Het Groot Onderzoek
Vrijdag om acht uur was ondergetekende op post in het NTG; het naamkaartje las “Michel Vuijlsteke – Gentblogt – pers”; de occasie: het Groot Onderzoek. De discussie is ondertussen al aan de gang, en bij deze verschoning dat dit artikel er niet zaterdag al op stond. Het leven kwam in de weg, en dergelijke.
Ik ben het dan ook voor het overgrote deel eens met het artikel van Tom Dams en Gert De Vos in De Gentenaar, dat ik u van harte aanraad.
Gent gaf een tijd geleden aan het gerenommeerde Nederlandse adviesbureau Berenschot de opdracht om zich te buigen over een nieuw imago voor Gent. Er werden een zeventiental assen geïdentificeerd, en over vijf van die assen zou er vrijdag een open debat zijn met bewoners.
Het geheel werd in een radioprogramma gegoten, gepresenteerd door Wim Oosterlinck. Daar wrong misschien al het eerste schoentje. Alhoewel het niet meteen BRT Telivisie in Prime Time was (“we gaan straks live… over de hele provincie… bijna”), ontsnapten we niet aan een aantal obligate vlotte babbels met obligate bekende Gentenaars—wel fijn dat ze uit eigen beweging op een vrijdagavond door wind en regen naar het NTG gekomen waren.
Maar neen: niét cynisch worden. Zo zit de wereld nu eenmaal in mekaar, en ik ben een oude zeur aan het worden. Ik zat naast Sofie Dewaele, dus ik mag niet klagen, nem.
Goed. Ter zake. In de zaal: een stuk of driehonderd Gentenaars, de meerderheid usual suspects uit het middenveld, de cultuur, de pers. Op het podium Daniël Termont (zo ziek als een hond) en Ocker Van Munster, een op het eerste gezicht wel bijzonder sympathieke Hollander, die voor Berenschot het onderzoek leidde.
Eén voor één werden bekende Vlamingen aan tafel uitgenodigd, er was een klein interview, er werd over en weer gegaan met interventies van Bekende Gentenaars uit de zaal, van tijd tot tijd mocht (pdw) uit de loge een spontaan (stoppen met dat cynisme!) grappige interventie doen, er waren live muziekintermezzos van twee mensen van “Bieza Bij Zuh” zoals de applausmeester (I kid you not!) ze aankondigde, er kon gestemd worden met stembakjes (de helft van de zaal was van slechte wil en beweerde dat hun bakske niet werkte, het podium verzekerde ons dat de lichtjes misschien niet aangingen en de bakjes misschien geen teken van leven gaven, maar dat de stemmen wél allemaal toekwamen in de computer, echt waar beloofd geloof ons vrij), en uiteindelijk waren er ook een dacht ik drie– of viertal interventies uit het publiek.
Oh. Als ik dit nalees, klinkt het alsof het niet de moeite waard was. Dat was niet zo, nochtans. Ik heb dingen bijgeleerd, ik heb me geamuseerd, en ik ben ontroerd geraakt.
De probleemstelling: Gent heeft vanalles. Het is een studentenstad, en er is cultuur, en er is geschiedenis, en er zijn evenementen, en allerlei. Als men vanalles heeft, dan kan men op de duur niet meer kiezen: het profiel van de stad is niet scherp genoeg om de marketingboer mee te op gaan.
Van Munster, die Gent helemaal als buitenstaander bekeken heeft, heeft een sterk maar zeer diffuus merk gevonden, en vindt inderdaad dat er een aantal speerpunten moeten zijn. Ze hebben als onderzoeksbureau zeventien dimensies bekeken, en daar dus die vijf uitgelicht die zij meer in de verf zouden zetten:
- Gent is een woonstad
- Gent is tolerant
- Gent is een cultuurstad
- Gent is een sportstad
- Gent is een stad van kennis en innovatie
En waarom niet toerisme of geschiedenis, of studentenstad? De volledige redenering zal wellicht in het rapport-Berendrecht staan (is dat ergens beschikbaar eigenlijk? en zo ja, mag ik dat dan eens downloaden en lezen? dankuzeer, het is uiteindelijk ook met mijn geld gekocht, nee?), maar één reden was in ieder geval dat sommige aspecten nu misschien teveel de nadruk krijgen.
