Over Gaius Antonius en Gent. Een vertelselke

zondag 17 augustus 2008 13u35 | Veerle | 2 reacties
Trefwoorden: , , , .

Oeps. Ik heb jullie blijkbaar wat verwaarloosd want ik merkte net dat het al veel te lang geleden is dat ik jullie nog een vertelselke bracht over onze stad. Dringend tijd dus om daar iets aan te doen. Het is er in deze donkere zomer helaas zelfs het moment voor, om dicht bij elkaar te gaan zitten en naar verhalen te luisteren.

Weet u hoe onze stad eigenlijk aan haar naam gekomen is? Vergeet even wetenschappelijke en etymologische verklaringen over monding of samenvloeiing en luister eerst naar de eeuwenoude verhalen die zo lang van generatie op generatie overgeleverd werden maar nu veelal vergeten zijn. Want ik vond er zowaar zelfs twee over (nog afgezien van de verwijzing ernaar in het vertelselke over de Heilige Veerle). Aangezien er bij volksverhalen vanzelfsprekend geen sprake kan zijn van wie al dan niet gelijk heeft, zal ik ze allebei vertellen.
Vandaag krijgt u het eerste (en oudste).

Dit verhaal voert ons terug naar de tijd van het Romeinse keizerrijk, toen Gaius Antonius aan het hoofd van zijn legioen op weg was naar het kille, vlakke land in het noorden, dat de roemruchtige Julius Caesar veroverd had. Hij werd vergezeld door zijn jonge, bevallige echtgenote, Cesarina, en voor haar huwelijk het mooiste meisje aan het keizerlijk hof. De manschappen waren in het verre, zonnige Rome vertrokken en marcheerden in weer en wind over steile bergen en glooiende heuvels. In het najaar bereikten ze eindelijk hun doel: de plaats waar zij zich op bevel van Rome moesten vestigen, de plek waar de Legia, de lieflijke rivier, haar water in de statige Scaldis liet stromen.

Het legioen sloeg zijn tenten op en de manschappen genoten van de rust na de lange en zware tocht, terwijl Gaius en Cesarina regelmatig gingen wandelen om van elkaars nabijheid te genieten. Op een mooie herfstavond stonden ze op een van de nabije heuvels en zagen het water van Legia en Scaldis vreedzaam glinsteren in de stralen van de ondergaande zon. Terstond besliste Gaius Antonius dat op die plek een stad moest komen.
Ondernemende mannen zoals de Romeinen waren, gingen ze aan de slag. Er werd een kasteel voor Gaius gebouwd en verblijven voor de soldaten en huisjes voor de plaatselijke bevolking. Want al spoedig vermengden beide groepen zich. De plaatselijke bevolking dreef graag handel met die ondernemende zuiderlingen en alras werd er ook gehuwd tussen knappe Romeinen en schone maagden uit de streek.

Ondertussen was het kasteel van Gaius voltooid. Hij was zo fier dat hij de afkorting van zijn naam in de gevelsteen boven de toegangspoort liet beitelen: G.ANT (Gaius Antonius). Dat werd natuurlijk al gauw aaneengesmeed tot Gant, wat later verwerd tot Ganda en nog later Gent.

Voilà, nu weten we het waar de naam Gent vandaan komt. Of misschien ook niet. Want binnenkort vertel ik het andere verhaal (en ik beloof plechtig dat ik nu niet zo lang meer zal wachten).

(Gebaseerd op:
Gentianen. Een resem oude Gentse sagen, samengesteld door dr. Paul de Ryck. Gent, Dienst voor Toerisme, 1955, pp. 10-11 (heruitgegeven door en te verkrijgen bij De Geschiedkundige Heruitgeverij)

© 2008 GENTBLOGT VZW

2 reacties »

  1. Reactie van Frans

    Zo’n vertelselke bevestigt hoe dicht Gent bij Antwerpen ligt. Immers, die “Gant” (handschoen) past misschien op de hand van de reus Antigoon, die een collega van Gaius Antonius, Brabo, afhakte en in de Schelde wierp.

    • Reactie van Roland

      Zoals Pontius Pilatus zijn handen in onschuld waste, heeft die Antwerpse Romein na zijn snode daad zijn handschoen (Gant) zover weggesmeten dat hij op de samenvloeing van Schelde en leie terechtkwam. De nederzetting op die plaats werd voortaan Gant genoemd, wat later resulteerde via Ganda in Gent.
      Dus Veele, je vervolg wordt dan nummer drie i.pl.v. nummer twee. (lol).