Patersholfeesten – fin: kaarskensprocessie
Het was al een hectische zondag geweest en ‘s avonds waren we nogal laat thuisgekomen en had ik eigenlijk niet veel zin meer om opnieuw op stap te gaan. Maar belofte maakt schuld en dus stond ik om 23u56 op het Kaatsspelplein om mijn eerste officiële afsluiting van de Patersholfeesten mee te maken.
De kaarskensprocessie zou om 24u beginnen met als start- en eindpunt het Kaatsspelplein en ja hoor, de timing op het plein was onberispelijk. Toen ik aankwam speelde de groep net het laatste nummer en om één minuut voor middernacht was het optreden afgelopen. In alle rust verzamelden de mensen zich vooraan het podium voor de kaarskesstoet en zonder enige aankondiging, behalve het geluid van een bel, vertrokken ze.
Gezien ik achteraan op het plein stond diende ik mij eerst nog een weg te banen door het volk, velen die zich trouwens ook hadden rechtgezet om mee te lopen en nog duchtig bezig waren om hun kaarsen aan te steken. Gemakkelijk was anders maar met met een beetje doorzettingsvermogen lukte het me om de kop van de stoet te halen. Deze was ondertussen al via Drongenhof in de Lange Steenstraat aangekomen.
De stoet werd geleid door de deken en de dekenin van het Patershol, beiden met kaars en in nachtgewaad. Zij werden gevolgd door een twintigtal mensen die tevens in nachtgewaad waren en daarna liepen de mensen in gewone kledij. Bijna iedereen had een kaars in de hand.
In de Lange Steenstraat ging de processie het Caermersklooster binnen om in alle stilte een toertje te doen rond de binnenkoer. Eens weer buiten ging het richting Vrouwebroersstraat, rechts in de Plotersgracht om dan via de Haringsteeg en de Ballenstraat op de Kraanlei te komen. Zo werd de cirkel rondgemaakt door langs de Rode Koningstraat en de Trommelstraat terug op het Kaatsspelplein uit te komen.
Langs het traject stonden veel mensen te kijken en hier en daar werd geapplaudiseerd of een korte babbel geslaan waarbij de deken en dekenin bedankt werden voor de mooie feesten en de serene afsluiting.
De deken was achteraf zo vriendelijk mij de traditie van de Kaarskensprocessie toe te lichten. Deze moet gezocht worden in het verre verleden, meer bepaald moet teruggegrepen worden naar de 15e eeuw toen de Graaf van Vlaanderen zijn basis vestigde in het Gravensteen. Zijn edelen vestigden zich in de buurt, meer bepaald in het huidige Patershol.
Toen in de 19e eeuw het Gravensteen omgevormd werd tot een fabriek, werden de paters uit het klooster verdreven en verlieten de edelen ook hun huizen. De fabriek trok arbeiders aan uit het platteland en nu de rijken hun huizen niet meer nodig hadden deelden zij die op in kleinere eenheden zodat deze nu vele families konden huizen.
De omstandigheden waarin de arbeiders leefden waren, u raadt het al, verre van ideaal. Deze klasse had niet de middelen om hun huurwoningen te renoveren en door met zovelen op zo’n kleine oppervlakte te wonen onstonden er vele ruzies. Waar ruzies zijn, ontstaan cafees en in die tijd werden deze voornamelijk gefrekwenteerd door de mannen die hun zuurverdiende centen daar dan opdeden.
Velen zaten tot een gat in de nacht op café en zo kwamen de vrouwen met een mogelijke oplossing voor het probleem: zij gingen hun mannen in nachtkledij uit het café halen met de insinuatie dat, als zij zouden meekomen, zij misschien nog iets meer dan hun nachtrust konden verwachten.
In de loop der tijd zijn de cafés veranderd in voornamelijk restaurants, de huizen zijn gerenoveerd en momenteel wonen in het Patershol opnieuw kapitaalkrachtige mensen zowel als de minder gegoeden: er is een mooi sociaal evenwicht terug te vinden. De nood, om de mannen uit het café te gaan halen, is verdwenen, maar de traditie is gebleven op het einde van de Patersholfeesten met de kaarskensprocessie.
Tevens is het een symbool geworden voor het einde: de muziek wordt stopgezet, iedereen verzamelt zich met een kaars en maakt nog een wandeling die in alle stilte gebeurt. Eens terug op het Kaatsspelplein wordt Klokke Roeland gezongen waarna de kaarsen, en daarmee symbolisch ook de feesten, uitgeblazen worden. De mensen die aan de processie deelnamen in nachtkledij werden nog beloond met een brevet maar een drankje, dat zat er niet meer in.
© 2007 GENTBLOGT VZW
Als ik toch even mag nuanceren: de paters werden niet uit het klooster verdreven omdat het Gravensteen tot een fabriek was omgevormd maar ten gevolge van de Franse Revolutie en de Franse bezetting hier, waarbij o.m. alle kloosters werden afgeschaft en hun gebouwen door de staat werden geconfisqueerd.
De oprichting van fabrieken in grote leegstaande gebouwen zoals het Gravensteen en ook het Caermersklooster, heeft dan weer te maken met het Gentse octrooirecht, waarbij de stad het recht had om tol te heffen op industriële producten die binnen de stadspoorten werden gebracht. Vandaar dat industriëlen elke beschikbare vierkante meter binnen de stadsmuren gebruikten. Het stedelijk octrooirecht werd afgeschaft in 1860 waarna in Gent de stadsomwallingen en -poorten werden afgebroken (de huidige kleine ring werd trouwens aangelegd om de plaats van de stadsomwallingen), maar daarover uitweiden past eigenlijk niet meer binnen dit kader.
Mijn fout: het was niet de bedoeling de omvorming van het Granesteen causaal te linken met het sluiten van het klooster. De timing zou alleen ongeveer gelijkvallen.
Niettegenstaande de kleine “historische fout” toch een heel interessant artikel. ‘k zal er volgend jaar proberen bij te zijn, het moet iets geven aan ons Gents gemoed om het Klokke Roelandslied bij kaarslicht te zingen.
toe, ik krijg bijna meelij met die arme paterkes. En dat op mijn nuchtere maag