“Gent is een studentenstad” is misschien wel waar—ontegensprekelijk, Gent is de grootste studentenstad van het land—maar dat wordt nauwelijks positief ervaren. Studenten = liederlijk uitgaan, niet studenten = toekomstpotentieel, in de hoofden van de mensen, blijkbaar.
Jazeker, “Gent is een historische stad”, maar de verhalen die er zijn (en er zijn er, God help ons, er zijn er zó veel) worden niet verteld.
Afijn. De vijf aspecten dus. Of nee, zes: als doekje voor het schijn-van-echte-participatie-bloeden mocht de zaal uit de overgebleven twaalf aspecten een wildcard kiezen. Met de stembakjes.
1. Gent is een woonstad
De decennialange stadsvlucht is gekeerd, en sinds een jaar of tien zijn er elk jaar meer inwoners in de stad. Vic de Wachter, Antwerpenaar, mocht vanuit het publiek vertellen dat hij liever in Gent woont dan in Antwerpen. Gent is bijna een dorpsstad, vond hij, en hij voelt zich hier helemaal thuis.
Muriël “ah da’s die kalle met haar Gents accent op De Laatste Show” Scherre mocht naast Termont komen zitten en uitleggen dat ze haar hele leven in Gent woont en werkt, en dat ze geen enkele reden ziet om naar Brussel te gaan.
Leuk, maar ik hoorde toch liever wat er uit de studie gekomen was.
En dat was dat Gent heel erg gewaardeerd wordt vanwege de woonomgeving, maar dat de kwaliteit van de woningen—vooral in de negentiende-eeuwse gordel maar ook elders—als minder positief ervaren wordt. Dat de stadsvlucht weliswaar gestopt is, maar, en dat is onrustwekkend: dat jongvolwassenen de stad uit trekken.
De conclusies: Gent hééft zijn sfeer, die kan nergens anders nagemaakt worden. Om professionals en topinstituten aan te trekken, moet wonen een speerpunt worden. En moet er bijvoorbeeld ook beeldbepalende woningbouw komen in de negentiende-eeuwse gordel.
(ik vertaal even: …moet Gent eindelijk eens degelijke moderne architectuur aandurven)
Termont stond daar geheel achter, en erkende dat er een kwalitatief én kwantitatief probleem was, en voegde eraan toe dat in deze legislatuur een hele stapel initiatieven genomen worden. Er zijn wel enorme problemen, erkent Termont: dat er alleen al 8000 sociale woningen te weinig zijn bijvoorbeeld, of dat betaalbaar wonen in het Centrum onmogelijk is.
Uit het publiek werd daarop meteen doorgevraagd: hoe zit het met de betaalbaarheid? En hoe zit het met het groen in Gent? En heeft het wel zin om Gent te profileren als woonstad, als de toestand zo rampzalig is dat we zelfs te weinig woningen hebben voor onze eigen inwoners? Moeten we dà n nog nieuwe mensen lokken?
Iemand anders voegde daaraan toe dat het nog wel gaat om een huis te huren, en dat een eerste klein huisje kopen ook nog wel gaat, ergens in de rand, maar dat de volgende stap een ramp is: er zijn geen degelijke huizen die groot genoeg zijn en die betaalbaar zijn.
Ik hoorde Termont van miserie zuchten tot waar ik zat, zelfs al stond zijn micro niet aan. Hij gaf het toe: wie niet met twee werkt, kan zich in Gent geen huis kopen. En het is een perverse economische wetmatigheid: van zodra bekend wordt dat er moeite gaat gedaan worden voor de omgeving in Ledeberg, telkens er één van de tien parken in de vorige legislatuur bij kwam, is de allereerste reactie dat de prijzen in de buurt verdubbelen.
