Hoogmis van de romantiek in Sint-Baafs
Dinsdagavond was het aanschuiven in een volgelopen Sint-Baafs kathedraal.Het Orchestre National de France speelde er onder de leiding van Kurt Masur werk van Felix Mendelssohn en Bruckner.
De avond opende met het vioolconcerto (in e mineur, Opus 64) van Mendelssohn met Joshua Bell als solist. Het is een interessante uitvoering geworden, waarbij Kurt Masur zorg heeft gedragen voor een mooi evenwicht tussen solist en orkest. Dat laatste ging soms ten koste van het orkest in de dynamische ‘forte’ passages. Bell speelt Menselssohn met een heldere frasering en zonder zoeterige emotionaliteit. Wie daarop had gehoopt zal een beetje op zijn honger zijn gebleven.
Met de zevende symfonie van Bruckner dirigeert Mazur op vertrouwd terrein. Zijn belangstelling voor het werk van Bruckner en het klassieke romantische repertoire is niet nieuw. Het allegro moderato van de opening werd enigszins ingehouden gespeeld, het adagio kreeg zijn volle kracht. Het scherzo werd met de vereiste snelheid gespeeld en de finale vormde een waardige herneming van de thema’s in wat bijna op een — voor Bruckner zeer ongewoon — happy end lijkt. Die finale kreeg onder Mazurs leiding een bijzonder evenwichtige ritmering.
Kurt Masur dirigeert overigens met de blote hand. Hij doet dat op een schijnbaar eenvoudige, soms haast burleske wijze, maar ondersteund met veel expressie in het lichaam en gelaat. In elk geval bleek het orkest perfect te volgen en dat leverde een heel bekoorlijke uitvoering op.
De volle kathedraal bedankte met een lang en enthousiast applaus, maar kreeg daar geen bisnummer voor in ruil.
Gehoord in Sint-Baafs op 18/09.
© 2007 GENTBLOGT VZW