Kinderopvang (IV)

vrijdag 11 mei 2007 8u58 | Sandra Pattyn en Michel Vuijlsteke | 13 reacties
Trefwoorden: , .

Kinderopvang: ervaringsdeskundigen aan het woord! Wij brengen onze kinderen sinds september 1999 naar de opvang. We hebben er vier, wat wil zeggen dat we de evolutie in Gent zo’n beetje op de voet hebben kunnen volgen.

In 1999, voor de opvang van onze oudste, hebben we geluk gehad: we hadden er niet bij stilgestaan dat we best op ruim voorhand naar opvang zochten, en we waren eigenlijk glad uit het oog verloren toen plots in april, twee maanden voor de geboorte, onze frank viel.

Snel rondgebeld om een onthaalmoeder te vinden en meteen prijs bij Solidariteit voor het Gezin: we kregen een drietal adressen, waarvan één in onze buurt: een gezin had er afgebeld waardoor nog plaats vrij kwam. Ik herinner me dat andere diensten nog plaats hadden in hun crêches, maar gezien wij liever een onthaalmoeder hadden, liefst aangesloten bij een dienst van Kind & Gezin, hebben we eerst verder gebeld. In 1999 was de toestand duidelijk nog niet zo schrijnend. We hebben redelijk snel toegezegd bij de onthaalmoeder in de buurt, die uiteindelijk een zeer toffe madam bleek te zijn.

Solidariteit was ook goed omdat ze zeer flexibel waren voor de ouders: in principe had je vaste dagen, maar je kon daar zonder problemen van afwijken. Ze waren ook zeer flexibel naar de onthaalouder toe: er was een maximum aantal uren per maand (bij vele diensten is dat per week en zelfs per dag) zodat ze makkelijker eens één dag met veel kindjes (het maximum) kon zijn en andere dagen met amper één of twee kindjes. Als het op het einde van de maand uitbalanceerde, was het in orde.

Voor nummer twee moesten op zoek naar een andere onthaalmoeder: de onthaalmoeder van onze eerste verhuisde naar Oostakker, een beetje buiten ons gebied. Solidariteit voor het Gezin heeft ons hierbij erg geholpen: er was net iemand nieuw begonnen en haar adres kregen we, samen met het adres van nog een zestal andere onthaalmoeders. We waren er nochtans opnieuw niet echt vroeg bij: het was net voor de geboorte van de tweede en we hadden opvang nodig voor binnen de drie maanden. We spreken van 2001 en toen was er nog altijd niet veel problemen met opvang: keuze en mogelijkheden genoeg.

We hadden pech, want voor nummer drie, in 2003, konden we opnieuw op zoek naar een nieuwe onthaalmoeder: de tweede was inmiddels gestopt. Deze keer was het al veel moeilijker. We zijn beginnen zoeken toen ik drie maand zwanger was, en we kregen al een pak minder mogelijke adressen. Uiteindelijk zijn we bij de Onafhankelijke dienst voor opvanggezinnen terechtgekomen die ons een niet meer dan drietal adressen kon bezorgen. Daar hebben we er uiteindelijk één van gekozen. Deze dienst was op papier al heel wat strikter, maar in de praktijk viel dit zeer mee.

Voor nummer vier, zoektocht begonnen aan drie maand zwanger, september 2005, was het onmogelijk geworden. Onze vorige onthaalmoeder bleek al volgeboekt tot einde 2007, alle diensten afgebeld en uiteindelijk onze lat lager gelegd en gezegd ‘gelijk welke opvang is goed, als er maar opvang is’. Meermaals geweend van frustratie, twee maanden alles afgebeld, teruggebeld, nog eens gebeld: niets! Ingeschreven bij de stadsopvangdiensten (zoals Nieuwland) én ons ingeschreven waar mogelijk maar uiteindelijk steeds het deksel op de neus gekregen.

Net toen we de wanhoop nabij waren kregen we bericht van een onthaalmoeder aangesloten bij de Sint-Lievenspoort. Weer geluk want ze kreeg een plaatsje vrij wegens een doodgeboorte van een kindje dat bij haar ingeschreven stond. Wrange gedachte wel. Groot nadeel: onze onthaalmoeder werkt geen enkele vakantie. Dus zaten we met, opnieuw, het probleem om opvang voor de kleine te zoeken voor de Paasvakantie (één week). We hebben de dienst meermaals gebeld én we hadden wel het geluk de juiste contactpersoon (Chantal) vastgehad te hebben, maar de eerste twee opvangmogelijkheden die zij ons doorspeelde draaiden op niets uit. Uiteindelijk gaf ze me het nummer door van hun crêche en na nog wat over en weer gebel kon de jongste daar dan toch terecht.