Maar hij bleef toch érgens hoopvol: als we er ons allemaal achter zetten, dan, misschien, dat het dan lukt om die cirkel te doorbreken.
Er was geen tijd om het verder uit te diepen. Jammer, maar we moesten dringend stemmen.
[Oh ja: (pdw) wist ons uit de loge te vertellen dat we daar niet mee moesten overdrijven, met die woningnood, dat zijn grootvader hem altijd verteld had dat Gent vroeger een groot stort had, maar dat ze daar later Antwerpen op gezet hebben.]
Toelichting bij de cijfers: er was ons op het hart gedrukt ons poer niet te verschieten van de eerste stemming. We mochten niet overal het maximum van de punten aan geven, want anders was het ook niet meer spannend. Misschien vandaar dat er zoveel “eens” waren en zo weinig “helemaal eens”.
2. Gent is een tolerante stad
Zo is dat: Gent is een tolerante stad. Gast aan tafel: Bayram Özdemir! Van onze groenten– en fruitwinkel! De man was zijn eigen onverstoorbaar positieve commerçanten-zelf: zevendertig jaar in Gent gewoon, zesendertig jaar groentenmarchand, en nooit problemen gehad. Woont al altijd aan de Dampoort, en iedereen zegt altijd vriendelijk goeiendag. (Termont: ah ja, ze durven nie anders, gij roept naar iedereen!)
Zaki zat in de zaal, en was helemaal geëmotioneerd, toen hij vertelde hoe Bayram een Handje kreeg van de Gentsche Sosseteit. Ach, wat zeg ik, de hele zaal was ontroerd.
Wim Oosterlinck deed een heldhaftige poging om door te vragen, en te weten te komen of er toch niet érgens een negatief iets was gebeurd in al die jaren? Bayram zei van nee. Hij weet wel beter: ook Vlaams Blokkers zijn potentiële klanten. Met alle sympathie gezegd, maar inderdaad: een échte (Gentse) kleine zelfstandige. Oh, toch: dat er toch wel veel te veel nachtwinkels waren in Gent.
Er werd niet echt verder ingegaan op wat dan ook–tolerantie, racisme, de problemen met andere nationaliteiten, succesverhalen nà à st Bayram dan, concentratiescholen, radicalisering, integratie… en ook nu vond ik het jammer. We kregen ook niet te horen wat de bevindingen van de studie waren, want er moest een komisch intermezzo zijn: de mannen van de N-GA. En we hà dden al een kwis gehad, waarin Termont moest raden in welke taal er gezegd werd dat hij een schoon kontje had.
Afijn: dat het op 30 maart revolutie zal zijn, en dat ze een einde gaan stellen aan de externe geldstromen, en dat ze in Antwerpen al ganzeleven de bouwwerf van de eeuw hebben, maar dat we in Gent al vijfhonderd jaar aan het wachten zijn op de nieuwe top van de Sint-Michielskerk!
Grappig, natuurlijk, maar, euh, ondertussen: les blagues les plus courtes sont les meilleures hein les gars. (dat was toch een actiepunt hé, tweetaligheid Gents/Frans?)
De toon werd gelukkig even terug naar de realiteit gebracht door een interventie uit een rolstoel in de zaal: dat, alle gekheid op een stokje, Gent niet alleen tolerant is voor mensen van buiten Gent, maar ook tolerant is voor andersvalide mensen. Dat we daar een enorme voortrekkersrol in spelen.
[Uit de loge, (pdw): dat zijn grootvader altijd zei “maane vriend, omme waa noar Antwerpen gingdegen, paktegen we den tunnèl want we wildegen nie gezien worde”.]
De resultaten van de stemming in de zaal en door de luisteraars via SMS:
De zaal was oprecht ontroerd, ‘t was een schoon moment.
3. Gent is een cultuurstad
Hilde Heynen aan de micro, en later Jacques Dubrulle. In het publiek, zo bleek, echt wel een oververtegenwoordiging uit de culturele sector, maar goed.
