Een blauwe gloed verwarmt onze stad: KAA Gent
Elke ochtend voltrekt zich hetzelfde ritueel. Door de luidsprekers van de auto weergalmt de Buffalomars. We zijn op weg naar de kribbe. “A!R!A!G! ‘t Es den AG de hier moet winnen!†Op de achterbank doet mijn zoontje duchtig mee. Hij roept en klapt met zijn kleine handjes. Hij, bijna twee jaar oud en minstens even verstandig als zijn pa, weet dat voetbal de belangrijkste bijzaak ter wereld is. En dat er iets op til is: “A!A!È!†– hij bedoelt AA Gent – speelt zondag de bekerfinale.
We passeren de aftelklok op de Charles De Kerchovelaan. Brian Ruiz kondigt met een verbeten indianenblik de grote dag aan. 18 mei 2008. Heel Gent achter de Buffalo’s! Nog vier dagen. Nog drie keer slapen. Slapen? Woelen. Af en toe dromen. Van dat foeilelijke stadion onder het Atomium. Van de massa Gentse supporters die naar de hoofdstad trekken. Van ‘t Vliegerke gezongen door twintigduizend Gentse kelen. Van Dominic Foley die de cup in de lucht steekt. Dromen. Nog vier dagen en KAA Gent kan geschiedenis schrijven. Onze club heeft immers niet zo’n indrukwekkend palmares. De voetbalsectie van de ‘Association Athlétique La Gantoise’, die in 1900 werd opgericht, moet het zonder landstitel stellen. De enige prijzen die de Buffalo’s wonnen waren twee bekers. In 1964 en 1984. Twee finales, twee bekers. Geen twee zonder drie.
Voor het voetbalbedrijf KAA Gent is de bekerfinale een geschenk uit de hemel. Na tien jaar saneren – de club dichtte en put van zo maar eventjes 1 miljard Belgische frank – lijken de vette jaren aangebroken. De poorten van het Ottenstadion kregen het voorbije seizoen op wedstrijddagen meer dan tienduizend supporters te verwerken, waaronder een recordaantal abonnees. Door een speling van het lot spelen we komend seizoen al minstens (de laatste voorronde van) de UEFA-cup. Commercieel zit de Gantoise op een wolk. Er broeit wat in Gent. De slapende reus wordt wakker.
Dat merk je ook in de straten van onze stad. Voor het stadhuis dagen vijf blauwwitte vlaggen parmantig de officiële vaandels uit. De prachtige Sint-Baafskathedraal wordt op de hoogdag getooid met een gigantische Buffalovlag van 6 op 6 meter. De Kerk levert overigens nog meer inspanningen. In Eke wordt zondag een Buffalomis gevierd. Op het Sint-Pietersplein, klaar voor een uniek voetbalfeest, wacht de prachtige gevel van de Sint-Pieterskerk in blauwe gloed op de aankomst van de cup en worden de klokken alvast gesmeerd. Voetbal, volksreligie, volkscultuur. Op de speelplaatsen van onze scholen heeft blauw en wit eindelijk de zwartblauwe franjes verdreven. Her en der duikt een door moeder als vermist opgegeven laken op, beklad met een icoon of een schreeuwerige tekst. Voetbal wordt artistieke expressie. We zijn klaar voor de grootste Gentse daguitstap ooit. Twintigduizend supporters trekken zondag op meer dan 250 bussen, op treinen en in een oneindige sliert personenwagens naar de Heizelvlakte. Dit wordt onze dag. Onze Slag.
En toch, in de Bruiloftstraat werd daags na de kwalificatie amper geloofd dat de aan Gent toegewezen kaartjes zouden verkocht geraken. De verkoop verliep dan ook – hoe zou ik het omschrijven – ongelukkig. Seizoenskaarthouders schoven uren aan om een kaart te bemachtigen. Als je heel goed wist waar je in het stadion wilde zitten volgde wel eens het antwoord:“Die vakken worden nog niet verkocht mijnheer, kom later nog eens terugâ€. Toen de twintigduizend kaartjes na amper vijf dagen allemaal verkocht bleken te zijn, speelden zich aan de loketten schrijnende taferelen af met in de hoofdrol wenende moeders en woedende vaders. Sommige supporterverenigingen dienden tot enkele dagen geleden af te wachten of hun gereserveerde zitjes ook daadwerkelijk beschikbaar waren. Met alle respect voor het harde werk van velen: deze finale legt ook de groeipijnen van een topclub in wording bloot. Na het saneren is het nu hoog tijd om te investeren.
De toekomst oogt mooi voor KAA Gent. Maar de weg naar de top is nog lang. Eén discussie is intussen wel beslecht. Niemand die nu nog de vraag durft te stellen of het nieuwe Arteveldestadion ooit gevuld zal raken. De vraag is nu: zal de nieuwe tempel niet snel te klein zijn?
© 2008 GENTBLOGT VZW
*touched*
als warmmaker kan dit wel tellen!!
*spannend*
Is Dominic Foley familie van de Foley’s van de Ierse Pub(s)? Aan Foley’s Irish pub hangt een spandoek uit en als Gent wint en Dominic scoort is er aldaar heel de nacht gratis bier..bovendien leggen ze een bus in met een heel programma.
Ha! Goeie vraag maar het antwoord is neen. Hoewel de Kelten allen verwant zijn natuurlijk. Toch is het een ongelofelijk toeval dat er één Ier in België en dan nog in Gent speelt en dat wij een Ierse pub hebben met die naam. Ik weet dat ze met drie bussen vrolijke Ieren naar Brussel trekken, er een mooi spandoek hangt aan de desbetreffende pub en dat Ieren altijd feesten, zelfs bij verlies. Het zal dus zeker de moeite zijn om na de festiviteiten op het Sint-Pietersplein eens naar daar af te zakken.
Prachtig en zeer herkenbaar stukje blogwerk trouwens mijn blauw-witte felicitaties aan de auteur!!!
Knap stukje tekst!
Iedereen achter de Gantoise!
@ Eve: ik heb hem daar wel al aan de toog zien zitten. Leek mij één van de minst arrogante voetballers van het Westelijke halfrond.
Het wijze opperhoofd heeft gesproken !
Schitterend… Het water komt al in mijn mond voor zondag! Dit wordt ONS moment, het Gentse moment!
wat nen peptalk
Inderdaad, de ‘Slapende Reus’ wordt stilaan wakker…