Onze tweede en derde zijn vanaf hun achttien maand naar een peutertuin van de stad gegaan, en we zouden dat met onze vierde ook willen doen. Maar sinds vorig jaar zijn de stadscrêches en -peutertuinen onderworpen aan het Tinkelbel-systeem. De plaatsen in de crêches en peutertuinen zijn nu gecentraliseerd en om in aanmerking te komen wordt rekening gehouden met verschillende factoren, o.a. woonplaats, andere kinderen al dan niet in (die) opvang, diverstiteit in de opvang, … Per vereiste waaraan voldaan wordt, worden blijkbaar een aantal punten toegekend.

Toen we in 2005 op zoek gingen was Tinkelbel er nog niet en belden we alle crêches af met de vraag voor opvang. De stadscrêches hielden rekening met de plaats waar je woont. In se is dit misschien een goed idee, maar dat houdt ook in dat vele mogelijkheden worden uitgesloten. Telkens we niet in ‘hun’ buurt woonden kwamen we zelfs niet in aanmerking, zelfs niet toen we uitlegden dat we elke morgen tóch een heel parcours moeten afleggen om de drie andere kinderen naar school te brengen, en dan naar het station om de trein te nemen.
Misschien dat die ‘njet’ nu met Tinkelbel zal afgeschaft worden (geen plaats in je buurt, dan misschien een plaats in de dichtsbijzijnde opvang?), maar eigenlijk betwijfel ik het.

Voor peutertuinen was dit evenwel absoluut geen vereiste. Nummer tweede en drie zijn naar Ter Leie gegaan: dichtbij het station en helemaal niet in onze buurt, integendeel. Toen we een peutertuin zochten voor onze tweede in 2003 was er plaats in Ter Leie en konden we daar zonder probleem terecht. Gezien we een plaatsje konden bemachtigen in 2003 was het ‘precedent’ gezet en was er een plaats gegarandeerd voor onze derde in 2005.

Sinds vorig jaar bestaat dus Tinkelbel en gezien de peutertuinen van de stad nu ook onder dit systeem vallen, worden dezelfde (strenge) vereisten toegepast als voor de crêches. We hebben ons zo vlug mogelijk ingeschreven (reeds een jaar voor de datum waarop ik onze vierde naar de peutertuin zou willen laten gaan) én we hebben de redenen opgegeven waarom we haar daar wil laten gaan: zelfde peutertuin als de twee anderen, dichtbij station, …. Zoals vroeger bij de stadsopvang konden zij ons maar bericht geven zes maanden voor de dag dat ze er naartoe zou gaan.

Het enige dat we kunnen aanraden aan toekomstige ouders: begin te zoeken van zodra je weet dat je zwanger bent. Zelfs al ben je maar twee weken zwanger en wil je het nog geheim houden, houdt het niet geheim voor de diensten voor opvanggezinnen. Je kan dan misschien nog iemand vinden: op drie maanden is het tegenwoordig meestal al relatief te laat, jammer genoeg.

En wat Tinkelbel betreft, waar Lien in een vorige aflevering al over schreef… in theorie is het principe van Tinkelbel uiteraard fantastisch. Iedereen is gelijk voor de wet, en een onafhankelijke instantie beslist aan de hand van objectieve factoren over de plaatsen: je leest er meer over op op gent.be

Maar in de praktijk is het toch niet echt ideaal.

Daar waar je, als je meerdere kinderen hebt, vroeger zeker was van een opvangplaats bij een stadscrêche/-peutertuin, sta je nu weer nergens. Voor elk kind mag je herbeginnen van nul: opnieuw beginnen zoeken, je opgeven, bang afwachten en hopen (zoals ik nu dus doe voor onze vierde). OK, je ‘spaart’ wel punten als je andere kinderen er voordien geweest zijn, maar waar je vroeger gewoon de telefoon opnam en zei ‘mijn kind komt af’ en dat was in orde, weet je het nu dus absoluut niet of het in orde komt.Zelfs nu men mij meegedeeld heeft dat opvang van vorige kindjes meer doorslaggevend is blijft het bang afwachten aangezien mij in het geheel niet werd meegedeeld hoeveel plaatsen er misschien zullen vrijkomen en op welke plaats mijn kind gerangschikt staat.