Moet er eigenlijk nog moeite gedaan worden om Gent als cultuurstad te promoten? Is dat niet al overduidelijk genoeg? Nee, zegt de studie van Ocker (wat een fijne naam, trouwens): er zijn wel degelijk uitschieters—de grote festivals—maar er moet méér in de etalage gezet worden. Vooral de kleine dingen moeten meer naar buiten gebracht worden.
Dubrulle herhaalde nog eens dat Gent uniek is, ook in de bereikbaarheid van de overheid. “Oh, ga je dan om subsidies vragen?” deed Wim Oosterlinck naief. Waarop Daniël Termont iets in de zin van “’t zal wel zijn, hij staat al elken dag op mijnen dorpel” gromde: hilariteit.
(pdw)’s fijne witzen over zijn grootvader waren uitgeput: hij wees erop dat Gent naast de cultuurschatten ondertussen ook de Belgische hoofdstad van de comedy geworden is.
De stemming was niet echt een verrassing:
4. Gent is een sportstad
Er is AA Gent, er is de zesdaagse, er is basketbal, er is vanalles. Er gaat geen week voorbij of Gent komt in het nieuws met sport, en er gaat geen dag voorbij of tienduizenden Gentenaars doen aan sport. Er is enorm veel accomodatie, er worden enorm veel inspanningen gedaan voor infrastructuur en voor gewone mensen: Termont is zeer verrast dat Gent niet gepercipieerd wordt als een sportstad.
Ik voel me niet betrokken. Sport interesseert me door de band net zoveel als teennagels: niet, behalve als ze ingegroeid zijn.
Euh nee. Die vergelijking trok op niets. Never mind.
Een dame van Optima Gent in het publiek vroeg waarom er in het nieuwe topsportstadium geen basketbal-ding voorzien was. Termont: “mevrouw, als Optima wat beter begint te spelen, dan zullen we nog eens preken.”
Euh ja. Om te zeggen dat ik even afwezig was tijdens dit stukje. De resultaten, alsnog:
5. Gent is kennis en innovatie
Gent wordt niet gepercipeerd als een stad van kennis en innovatie, zo is dat nu eenmaal. Studentenstad ja, maar dat is geen kennis en innovatie natuurlijk. Veel mensen, ook Gentenaars, hebben er geen idee van dat wij bijzonder toonaangevend zijn op het vlak van pakweg biotechnologie. Professor Wim Soetaert (cue stomme lollen over Wim Soetaer de zanger) maakte ons in de snelte wegwijs in de witte biotechnologie: néé dat heeft niets met Dash te maken, dat is biotechnologie die in industriële producten gebruikt wordt.
En waar de Gentse haven bij de wereldleiders is.
Termont volgt helemaal. Hij was bij het opstarten van Ghent Bioengineering Valley betrokken, hij ziet het helemaal zitten, maar: hij vreest dat het wat te weinig sexy is, kennis en technologie, om te verkopen.
The points from the jury (ik schrijf dit terwijl ik naar Eurosong kijk, stel u geen vragen):
…en daarmee waren we door onze vijf opgegeven onderwerpen. Er was nog de wildcard, dat bleek nipt “Gent is een toeristische stad” te zijn.
6. Gent is een toeristische stad?
Ja, natuurlijk. Voor dagjestoerisme, stelt Berenschot. Maar op dit moment worden enkel een aantal grote dingen in de verf gezet: het ruimer potentieel aan interessante, maar kleinschaligere zaken, daar wordt bijna niets over gezegd. En, voegde Ocker er aan toe: “geef toe, je hebt liever dat hier Hollanders komen wonen dan je elke week hopen bussen Hollanders over de vloer krijgt”.
Termont voegde eraan toe dat hij het wel zag zitten, dat toerisme, maar: is dat echt belangrijk voor de mens in de straat? (applaus in de zaal)
Ja, het is zeer belangrijk voor de stad, maar wij zijn nu al goed bezig, vindt Termont, en we moeten er geen thema van maken om Gent mee te verkopen.
