Claus’ haat-liefde met Gent
‘Met bochten keer ik steeds terug naar het moederdorp’
Hugo Claus had sterke banden met Gent. Niet alleen omdat hij lang en op diverse plekken in Gent heeft gewoond, hier familie heeft, maar ook omdat zijn oeuvre diepe wortels heeft in de stad. Toch was het een haat-liefdeverhouding. Gent was soms te klein voor het buitenmaatse talent van Claus.
Lees meer bij De Gentenaar
© 2008 GENTBLOGT VZW
Boeiend overzichtsartikel over Claus en Gent.
Ongetwijfeld zal er nog meer hierover verschijnen.
In afwachting toch nog maar eens De Oostakkerse gedichten uit 1954 vermelden (ook daar heeft Claus gewoond, toen Oostakker nog niet bij Gent hoorde). Het is die bundel die mij als studerende tiener in de jaren 70 de poëtische woorden leerde beschouwen of ik citeer uit de opdracht:
“Woorden openen de beschouwing
Als messen de huid.”
En evenzeer, naast zijn onvolprezen romans, van De Metsiers, Het verlangen, Het verdriet …, De geruchten leerde ik ook zijn theatertaal in Gent kennen onder meer in het toenmalige (1984-1985) Arca, met de theaterbewerking van de novelle De verzoeking: een waarheidsgetrouwe, onverbloemde gedachtenstroom van een non, waar het voor de jonge peuter Claus op kostschool allemaal mee begon. Gent, Vlaanderen en België heeft hij door zijn kunstzinnige taal op de internationale kaart geplaatst.
Bij mijn weten is zijn laatste werk te zien in de in december 2007 voorgesteld bibliofiele uitgave (onder meer van de Gentse Ergo Pers) Licht overal met twaalf gedichten van zijn vriend Cees Nooteboom en 4 inkttekeningen van Hugo Claus zelf.
Nog uit de Oostakkerse Gedichten:
“Soms valt het licht de mensen licht te
Grijpen lijkt het.”
Het ontbreken van de Oostakkerse gedichten valt inderdaad op in dit interessante overzicht. De reden van zijn verhuis naar Antwerpen heeft vooral te maken met het feit dat hij zich op latere leeftijd ook als manager voor zijn eigen werk poogde te profileren. De groep (sommigen noemen het een kliek) rond Herman De Coninck en Benno Bernard bepaalde immers wie “in” was en wie “out” in het literaire landschap.
De reden waarom de naam Oostakker niet voorkomt in het artikel is vermoedelijk te wijten aan het feit dat Hugo Claus daar nooit heeft gewoond, toch niet officieel.Dit blijkt uit het artikel van R. Poelman “Woonde Hugo Claus te Oostakker?” in het Heemkundig Nieuws, jg 8, nr.1, 1980, p.11-13 en uit het boek “Hugo Claus 65″ van Johan Decavele (1994)
Het zit zo: de ouders van Hugo Claus, nl Jozef Claus en Virginie Vanderlinden woonden bij de geboorte van Hugo (°Brugge 5/4/1929)in Kortrijk. Andere kinderen zijn Guido (1931), Odo (1935) en Johan (1938).
Hugo zit eerst op pensionaat in Eke bij Gent en nadien in Aalbeke bij Moeskroen.Van 1939 tot 1942 volgt hij college en Atheneum in Kortrijk, waarna hij academie en Handels en Taalinstituut volgt te Gent.In 1945 verlaat Hugo het ouderlijk huis te Kortrijk en woont achtereenvolgend op een hoeve in Sint Martens Leerne en bij zijn grootmoeder in Astene bij Deinze,. In 1947 gaat hij werken in een suikerfabriek in Noord Frankrijk en van 1948 tot 1952 woont hij op de bovenste étage van het Hotel de Londres op de dijk te Oostende. Tussendoor (1949-1950) doet hij zijn legerdienst en zit hij ook in Parijs ( april 1950) met Elly Overzier waarmee hij in 1955 trouwt. In 1953 schrijft hij zijn “notities voor een Oostakkerse cantate” die in nummer 17 verschijnen van het tijdschrift “Tijd en Mens” en de oerversie vormen van de in 1955 apart uitgegeven “Oostakkerse gedichten”
Ondertussen vestigden zijn ouders zich te Gent De Pintelaan 27 en verhuizen ze op 11 september 1952 te Oostakker-Lourdes, Koestraat 23 (sedert 1981 Slotendries). In de bevolkingsregisters is er echter enkel sprake over de vader die van Gent naar Oostakker verhuist. Noch de echtgenote noch de kinderen worden vermeld. De jongste zoon Johan is van 1952 tot 1953 nochtans ingeschreven als leerling bij de Broeders te Oostakker-Lourdes als wonend op adres Koestraat 21, Oostakker. De andere zoon Odo wordt op 7 november ingeschreven bij zijn vader in de Koestraat en was voordien gedomicilieerd in de Stropstraat 23 te Gent. Op 16 februari vestigen vader Claus en zoon Odo zich te Gent, Burgemeester Lippensplein 7. Over de andere gezinsleden wordt opnieuw met geen woord gerept in de bevolkingsboeken.