Er is ook geen mogelijkheid om op voorhand echt kennis te maken met de opvang. Je moet drie plaatsen opgeven, maar voor hetzelfde geld kom je in een vierde plaats terecht (die volgens ‘het systeem’ beter bij jouw profiel past, of omdat daar wel plaats is en in jouw voorkeuren niet) en dan weet je dus hoegenaamd bij wie jouw kind zal terechtkomen. Voor ons gaat opvang nog altijd enkel als er vertrouwen is.

Wat als blijkt dat je geen goed gevoel hebt over de plaats die je wordt toegewezen? Dat je je kind er voor geen geld ter wereld zou willen achterlaten? Je weet pas zes maand op voorhand waar je kind zal belanden en de andere opvangmogelijkheden zijn ruim een jaar op voorhand volgeboekt: dat wil dus zeggen dat je in de praktijk absoluut geen enkele mogelijkheid meer hebt om een andere oplossing te zoeken.

Wat ook vaak vergeten wordt, is dat hetzelfde geldt voor de mensen van de opvang zelf: ook zij hebben nu geen kans meer om mensen te ‘screenen’. Ook de mensen die jouw kind opvangen, moeten een goed gevoel hebben bij het hele gebeuren. Als het niet klikt, dan zijn er problemen van de twee kanten. De opvang krijgt nu mensen toegewezen zonder er zelf enige zeg in te hebben, zij zelf vinden dat ook niet altijd even positief: ze moeten nu totaal in het donker werken en het beste hopen.

Ondertussen kregen we, netjes binnen de Tinkelbel-termijn, een “officieel negatief” antwoord van Ter Leie, voor de opvang van onze vierde. Er zijn een heel aantal kindjes die zouden kunnen naar school gaan in september, maar ze weten niet zeker of de plaatsen wel echt vrij komen: het hangt ervan af wat de ouders uiteindelijk zullen beslissen op het moment zelf . En dus weten we het pas ergens midden augustus of er plaats zal zijn in september-oktober.

Mijn vrees om afwijzing wegens niet in de buurt wonen blijkt ongegrond: ons ‘puntenaantal’ is positief voor de opvang in die zin dat àls er dus plaats vrijkomt in oktober, ons kindje als één van de eersten in aanmerking zal komen voor die plaats. Het feit dat we niet in de buurt wonen is immers minder doorslaggevend voor de toekenning van de plaats dan het feit dat broers en/of zusjes reeds naar die opvang zijn geweest. Blijkbaar streven ze ook naar een zekere continuïteit in de opvang voor de ouders, wat toch zeer positief is.

Als er een alternatief komt, zullen we hier waarschijnlijk geen gebruik van maken, om de simpele reden dat we de opvang in Ter Leie kennen en zij ons kennen—dat is heel belangrijk voor ons. De vertrouwensband is er (heel belangrijk in opvang vinden we) en als we daar niet terecht kunnen zullen we onze vierde, aan achttien maand, niet laten veranderen van opvang. Gelukkig dus hebben we dus de onthaalmoeder waar we haar heb ingeschreven tot twee en een half jaar: met alle moeite die we hadden om enige opvang te zoeken zou het dom zijn om haar maar tot achttien maand in te schrijven.

Eigenlijk is dat ook niet eerlijk ten opzichte van andere (toekomstige) ouders, maar het is niet alsof we veel keus hebben.

© 2007 GENTBLOGT VZW

13 reacties »

  1. Reactie van marc

    kinderopvang blijft inderdaad een probleem, maar ik weet niet of het in 2001 zoveel beter was hoor. Met veel geluk hebben wij toen een crèche in de buurt gevonden. Binnenkort kan onze nummer 3 daar ook terecht. Afgelopen weekend wisten ze ons nog te vertellen dat er het voorbije jaar 3 (drie) bijkomende crèches de deuren hebben geopend en dat ze allemaal al gezellig vol zetten. Misschien een idee voor een ondernemer in Gent? ;)

  2. Reactie van Lieve

    Mijn zoontje is allergisch aan katten en de onthaalmoeder heeft een kat. Maar het is gewoon een hel om iets anders voor hem te vinden, dus hij blijft waar hij is. Dat is toch niet meer normaal?