Zonder dralen over naar de stembakjes en de SMS:
Zo. DÃ t was duidelijk.
En daarmee, helaas, was de kous af. Geen conclusie, geen vragenronde, geen niets. Het radioprogramma zat erop, er was een receptie, ik reed naar huis want er was nog Drank Aan Democratische Prijzen in de Bond Moyson. Op het moment zelf, in de zaal, vond ik het in het begin bijzonder interessant, maar naarmate de avond vorderde, bleef ik meer en meer op mijn honger zitten. En nu ook. Wellicht is er tijdens de receptie veel gepraat, maar ik moest dus Democratisch gaan Drinken, en ook: zó heel erg “groot onderzoek in de volle schijnwerpers van het publiek” is dat natuurlijk niet, een receptie.
Hm. Dus op de eindmeet: toch een beetje negatief, vrees ik. Weinig diepgang, geen tegenspraak, het radio-format werkte duidelijk tegen het debat. Ik zou het fijn vinden mocht hier eens een hele dag voor vrijgemaakt worden, in een degelijk voorbereid format, niet zo’n hapklaar showbizding.
Ik vrees dat dat er niet echt zal komen. Ik hóóp het wel, want het is écht belangrijk.
Termont zei in het begin dat het doel van de avond was een breed draagvlak te krijgen.
Ik weet niet of dat er wel zal zijn.
Kijk: door de band ben ik niet zo voor volksbevragingen en referenda en zo. Ik ga ervan uit dat de representatieve democratie een bestaansreden heeft, dat wij met z’n allen om de zoveel tijd beleidsvoerders verkiezen en dat die–zeker gemeentelijk–voor lang genoeg verkozen zijn dat ze–zeker in het begin van hun legislatuur–zonder angst le courage de leurs convictions kunnen hebben.
Dan is zo’n “publiek debat” in het NTG met een aantal habitués die elkaar bijna allemaal kennen, niet meer dan een PR-oefening. Ik ben benieuwd om te zien in welke zin het rapport bijgestuurd werd, naar aanleiding van het fameuze debat met stembakjes en SMS… ach, ik vermoed dat ik opnieuw te cynisch bezig ben.
Kijk: willen ze een écht debat, met écht veel mensen, dan zijn daar andere manieren voor. Ik zou het wel weten: stel de studie bevattelijk voor, en nodig iedereen uit om te komen discussiëren. Online. Ja, oudere mensen, ja, kansarmen: ik weet het, die hebben niet allemaal een computer. Maar vergis u daar vooral niet in, er zijn er veel meer met een computer dan dat er zijn die zich –via het internet– konden inschrijven om een vrijdagavond in het NTG te gaan zitten.
Gentblogt kan zelfs uitleggen hoe zoiets op een beschaafde manier kan, zonder dat het in chaos en gescheld verzandt. Doén!
© 2008 GENTBLOGT VZW
Marketing: of hoe laat ik de mallemolen van vraag en aanbod nog zotter draaien, zodat niemand in de mot heeft dat marketing voor à lles een uitleg heeft. Maar jawel: iedereen doet mee, dus je mag als stad van betekenis niet achterblijven in het verkopen en bijsturen van inhoudelijke lucht.
Of heet dat perceptie, het troetelbegrip van de 21e eeuw?
Ik zou al blij zijn moest gent er in slagen de concentraties in buurten te doorbreken. Ideaal gezien: mensen van alle slag in elke straat, dat zou iedereen naar omhoog moeten trekken.
En meer sociale cohesie natuurlijk. Dat vooral.
Sociale cohesie wordt in Gent helaas vooral begrepen als sociale woningen/appartementen zo dicht mogelijk bij elkaar plakken..
Bedankt voor de uitvoerige post: het voelt alsof je er als lezer zelf bij was. Gentblogt is toch écht wel fantastisch!
