Huishoudelijke esthetiek

vrijdag 13 juli 2007 17u58 | patricia (tekst), Charles Strijd (beeld) | 3 reacties
Trefwoorden: .

Laten we eens met een kleine quiz beginnen: waar ga ik het vandaag over hebben?

- Want het leven is meer dan bliep alleen.
- Voor bliep heb ik dit product, voor bliep gebruik ik dit product,… Voor bliep, bliep en bliep gebruik ik één enkel product, namelijk X.
- Beetje verdikt? Nee, mijn truitje is gekrompen. Dan had je bliep moeten gebruiken.

Jawel, het huishouden, ik had ook niet gedacht dat ik hier nog iets over ging schrijven voor Gentblogt. Tante Kaat, de superhuisvrouw mag dan al een heel arsenaal aan trukjes hebben en een hele reeks producten die in de namiddag tussen de belspelletjes door zo vlijtig aan de man/vrouw gebracht worden naar de vuilbak verwijzen, zelf ben ik verre van een superhuisvrouw. Gelukkig is dat ook niet nodig voor deze nieuwe tentoonstelling in het Design museum.


In L’esthétique domestique gaat men terug naar de basis: productontwikkeling van alledaagse voorwerpen. Dankzij de massaproductie werden huishoudtoestellen voor ieder gezin (en vooral iedere huisvrouw) bereikbaar, ze leverden een serieuze tijdswinst op en zijn nu niet weg te denken uit ons leven.

Wie echter zoals Van Dale denkt dat een huishoudtoestel enkel functioneel is, heeft het mis. Ok, een koffiezetapparaat is een elektrisch apparaat om koffie mee te zetten en warm te houden; een strijkijzer is een metalen voorwerp met handvat, dat verhit wordt om wasgoed mee te strijken; een mixer is een apparaat om ingrediënten te mixen; een stofzuiger is een elektrisch apparaat om het stof weg te zuigen en een ventilator is een apparaat dat een ruimte verfrist door het verwekken van een luchtstroom. Maar u neemt toch ook de tijd in de elektrozaak om er een bepaald toestel uit te kiezen? Goed functioneren is niet langer voldoende.

In Amerika was men zich al in de jaren 1920 bewust van het belang van de esthetica in in het commerciële succes van consumptiegoederen. Ontwerpers als Raymond Loewy, Henry Dreyfuss, Norman Bel Geddes en Walter Dorwin Teague veranderden het aanzicht van het alledaagse leven. In Europa deed men er iets langer over. Het is pas in de vijftiger jaren dat the American way of life bij ons doordringt, vergezeld van die reclames allemaal gericht op de vrouw des huizes.

In het Design museum kan je tot eind september een deel van de indrukwekkende collectie van Jean-Bernard Hebey gaan bekijken. Het gaat om ongeveer 375 voorwerpen uit de periode 1920-1970 die hij in de loop van de voorbije 30 jaar, tijdens talrijke zoektochten op rommelmarkten, wist bij elkaar te brengen. Zijn verzameling bevat zowel broodroosters, koffiezetapparaten als stofzuigers en scheerapparaten. De verzameling weerspiegelt hoe snel het huishouden in korte tijd veranderd is. Materialen en technieken verraden de ouderdom. Voorwerpen waarvan je geen hoogstaand design verwacht, maar het toch allemaal hebben. Slechts een tiende van zijn totale collectie is te zien in het Design museum. Deze sympathieke Franse spraakwaterval liet ons alvast een kijkje nemen in het museum tijdens de opbouw van de tentoonstelling. Bij bij elk voorwerp weet hij een boeiend verhaal vertellen. Zo is er de eerste fruitpers die hij op 16-jarige leeftijd kocht in Amerika omdat hij het “zo indrukwekkend vond dat zo een rijk land zo iets zwaars kon produceren en hier zo veel geld voor kon krijgen voor zoiets eigenlijk banaals om sinaasappels te persen”. Deze relativerende kijk had hij ook bij een “ijspistool”. Hoe kon je nu indruk maken op een vrouw door als een “stoere cowboy twee ijsblokjes in haar glas te deponeren?” Let u ook eens op de manier waarop de ruimtevaart, symbool voor vooruitgang in de 60′er jaren zich mengde in de productontwikkeling van huishoudtoestellen.

Er zijn veel verzamelaars van huishoudtoestellen, maar volgens het Design museum heeft niemand zo’n “volledige” collectie, zo’n diversiteit aan voorwerpen, gaande van koffiezettoestellen, mixers, stofzuigers, haardrogers tot massagetoestellen, fruitpersen, ventilatoren,… Noem maar op. De verzamelwoede van de Fransman kent bovendien geen grenzen. Fier toonde hij ons een glazen botervlootje (niet op foto) dat hij die morgen op het Vossenplein in Brussel kocht. Vijf euro, voor een dergelijk design. Hij beloofde ons plechtig dat hij ook op de rommelmarkt in Gent een koopje ging doen om de tentoonstelling alsnog uit te breiden.

Het Design museum heeft ervoor gekozen om ook voorwerpen uit de eigen collectie op te nemen in deze tentoonstelling. Het gaat dan voornamelijk om Alessi. Op de foto’s herkent u de bekende fruitpers, als ook de koffiezet die Alessi voor Philips ontwierp. Toestellen die volgens Hebey nu reeds op de rommelmarkt te vinden zijn. Deze tentoonstelling is zeker een aanrader, ze biedt een andere kijk op dagdagelijkse voorwerpen en is heel toegankelijk opgezet.

Een uitsmijter: wat is dit mooie toestel? Misschien een tip: mensen kochten er meestal twee.

Design museum Gent, Jan Breydelstraat 5 – 9000 Gent, van 14 juli tot en en met 30 september 2007, elke dag doorlopend van 10u tot 18u, gesloten op maandag, op maandag 16 juli is het museum wel open.

© 2007 GENTBLOGT VZW

3 reacties »

  1. Reactie van jeronimo

    * frot charles zijn mouw * omtrent de foto’s

  2. Reactie van Karolien

    Ik ben gaan kijken tijdens de Gentse Feesten. Vree interessant, kleurrijk en origineel. En ik heb dat laatste item ook gefotografeerd omdat het er nogal spacy uitziet :)

  3. Reactie van patricia

    Enig idee wat het is?