Duo of trio?
Het is verdomd saai, altijd die superlatieven te moeten gebruiken. Ik had het mezelf nochtans moeilijk gemaakt, gisteren. Bonkende koppijn had ik namelijk, toen ik naar dit concert vertrok. En koppijn is wel degelijk de enig mogelijke omschrijving voor de neanderthaler die met een puntige knots zichzelf genoodzaakt zag uit de binnenkant van mijn hoofd te breken. Eerder die dag nog liep het traanvocht zelfs oeverloos uit mijn ogen, toen ik enkele vermetele stappen buitenshuis had gewaagd. Nee, ik zag het verloop van dit concert eerder somber in.
Het gezegde voorspelt het nochtans: muziek verzacht (“de zeden”, en dat slaat dan ergens geheel anders op, maar goed: als u het niet doet, ga ook ik niet muggenziften). En voorwaar: een koppel dafalgan codeïnes en de eerste noten uit Jan Rzewskis saxofoon, legden de neanderthaler in mij meteen het zwijgen op. Want hola! –hoewel ik mij had voorgenomen niet met vorig jaar te vergelijken– weg is dat kille gepiep en gefluit. Deze sax had veel meer gevoel, en toen Fiorini meedeed werd het voorwaar nog warm ook.
Het was nochtans mijn ding niet, dat eerste stuk. Een compositie van Steve Lacy die erom vroeg wat partituurbladen op de pianosnaren te leggen om zo voor een percussie-effect bij het forte te zorgen. Een beetje irritant, maar dat was mogelijks de neanderthaler die nog niet helemaal was onderdrukt. Lacy zou nogmaals –en zeer gesmaakt– terugkomen, maar gelukkig zonder de velletjes in de piano.
Het eerste stuk werd dapper opgevolgd door a fresh painting –free improvisiation.
. Rzewski steekt van wal, Fiorini hoort het eventjes aan, en zet dan de achtervolging in –eerst van Rzewski, dan van zichzelf. Beide muzikanten zouden beurtelings zo’n geïmproviseerd intermezzo initiëren. Zeer typerend overigens voor dit concert, die achtervolging. Zoals bij Farfalle. Herinner u de reclame van Barilla, waarin stukjes gedroogde pasta als sierraden worden behandeld, maar meer nog de manier waarop de strikjes daarna speels buitelend over elkaar het ko(l)kende water in duiken. Zo ging het er gisteren aan toe.
Toegegeven, het was minder ‘zuivere’ jazz dan wat zou volgen. Het ging van blues tot tango, en veel daartussen, maar het zat vooral verrassend vol gevoel.
Gevoel zou ook het sleutelwoord vormen bij het Erik Vermeulen Trio. Met een heleboel nagelnieuwe composities, gaande van Untitled #1 tot Untitled #4 –met een zeldzame getitelde song ertussen– creëerde Vermeulen, bijgestaan door Marek Patrman (drums) en Manolo Cabras (bas), een prachtige soundscape. Titels maakten eigenlijk niet veel uit, het hele concert was één gigantische trip waarin zelfs Vermeulens onhandige manier om alweer een ongetiteld nummer aan te kondigen, de flow niet doorbrak.
De dynamiek zat vooral tussen de obsessieve Patrman en een (zoals steeds) lyrische Vermeulen, die onophoudelijk elkaars spel beïnvloedden. Niet dat Cabras niet goed speelde, integendeel, hij is een uitmuntend bassist. De bas werd echter ergens donker en verdoken opgesteld (ik heb enkel de hals van het instrument gezien) en viel misschien ook daardoor muzikaal iets minder op, maar Cabras was wel degelijk de noodzakelijke lijm die beide protagonisten met elkaar verbond.
Het concert werd opgenomen, zo kondigde muziekprogrammator Wim Wabbes aan, en dat wordt alvast een cd die in mijn collectie zal prijken. Ondertussen kan ik u alleen maar aanraden om het concert alsnog mee te pikken. Nieuwjaar is nog niet zo lang geleden, maar als het allemaal zo goed zal zijn, wordt 2008 een topjaar!
Fiorini – Rzewski Duo / Erik Vermeulen Trio, gehoord en gezien op woensdag 16 januari om 20u in de Balzaal van Vooruit.
—
Staan vervolgens op ons lijstje:
Op vrijdag 18 januari is Opatuur (samen met Tuur Florizoone) te gast bij Jef Neve en Lies Steppe in het programma “Neve” op Klara (19u-21u).
Michel Portal, Bruno Chevillon & Daniel Humair, zondag 20 januari om 20 u in de Theaterzaal van Vooruit. Toegang € 14 / 10 (vvk).
© 2008 GENTBLOGT VZW