Gent is een mensenstad, gekenmerkt door een mengelmoes van culturen, cultuuruitingen en mensen die allemaal verschillende dingen zijn en doen. Heel aanvaardbaar dat men naar de wereld toe een aantal kernwoorden wenst te gebruiken om onze stad te typeren, maar het zou niet slecht zijn te benadrukken dat Gent méér is dan de stad waar de kernwoorden voor staan. Het heeft geen zin te omzeilen dat Gent een stad is waar diversiteit in alle betekenissen van het woord hoog in het vaandel wordt gedragen. Een diverse, humane stad. Dat is wat ik zou gezegd hebben als ik aanwezig had kunnen zijn. Maar ik was al bezig met de drank in het gebouw van de Bond Moyson!
volledig mee eens, Els. Een stad is ook iets dat organisch groeit. Je kunt als overheid wel wat proberen bij te sturen waar nodig, maar ik zie nog altijd de meerwaarde van dit plan niet in. Eerst dringende zaken aanpakken (armoede, woningbeleid, mobiliteit, onderwijs),en dan pas de rest graag.
Echt waar, alle sympathie voor Termont. Het is de meest Gentse burgervader die ik me kan indenken. Wat echt een compliment is (vanwege een West-Vlaming dan nog..) Grappig, intelligent, weet wat er in zijn stad leeft, en veegt zijn kas af en toe aan de angsttaboes van de gemiddelde politicus. Met gezond verstand. Zo moet dat zijn.
Maar dat deze marketing-klucht nu de laatste keer mag zijn dat hij dat gezond verstand verloochent. Dit is geen inspraak. Dit is een plastieken versie van pseudo-democratie die vooral de innercrowd een avondje uit bezorgt. Met stembakjes voor holle slogans die het niveau van sms-programma van een doorsnee commerciële zender niet halen. Zelfs onze Gentse anarchie laat zich erdoor steriliseren. PDW toch! N-GA toch!
Alles wat Michel hierboven weergeeft, is algemeen geweten en kan je evengoed horen in een Gents café. Voor de min of meer democratische prijs van een pint. En een stuk geloofwaardiger…
Nog iets over die “rommelige volksheid”.
Ik word zowaar emtioneel als ik zoiets hoor.
Want Volksheid, dat is voor mij Gent, altijd geweest toch, ik zie ook wel dat het verandert, verdwijnt, stilaan. Gent wordt rijk.
17 jaar geleden stond ik als pas in Gent gearriveerd ‘broekje met melkmuil’al snel pintjes te drinken in de Karmeliet, niet op de Vlasmarkt maar wel nog in het Patershol, toen het Patershol nog een rommelig boeltje was. Maar man, keek ik mijn ogen uit. En dan, de kasseien van de vlasmarkt,en het verder verkennen, alles was nieuw nog, de markten, de Muide, Ledeberg, de rommelmarkten, de meetjes en de peetjes, ….
Gent is altijd een arbeidersstad geweest, ruw, rauw karakter. Een karakter dat me ligt. Een karakter waar het verleden nog voldoende in verweven zit. Dat nog niet volledig opgeleukt en afgeborsteld is…. Edoch, alles verandert. De bezem des tijds ( de bezem van het kapitaal) zwiept ongenadig, uiteindelijk draait alles rond immobiliën.
Gent is onderhevig aan een wetmatigheid wat dat betreft.
Eerst heb je de volkse en de quasi kansarme wijken, dan komen de kunstenaars en de hippies, die maken het leuk en charmant, dat ruiken de makelaars, de prijzen stijgen, er volgen trendy zaken, de huizen worden te duur, etc etc. een bekend verhaal.
Had ik in een design stad met een plastieken mentaliteit gewild dan had ik wel in Antwerpen gewoond :-) Geef mij maar Gent !
Hopelijk gaat die rommelige volksheid niet té snel verloren, zodat we er toch nog een paar jaartjes van kunnen genieten !