  3. Reactie van andré

    Wij hebben zeven maanden ons zoontje met een ‘bloedend’ hart achter gelaten bij een dagmoeder waar we totaal niet tevreden van waren (tv van ‘s ochtends tot ‘s avonds aan, geen tuin, geen warm contact met de kinderen, weinig prikkels, enzovoort…). Ellendig en schuldig hebben we ons gevoeld maar deze dagmoeder was nummer 28 (!!) in de rij die we contacteerden en de enige met een vrije plek.
    Ondertussen hebben we iemand anders gevonden: onze zoon herleeft…en wij ook.
    Wie of wat kan deze hallucinante situatie aanpakken? De koepels? De politiek? Of moeten we zelf met een creche beginnen? Liever niet, gezien de zeer strenge en ontmoedigende wetgeving…

  4. Reactie van Bruno Lowagie

    De oplossing is eigenlijk evident.
    Bij mijn schoonbroer en schoonzus heeft mijn schoonbroer zijn professionele carrière een 5-tal jaar uitgesteld. Hij is 5 jaar huisman geweest om voor de kinderen te zorgen. Bij ons is mijn vrouw (burgerlijk ingenieur van opleiding) bewust niet gaan werken om voor de kinderen te zorgen.
    Alleen jammer dat de politiek deze optie minachtend het conservatieve ‘vrouw aan de haard’ standpunt noemt. Er zijn maatschappelijk, pedagogisch,… nochtans niets dan voordelen aan als één van de partners thuisblijft.
    Alleen financieel is het voor velen moeilijk, maar… tja, zolang de politiek zich blind blijft staren op de ‘hardwerkende Vlaming’ zal daar helaas niet veel aan veranderen.
    Ik vind dat jammer. Het is niet omdat mijn vrouw niet ‘werkt’ dat ze geen werk doet. Als de school een handje hulp nodig heeft (begeleiding bij het zwemmen, bij een uitstap, voorbereiden van een activiteit), staat ze steeds klaar.
    Maar nee hoor, door de bedrijfswereld noch door de politiek wordt zij als ‘hardwerkende Vlaming’ beschouwd. Gelukkig weten onze kinderen het te appreciëren.

  5. Reactie van Juvenalis

    Kinderopvang een probleem?
    Ja misschien wel, ik ga terug in de tijd…

    1955, Ik 7 à 8 jaar, vader werkte in Brussel moeder op fabriek in 2 ploegen, hoe ze het gedaan hebben kan ik nog niet begrijpen, maar ik ben groot geworden. het zal wel met de tijd te maken hebben zeker?

    Vóór 1955 opgevangen? Ja, door een vriendelijke buurvrouw die ook nog werkte…opvang heel beperkt max.voor een paar uurtjes per dag.

    Nogmaals hoe ze het deden snap ik nog niet?

    En ja, vanaf mijn 7de ongeveer was ik een sleutelkind, dat is nu een verwijt geworden voor de ouders,is dit wel terecht?

    De vakanties, als mama ‘den vroegen’ had en ze kwam s’middags thuis had ik het eten klaar staan voor haar, na een tijdje kon ze zelfs warm eten!
    Als mama ‘den late’ had en papa kwam rond 19 uur thuis had ie ook zijn warm eten! (1955)
    (het was geen haute-cuisine)

    Ik liep niet de ganse tijd op straat, zou het ook niet mogen doen hebben…al had ik er wel de gelegenheid toe.(hoe zouden ze het geweten hebben?)

    Lag het aan de waarden die meekreeg? of was het gewoon liefde voor mijn ouders, die wederzijds was, met de nodige stimmulanties!

    Bedankt lieve buurvrouw, bedankt lieve mama en papa dat ik groot kon worden en voor jullie heb mogen zorgen!

    En nu verwijt men de overheid dat er niet genoeg KINDEROPVANG is…begrijpen jullie dat?

