Virginie Marant
Van de vele honderden straten in Gent zijn er slechts een dertigtal die naar een vrouw zijn genoemd. Het is een vaststelling waar u de schouders eens kan bij ophalen of eens diep zuchten, waar houden ze zich bij Gentblogt toch mee bezig? Akkoord, het is geen wereldnieuws, maar aangezien de nationale vrouwendag dit jaar in Gent wordt georganiseerd (11 november, jawel, en er zijn nog vrijkaarten) leek het wel een mooie aanleiding. Het thema van de 36ste vrouwendag is werkgelegenheid. En Gent is niet enkel de bakermat van de vakbonden. Het zijn ook Gentse vrouwen die zich ingezet hebben voor de vrouwen in de vakbond. Virginie Marant deed dit voor de katholieke vrouwen, wat haar een straatnaam in Gentbrugge opleverde, het Virginie Marantpad.
Virginie Marant werd in 1860 geboren in het grote gezin van een metselaarsdiener. Amper zes jaar oud moest ze al de kost verdienen als boodschapster in een dozenfabriek, 13 uur per dag. Een jaar later stond ze aan de spinmolen van een vlasfabriek. Ze kende dus wel degelijk de klappen van de zweep.
Over haar leven zelf vond ik relatief weinig terug, noch op het internet en noch in de bibliotheek. Maar men krijgt uiteraard niet zomaar een straat naar zich genoemd, dus toch een poging om iets meer over deze vrouw te weten te komen.
Haar huwelijk met Jan Broeckaert zal zonder twijfel een rol gespeeld hebben in haar engagement in de vakbond. Hij is één van de stichters van de Antisocialistische Werkliedenbond. Deze kwam er in 1890 op initiatief van Arthur Verhaegen, een katholieke voorman en vooraanstaande burger. Het werd een stedelijke federatie waarin ook de oudere, van onderuit gegroeide, antisocialistische vakverenigingen een plaats vonden. De doelstellingen waren relatief gelijklopend met deze van hun socialistische tegenhanger: materiële en maatschappelijke emancipatie van arbeiders door sociale wetgeving, sociale voorzieningen als verbruikscoöperaties, vakonderwijs, werkbeurzen en dergelijke. Niet zonder moeite werd op de katholieke lijst plaats ingeruimd voor de vertegenwoordiging van de Werkliedenbond. In juni 1891 werd dan de krant Het Volk gelanceerd, als tolk van de antisocialistische en christen-democratische gedachte. Vergis u niet, de stichting van de Antisocialistische Werkliedenbond werd Verhaegen niet in dank afgenomen. In Gentse burgerlijke kringen, maar ook daarbuiten, werd Verhaegen wel eens bestempeld als “le baron rouge”.
Op 1 mei 1891 besloten mijnwerkers in Henegouwen het werk neer te leggen. De belangrijkste eisen waren de 8-urendag en het algemeen stemrecht. De stakingsoproep werd algauw overgenomen in Brussel en Gent. Virginie Marant trekt met enkele vrouwen naar de fabriek om er hun mannen te verdedigen. Langzaam groeit bij haar het besef van het belang voor een “vormende vereniging voor vrouwen”. Achter elke sterke man staat een sterke vrouw, gold zeker ook in die tijd. Op 7 mei 1893 werd de Antisocialistische Vrouwenbond opgericht. Virginie Markant was één van de medestichters, maar we vinden ook mannen, voornamelijk clerici bij de stichters. De Vrouwenbond werd een afdeling van de Kristelijke arbeidersbeweging. Virginie Marant werd voorzitter. Het voorbeeld van Gent werd ook gevolgd in andere steden. Ook in Antwerpen, Mechelen, Brugge en St. Niklaas werden verenigingen opgericht ter verdediging van de vrouw onder de vleugels van de Kristelijke arbeidersbeweging. Later komen er ook In Wallonië. In 1920 wordt dan het Nationaal Verbond der Kristelijke Vrouwengilden gesticht, later genoemd de Kristelijke Arbeiders Vrouwengilde, de KAV.
