Studentenkoten – duur en smerig?
U las het waarschijnlijk al in onze actua. Animo Stugent kiest het smerigste kot van Gent.
Iedereen die op kot geweest is of op bezoek bij vrienden die op kot zitten, kan ongetwijfeld maagomkerende anekdotes vertellen over welke smerige en vuile zaken die ze gezien of meegemaakt hebben. Een fornuis waar een bioloog prijzen mee kan winnen inzake onderzoek naar microbiodiversiteit, electriciteitsdraden die blootliggen op gevaarlijke plaatsen, onafgewerkte of gewoon vervallen muren, vloeren, afbladerende plafonds, natuurlijke aircosystemen, wc en douche buiten in hartje winter, ongewenste bezoekers in het afval…
Je kan het zo gek niet bedenken of iemand heeft zo geleefd of heeft iets meegemaakt of van horen vertellen.
Eerder al lanceerden wij een oproep naar jullie kotverhalen. Uiteraard zijn deze inzendingen nog steeds welkom, maar vandaag willen wij graag jullie ervaringen weten in verband met de kwaliteit van de koten. Leven jullie in smerige koten of zijn ze gewoon vervallen en aan hun lot overgelaten, worden kapotte zaken slechts amateuristisch en zo goedkoop mogelijk hersteld zonder oog voor esthetiek en comfort? Moet je er bovendien een te hoge huurprijs betalen? Of zijn die eerstejaarsstudenten niet meer behoorlijk opgevoed en moet je alles achter hun gat opruimen? Moet je er bepaalde knagende huisdieren zomaar bijnemen?
Of zijn al die verhalen uit de lucht gegrepen en woon je op een kot dat netter is dan pakweg het Marriott?
Zelf heb ik in een andere stad gewoon op een kot met zeker 30 medestudenten gezeten. Maar meer dan vieze douches en wc’s en vooral een smerige keuken om sigaren in te roken terwijl we pokerden heb ik daar niet meegemaakt. In mijn allereerste stekje in Gent waar ik tot voor kort heb gewoond, lag de inrit van de gemeenschappelijke parking vol met vuilnis. Ivago had na de zoveelste verwittiging de containers laten weghalen waardoor alle vuilniszakken gewoon op de inrit opgestapeld lagen en bepaalde buurtbewoners zelf ook hun vuilnis bij smeten. In onreglementaire zakken, dat begreep u ondertussen wel. Een zootje is het daar sinds enkele jaren. En mijn raam keek er op uit. Gelukkig bleef de stank en geurhinder wonderwel beperkt. Helaas sloeg het noodlot toe die paar weken voor mijn definitieve verhuis naar betere Gentse oorden.
Op een van de eerste zonnige dagen van het voorjaar keek ik fris en monter naar buiten en zag een schattig wit snoetje koekeloeren vanuit de blinkende velg van mijn pimpcar. Het zat gezellig de ochtendlucht op te snuffelen en ik dacht eraan rap mijn camera met zoomlens te pakken, maar ik vreesde dat het beestje van mijn onverhoedse bewegingen zou schrikken en toch verdwenen zou zijn voor ik ook maar zou kunnen focussen. Opeens verdween het beestje ik dacht nog, verdikke, ‘t lijkt wel of hij in mijn auto gekropen is.
Ik zag niets verkeerds toen ik het even ging checken. Tot ik later die dag naar huis vertrok.
Het lampje van mijn uitlaatcontrolesysteem brandde en minstens driekwart van mijn vermogen bleek verdwenen te zijn. Ik dacht, verdikke, ze hebben dat niet goed hersteld, want enkele weken daarvoor was me hetzelfde overkomen toen ik van Leuven naar Antwerpen wou rijden. Aan mijn stevige medepassagier kon het toen alvast niet gelegen hebben dat mijn wagen niet meer trok. De garagist had toen een nieuwe kleppenkop gestoken. Thuisgekomen opende ik toch maar eens de motorkap en wat zag ik en wat rook ik vooral. Enkele gebakken rattenkeutels aangebakken op mijn motorblok en toen meteen die beschadigde kabel. Het windsel doorgeknaagd, het kabeltje bloot en twee ervan doorgeknaagd en enkele aangevreten.
Mijn garagist zag meteen dat ik met beestjes zat, ondanks het feit dat ik daar met geen woord over repte. Toen ik de nieuwe syndicus nog eens wou mailen, kreeg ik zoals altijd een mail dat het e-mailadres onbestaande was en mijn faxen over het sluikstorten en hun dreigen met boetes waren eerder ook al onbeantwoord gebleven. Bellen heb ik nooit gedaan, maar toch. Blij dat ik daar weg ben. In de laatste weken dat ik daar woonde, heb ik dat witte ratje nooit meer gezien, maar wel een platgereden uitgedroogde rat en een hoop andere bruine smerige ratten die mekaar achterna zaten tussen de geparkeerde wagens en een keer sprong er een rat weg vlak voor mijn neus toen ik mijn vuilniszak op den hoop wou gooien.
U hebt nog straffere verhalen? Vertel op!
Laat het ons weten op het redactieadres. Uiteraard is illustratief materiaal leuk meegenomen.
© 2008 GENTBLOGT VZW
Die 15 wooncontainers die het stadsbestuur koopt zijn er dus geen te veel.
integendeel, denk ik zo.
het is niet de meest esthetische oplossing, alhoewel, maar dan gaan er een pak mensen toch geholpen mee worden.
wat hebben die containers nu te maken met studentenkoten?
heel simpel: zet op alle vrije ruimten van die blokjes, verhuur ze aan een minimale huur, doe controle bij die huisjesmelkers, sluit ze, en je zal eens zien wat een renovatiegolf zal ontstaan. komaan, mijn dochter woont in een schuif en betaalt er ook voldoende voor. gemeenschappelijk sanitair, keuken….ze weet het niet, maar ik ben gaan kijken: ik woonde in mijn citeetje,45jaar geleden, properder. daar krijg je geen chinees in. overdreven, dat weet ik wel, maar hoe mensen, en niet alleen studenten, moeten leven in onze rijke maatschappij, gaat mijn pet te boven.
Super (tijdelijke) oplossing:
http://www.blikopnieuws.nl/bericht/11540
Mjah, vooral een tijdelijke oplossing, maar natuurlijk met het risico dat ze permanent wordt…