  6. Reactie van Els

    Ik denk dat we hier 2 dingen door elkaar halen: jouw verhaal situeert zich al in de lagere school. Het nijpend tekort aan kinderopvang is voor kinderen die nog niet eens in de kleuterschool zitten. Je kan toch niet verwachten dat die op hun ééntje thuis zitten en het huishouden doen?
    Bovendien is de maatschappij van 50 jaar geleden nu éenmaal niet deze van nu. En dat heeft inderdaad een grote invloed op hoe ouders hun kinderen willen en moeten opvoeden. En geloof me gerust, daar vragen ze niet altijd zelf om.

  7. Reactie van Juvenalis

    Sorry Els, je hebt het niet begrepen!
    Ik heb het verhaal verteld vanaf 1955, om mijn herinneringen objectief te houden. De situatie voor 1955 was dezelfde, daarom ook de opmerking “hoe ze het gedaan hebben weet ik niet”.(ik kan het hun niet meer vragen!)
    Akkoord de tijden zijn veranderd, maar mijn ouders werkten ook met twee.
    En losten zelf hun problemen op, nu stelt men de overheid verantwoordelijk…dat wil er bij mij niet IN.

    In mijn omgeving zie ik vele jonge gezinnen op zoek naar opvang, mijn vrouw en ik hebben al dikwijls enkele kinderen opgevangen voor een paar uurtjes,(zonder vergoeding!en alleen bij hoogdringende momenten).
    Wij hebben zelf drie dochters (nu bijna dertigers) en wij hebben nooit onze kinderen in de opvang geplaatst, maar er steeds voor gezorgd dat iemand van ons beiden er was(ook als het moeilijk was), zelfs de grootouders hielden we erbuiten, het waren onze kinderen waar wij voor hadden gekozen dus was het onze plicht er voor te zorgen!

  8. Reactie van Els

    Mijn ouders hebben ook 3 dochters en wij hebben ook nooit in de kinderopvang “gezeten”, maar aan hen werd ook nooit de flexibiliteit gevraagd die onze werkgevers aan ons vragen. Ik denk dat we de huidige werkomgeving niet mogen vergelijken met die van 30 jaar geleden, niet? En ik geef je helemaal gelijk als je stelt dat je als ouder een plicht hebt om voor je kinderen te zorgen. Maar mag ik dan uit je verhaal opmaken dat je ervoor pleit dat één van de ouders thuisblijft? Want anders zie ik niet in hoe je dit oplost zonder opvang.

  9. Reactie van Juvenalis

    Beste Els, je zegt dat je de huidige werkomgeving niet mag vergelijken met de huidige,juist.
    Een opmerking wil ik hier wel maken: in de tijd van mijn ouders was er nog de 48 uren wekweek. Mijn vrouw en ik hebben nog de 42 uren week gekend, gelukkig is daar vlug de 40 en de 38 uur opgevolgd.
    Voorgaande zegt u duidelijk dat er gewoonweg geen flexibiliteit bestond.(voor de ouders)
    In sommige bedrijven heeft men nu vlottende uren, halftijdse jobs, ouderschapverlof enz.(dat men nu nog zou optrekken naar één jaar?).
    Je kiest voor kinderen! moet dan de overheid zorgen voor opvang? (zoals in vorige berichten?).
    Ik weet ook dat mijn standpunt niet gedeeld wordt door de meerderheid van de ouders, het is dan ook mijn mening.
    Maar is het niet zo dat men de vandaag van het standpunt uitgaat dat kinderen alles moeten krijgen wat met GELD te koop is,en de overheid daar ook moet voor zorgen dat alles in het werk moet worden gesteld om dit te bereiken? Zonder dat ouders daarvoor moeten inleveren?
    Onhou dan dat LIEFDE niet te koop is!(zorgen wél)

  10. Reactie van Els

    Beste Juvenalis,
    We hebben duidelijk een ander standpunt, dus vrees ik dat we er onder ons tweeën niet uit zullen geraken.
    Je hebt gelijk dat er meer flexibiliteit bestaat vanuit ondernemingen, maar in ruil vragen zij ook heel wat flexibiliteit. En laat ons eerlijk zijn, het is nog steeds de minderheid van de ondernemingen waar dit kan. Ik werk zelf deeltijds om voor mijn kinderen te zorgen, maar als je de vacatures volgt, zal je merken dat deeltijdse jobs dun gezaaid zijn. Voor de meesten uit onze omgeving, is het gewoonweg niet mogelijk. En niet omdat ze het zelf niet willen, gewoon omdat het niet kan in hun job. Dus staan ze voor de keuze: stoppen of een goede opvang zoeken voor hun kinderen.

