins vermakelijk, verder liet het me allemaal koud. En ik denk dat kunst nog beter iets negatiefs los maakt dan helemaal niets.