In de Karmeliet? Bij Wim? (Helaas zaliger.) Moar allez, dan moet ik u nog gekend hebben want ik zat daar ook alle dagen!
was toen echt wel nog piepjong ende verlegen wallpaperken.maar gezien hebben we het.:-)
Karmeliet, bij Jo eerder? Die dan verder de Karmeliet openhield in de voormalige Ekkentu, over de Charlatan. Anyway: ik heb er nog gewerkt toen ik 18 was, in de Karmeliet. Huug, onze wegens hebben zich al duizend keer gekruist:)))
Ook een mooi trefwoord: Gent, stad met karakter! We geraken er nog.
;-)
Tienstiens reageerde ook op dit spektakel. Het is te betreuren dat denken op lange termijn over je stad blijkbaar alleen via deze marketingstrategie kan…
Het is trouwens een gemiste kans voor Gent. Er is niks belangrijker dan op een participatieve manier met je burgers nadenken over de toekomst van de stad op lange termijn! Dat wordt hier gewoon belachelijk gemaakt. Het ondermijnt trouwens bestaande “good practices” die ook bestaan in Gent (zie bvb. de inrichting van enkele parken of de Haven- min of meer toch). Het lijkt alsof de Stedelijke overheid echt worstelt met participatieve democratie.
Los van de eventuele verheerlijking van participatie (problemen zoals democratische legitimiteit/ gelijke toegang/ asymmetrische machtsverhoudingen in participatieve netwerken, enz…), moeten we er ons toch bewust van worden dat dit naast de traditionele representatie steeds sterker deel zal uitmaken van beleidsvorming. Daarom is dit net zo cruciaal…
http://www.tienstiens.org/node/3223
Het is u blijkbaar ontgaan dat de stad nadrukkelijk de sociale kaart wil blijven trekken: tolerantie, armoedebestrijding, toegankelijkheid voor mensen met een handicap…
Als er één Gentse speler is die zich wentelt in elitair gedoe en een al te hoogdravend discours, is het wel TiensTiens. Neem mij niet kwalijk, hoor.
Kan tienstiens ook zijn waar verkopen/uitleggen met normale gentse begrijpbare woorden?
Wat verstaat een normaal mens van “symetrische machtverhoudingen in participatieve netwerken”:
in het gentsch : “ziever in pakskes”! Dat is een woordenschat voor vetbetaalde functionarissen die hun tijd vullen door dat van de andere te misbruiken!
Over heel dit probleem kan me heel goed zien dat onze burgemeester en ook onze schepenen het heel goed menen, maar ze zijn gewoon misleid door die Berenschotmensen die ze gewoon, zoals de meeste van onze noorderburen, met de grootste minachting onze mensen overtroefd hebben.
Ze lopen met ons geld weg en vertellen gewoon hetzelfde wat sommigen van onze “hoge beambten” hen wijsgemaakt hebben.
beste j.m. heb jij ook zo problemen met die rare woordenschat?
je moet die tekst van pascal eens omzetten in begrijpbare taal. voor iederen, en niet die paar zogezegd “met de mensen betrokkenen”, en ik geef ze nog het voordeel van de twijfel, personen die vanuit hun cursus, tekstjes halen.
participatie: iedereen mag meespreken.een goed woordje is inspraak.
good practitices: goed bestuur, stokpaardje van…,
nee, probeer nu eens in jullie teksten verklaarbare taal te gebruiken, (als vlaming die pas laat nederlands heeft geleerd, en heus niet vervalt in taalzuiverheid, vraag ik dat) maar voor veel mensen niet begrijpbaar. ik heb geleerd om met iedereen te praten, en dan kom je niet weg met engelse of sociologische begrippen.
beste pascal, ik bewonder de inzet van veel vrijwilligers, ondermeer om een tijdschrift als tiens.tiens in leven te houden. mijn hoed af. hendrik kent me.
maar wil je aub. je teksten laten nalezen door je bakker, onderbuur…..?
ze zullen niets van kracht verliezen, integendeel.
Wij anders zo spreek JM en Rony? Wij dan elkaar goed begrijp. Ik boodschap door geef aan Pascal. LOL
wij ook verstaan dat batavaren ons niet goed begrijpen. meestal is teken geven met handen en voeten genoeg. slecht te zien met lettertjes.
ook lol.