Of het nu de Socialistische Vrouwenbond of de Antisocialistische Vrouwenbond was, de vrouwen die zich engageerden kregen in de eerste plaats de wind van voor van de leden van de Werkliedenbond, mannen én vrouwen. Er werd nogal kort door de bocht geredeneerd dat een verbetering van de positie van de arbeiders automatisch ook een verbetering van de arbeidersvrouwen zou met zich meebrengen. In de katholieke arbeidersmiddens heerste het ideaal van de mannelijke kostwinner en de vrouw aan de haard steviger dan bij de socialisten. Onder impuls van Virginie Marant slaagde de Vrouwenbond er in om een geneeskundige dienst en een ‘moederkas’ op te richten. Ze hielp ook een eerste huishoudschool uitbouwen en richtte een ziekenhuisafdeling op. Tot 1920 bleef Virginie Marant voorzitster van de Gentse katholieke vrouwenbond.
© 2007 GENTBLOGT VZW
Zeer interessante rubriek. Meer van dat.
ik begrijp nog altijd niet, waarom mensen in dezefde situatie, met dezelfde noden, niet hebben kunnen samenwerken.
was meneer pastoor dan toch zo belangrijk?
of je nu als tjeef of sos honger had, je kinderen niets kunt geven? raar.
hadden ze in de tijd samen gewerkt, jongens toch, de wereld draaide wel nog in dezelfde richting, maar onze geesten waren wel anders gericht geweest.
dit doet niets af van de verdienste van v.marant, in tegendeel. zij deed het vanuit een “katholieke” hoek, de anderen waren ongelovingen, maar even bezig met hun gezin en kinderen.
Men probeert altijd maar terug bij de “andere” de schuld te leggen voor zijn problemen of een deel van zijn problemen. Dit is natuurlijk juist en tegelijk volledig verkeerd. Maar daardoor komen we in een labyrint van verschillende opvattingen, uitdagingen, oplossingen en conflicten, allemaal meer nutteloos het ene dan het andere. Gezien wij onszelf als vrije mensen voelen, kunnen wij ons die vereenvoudiging niet op de hals halen. En daarbij het zou toch eentonig zijn. Het voornaamste is dat men in essenciële opties aan hetzelfde zeel trekken.
Nu, moest iedereen éénsluidend dezelfde belangen verdedigen, riskeren we dan ook niet in een corporatistische gemeenschap terecht te komen, en dat willen wij toch niet(meer)!
ik heb je berichtje zeker tien keer gelezen, beste j.m. ik snap er geen bal van.
-nergens heb ik ooit gezegd dat de “anderen” ergens schuld hebben.
-nergens heb ik gezegd dat je niet vanuit verschillende richtingen, niet hetzelfde doel zou kunnen bereiken. ik vind het alleen onverstaanbaar dat je in gespreide slagorde ten oorlog gaat. ze niet aan hetzelfde zeel hebben getrokken.
beste, wat ik bij jou lees is heel simpel: gooi het probleem in de groep, laat iedereen erover zijn mening geven en lul tot het verdronken is. resultaat nul, maar we hebben wel een mooie discussie gehad.
ik ben een vrije mens, meer dan je kan voorstellen, maar ik weet dat je nu eenmaal ergens met anderen moet overeenkomen om tot iets te komen.
hoe gaat dat bij jullie thuis? ik wil naar de zee! nee, ik wil naar de ardennen! ok. dan blijven we thuis.
en doe niet zo: “riskeren we dan niet in een corporatistische…..”wie wil dat? zelf een bloedrode rakker als ik, heeft uit de geschiedenis geleert. willen jullie dan ook eens jullie routeplan eens bijstellen? de pvv bestaat niet meer voor mij, de bsp evenmin, dus…
Inderdaad, rony, dikwijls is mijn bedoeling via tegenovergestelde argumenten een discussie uitlokken. Soms is het wel moeilijk een uitgangspunt te vinden. Maar hier was het toevallig zeer moeilijk. We zitten hier met een driehoeksverhouding: werknemer, werkgever en een schuivend arbieter: in dit geval wat gij de pastoor noemt. Tegenover elke hoek staan twee “anderen”. Ook kunt ge u voorstellen dat er mensen zijn die iets willen bekomen maar niet door een strijd maar onderhandelen, ….enz.