H. Poelman concludeert als volgt: ” Het enige wat we dus voorlopig met zekerheid kunnen zeggen is dat de vader van Hugo Claus te Oostakker gewoond heeft van augustus 1952 tot februari 1953. Volgens de Oostakkerse bevolkingsregisters heeft Hugo Claus zelf nooit te Oostakker gewoond. Hij kan er dus hoogstens met tussenpozen tijdelijk verbleven hebben.” Blijbaar voldoende om er een dichtbundel naar te vernoemen.
Tussen 1955 en 1964 woont Hugo Claus op de Predikherenlei 13, 3de verdieping (nadien galerij Sonnesael-De Wulf) te Gent en nadien op een hoeve van 1720 te Nukerke, Tenhole 16. Na Nukerke beginnen zijn avonturen te Amsterdam en te Parijs (met Kitty Courbois en Sylvia Kristel) om in 1977 terug te keren naar Gent op voor mij onbekend adres(“een oude zeer smaakvol ingerichte patriciërswoning aan de oever van een Leiearm rechtover de oude brouwerij Meiresonne te gent”, Humo 21/9/1978). Tussen mei 1984 en augustus 1986 woont hij op de Kasteellaan 166 (nadien 170) en vervolgens eveneens te Gent op de Sint Jansvest 26A met Veerle de Wit waarmee hij op 12/6/1993 huwt. In 1994 verblijft het gezin Claus in Lange Lozanastraat 26, 2018 Antwerpen doch met officieel adres in de Franse Provence.
Ge zijt ne schat! Ik was hopeloos op zoek naar zo’n overzicht.
Dat is nog eens degelijke informatie; tot hiertoe nog in geen enkele krant of website gelezen. Prachtig !
Dat is een “uitgebreide toelichting”. Bedankt Arthur.
Mooi stuk van KvK ook trouwens.
Zou Claus niet op de hoogte geweest zijn, langs zijn broer om, van het beruchte pedofilie schandaal van de broeders te Oostakker en heeft hij dit nergens verwerkt in een of ander boek?
Hugo Claus was ook een amateur van Gentse huizen en had wel iets voor immobilien. Ik kan mis zijn, maar heel zijn familie woonden in panden eigendom van Hugo.
Ook is er een droevig feit: een prachtig pandje langs de Lieve, tussen het Zilverhof en het kanaaltje was in de jaren 70 van hem. Dat huisje werd door verschillende Gentse kunstenaars als o.a.Armand Heins en Willaert(als ik me niet vergis hing deze schiderij in het kantoor van Sas van Rouveroij als schepen van cultuur). De site was echt schilderachtig, maar verviel in een paar jaar tot een ruïne en werd gesloopt: dan werden daar kippen en eenden op gekweekt in de viezigheid.
Het heeft me altijd verwonderd dat een man met dergelijke culturele achtergrond en met ambitie dit kon laten gebeuren.
Nu staat daar een eenvoudig appartementsgebouw.
Het is opmerkelijk dat nergens in het verloop van Hugo Claus’ leven de buurt van het Prinsenhof vermeld wordt.
Merci Jean Marie (dat rijmt). Hugo Claus in het Prinsenhof mag zeker niet vergeten worden , want dat waren zijn hoogdagen (dat sluit aan op het verblijf van wijlen Wim De Craene)