Vergeten schrijvers: Paul Rogghé (4)

vrijdag 25 januari 2008 12u47 | Daniël van Ryssel | 1 reactie
Trefwoorden: , .

Gentblogt pakt uit met zijn eigen literaire lente die meteen het hele jaar doorloopt. Daniël van Ryssel, lange tijd redacteur van het tijdschrift Yang, is voor ons in zijn uitgebreide archieven gedoken. Hij heeft een reeks mooie stukjes geschreven over literaire figuren die op de achtergrond zijn geraakt, maar ooit een rol van enige betekenis hebben gespeeld.

Paul Rogghé is de volgende in een rij vergeten schrijvers die weer voor het voetlicht worden gebracht. Daniël van Ryssel sluit af met twee gedichten.

Elegie voor een levende

Nog nooit heb ik zozeer verlangd naar daden,
Nu weer die lijster buiten zingen gaat,
Onhoudbaar, mild n zonder maat
Alsof hij vol van heimwee was geladen.

Nog nooit heb ik zozeer mezelf verraden,
Mijn evenwicht waarop ik mij verlaat
Omdat die vogel in zijn zaalge staat
Mij roept en lokt om te verzaden

Wat mij beneveld hiel en onderdrukt,
Wat ik meende uit mij al lang gerukt,
Veroordeeld en voor immer reeds gestorven.

Maar aan die lijster kan ik niet weerstaan.
Hij heeft mijn oude wellust zó bedorven
Dat ik wil zingen en mijn man zal staan.

Uit: “Elegie voor een levende” (1961)

Zij, de Dood en Ik

Met haar lichaam dat ze achterlaat
Dat ik herkenbaar blijf bespelen
En met haar ziel die ik bedwelmd blijf delen
Huil ik onstelpbaar haar naam

Geluk en dood

Ze haastig adieu. Zo maar in een ruk
Nam ze afscheid van ons geluk.
Ik had geen tijd om haar nog aan te raken
Zo bloeddorstig stond de dood haar af te maken.

Geen hang

Wat blijft mij van dit derven
En van dit leven? Wat, dat ik nog verlang?
Niet meer geloven in haar blijvend sterven
En dan niets meer. Geen hang, geen drang.

Paul Rogghé
Uit het nagelaten werk. 275 gedichten, hoofdzakelijk kwatrijnen,
voor zijn overleden vrouw (1973-1974).

© 2008 GENTBLOGT VZW

Eén reactie op Vergeten schrijvers: Paul Rogghé (4)

  1. Reactie van Albert

    Daniël, schitterend dat je Rogghé en Van Hecke nog eens in de belangstelling brengt want ze betekenden ook heel wat voor de ontplooiïng van het Latemse kunst- en cultuurleven.

    Albert-F Haelemeersch