    En laat het nu net de overheid zijn die graag wil dat we met zijn tweeën gaan werken en bovendien van kinderopvang een verkiezingsthema maakt (600 extra plaatsen in gent). Waarom zouden die ouders dan geen recht hebben om te vragen hoe het met die verkiezingsbelofte zit?
    Bovendien hebben we zoveel kinderverzorgsters die geen job vinden en waar de overheid dus ook hen kan helpen.

    Ook al heb ik er dus zelf geen nood aan, ik steun ten volle alle ouders die een goede opvang zoeken, want het is niet omdat je werkt dat je je kinderen minder LIEFDE zou geven.

  11. Reactie van Juvenalis

    Dag Els, We hebben geen verschillend standpunt…we zoeken een oplossing!

    Mijn oplossing zeker voor middel- en grote bedrijven:

    Werf een kinderverzorgster aan en stel ze de ruimte voor de opvang ter beschikking en laat de werknemmers hun kinderen in die opvang verblijven.
    Het spaart kosten voor de werknemer (verplaatsing) en je werknemer is tevreden!(klein bezoekje tijdens de pauze, minder stress voor het ophalen en zoeken voor een plaats enz.).

    Kosten voor het bedrijf??? Een hoop plubliciteit en de kinderverzorgster (en accomodatie) is waarschijnlijk nog gedeeltelijk aftrekbaar als bedrijfsonkost.(kosten niet eigen aan het bedrijf!)
    Voordelen: heel veel voor het bedrijf en de ouders en nog meer voor het kind!

    En Els, als ik me de vrijheid mag nemen om u te zeggen dat ik niet tegen proffesioneele opvang ben, maar een hekel heb aan mensen die alles door de overheid willen geregeld zien of hun eigen tekortkommingen opgelost willen krijgen via de politiek, dan zeg ik ga maar in een “communistisch land” wonen daar is alles geregeld.
    Ook een grondige afkeer van politici die loze beloften doen of beloften niet houden.

  12. Reactie van laurensv

    Neen, dan liever verbonden aan de werkgever, net zoals de auto, de GSM, de computer, de internetaansluiting, het eten ‘s middags, de bijkomende ziekteverzekering,… Voor bedrijven allemaal (gedeeltelijk aftrekbare) kosten die de prijzen voor die diensten wel de hoogte injagen zodat het moeilijker wordt als individu om aan diezelfde diensten individueel te geraken. Als je dan je werk verliest, ben je ook onmiddellijk je kinderopvang etc. kwijt. Misschien wil juvenalis ook nog een winkel van de zaak? “I owe my soul to the company store” is een leuk liedje, de inhoud veel minder.

    Politiek dient trouwens om zaken op te lossen die de individuele daadkracht te boven gaan, de tekortkommingen (sic) van de individuele burger oplossen in een gemeenschap door democratische beslissingen is een mooie kant van onze samenleving, zelfs al gebeurd dat op een proffessionele (sic) manier en niet op een organisch-vrijwillige manier sommige neoliberalen willen dat ze ontstaan. Soit, voor ik me verlies in nog meer ideologisch discours die geen oplossing dichterbij brengt, uw oplossing is er geen want ze vergroot de afhankelijkheid van de werknemer t.o.v. de werkgever in een tijd waar die al te groot is, geeft geen garantie op betere opvang en de druk om bij de werkgever te blijven voor die dienstverlening is zeer hoog (aangezien die een minimum aantal kinderen moet zijn om het betaalbaar te houden).

  13. Reactie van San

    Ik ben in theorie ook voorstander voor opvangmogelijkheden in de bedrijven, maar praktisch is dit toch niet mogelijk, zeker niet voor kleinere bedrijven?
    Het moet al lukken dat al de werknemers relatief in dezelfde periode kinderen krijgen om dit betaalbaar te krijgen en te houden. Het gaat toch niet op om kinderopvang te voorzien voor één kind?
    Het zou effectief een groot gemak zijn voor de ouders, maar als je niet in een zeer groot bedrijf werkt waar sowieso altijd wel kinderen worden geboren, is het gewoon niet mogelijk, of het is dat het bedrijf een initiatief neemt om in de buurt een crêche (mede) op te richten en die dan openstelt voor niet-werknemers ook, met dan wel voorrang voor de werknemers.