Gram Parsons in Gent
Vrijdagavond 19 september 2008 was Gram Parsons op de kop af 35 jaar geleden overleden. Democrazy deed een tribute in Minnemeers, één van hun semi-vaste stekken dit jaar.
Gram Parsons speelde bij The Byrds (die u ongetwijfeld kent van de Dylan-song Mr. Tambourine Man), en bij The Flying Burrito Brothers, die u vermoed ik niet kent. En toen speelde hij solo met zijn protégé Emmylou Harris, die u wellicht wél weer kent.
Hij heeft niet veel muziek achtergelaten, Gram Parsons. Een paar albums, een stuk of wat songs. Parels als Sin City of Return of the Grievous Angel, prachtige covers als Hickory Wind of Love Hurts.
Ik stop even om u de kans te geven de links hierboven te volgen.
Gram Parsons werd voor eeuwig zesentwintig toen hij in 1973 in een hotelkamer in Joshua Tree net één cocktail van drank en drugs te veel deed.
Er zijn zo een aantal what ifs in de muziekgeschiedenis. Wat als Buddy Holly gewoon met de bus naar Fargo was gereden? blijft een favoriet, maar Wat als Gram Parsons evenveel geluk had gehad als zijn vriend Keith Richards? komt toch behoorlijk dicht in de buurt. Zesentwintig, en wie weet wat we nog hadden kunnen horen, met wat meer geluk (of beter: met wat minder stommiteit–het blijft zijn eigen stomme schuld natuurlijk).
Ondertussen: niet veel muziek achtergelaten, maar geen country rock zonder Parsons. Niet één hit tijdens zijn leven, maar zijn invloed blijft tot nu nazinderen van (uiteraard) Emmylou Harris en The Rolling Stones over R.E.M. tot pakweg Elvis Costello en The Lemonheads.
…en dus vrijdag een hommage. NT2 Minnemeers (heet dat nog zo?) was stemmig aangekleed: discobol, bar, wulps glooiende tijgervellen zetels, en DJ Willie die volledig onopdringerig de perfecte muziek bracht om de langzaam voller lopende zaal in Gram Parsonsland te krijgen.
Chitlin’ Fooks–Carol Van Dijk (toen Bettie Serveert) en Pascal Deweze (toen Metal Molly)–maakten begin de jaren 2000 twee platen, en verdwenen daarna blijkbaar van de internetradar. Ik beken deemoedig dat ik er helemaal nog nooit van gehoord had, maar ik zeg er meteen bij dat ik die twee platen toch maar eens op ga zoeken. Ingetogen, geen playback- of kitsch-americana, maar doorleefd en eerlijk: ‘t was in orde.
Ze hadden maar drie liedjes voorbereid, bleek dat ze tijd hadden voor vier. Jammer.
The Partchesz sloten wonderwel aan bij Chitlin’ Fooks. De geplogenheden van het genre, wellicht, en het repertorium. Misschien ook omdat het net als Chitlin’ Fooks een zijproject is, en dat Nathalie Delcroix (Laïs) en Bjorn Eriksson (van onder meer Admiral Freebee) er precies kunnen doen waar ze zin in hebben zonder zich van veel te moeten aantrekken.
The Flatlanders’ Tonight I’m gonna go downtown, negentiende-eeuwse klassiekers (de murder balled Banks of the Ohio, de traditional In the pines), een versie van Sleepless Nights heel dicht bij die van Gram Parsons en Emmylou Harris: uitgeklede country, de essentie van de essentie.
Daan specialiseert tegenwoordig zowat in hommages, lijkt het wel. Hij deed al dingen met Ken Nordine ten tijde van Dead Man Ray, coverde There you go van Johnny Cash in De Laatste Show, en wat hij op Bobbejaan Schoepen’s laatste plaat deed was ook al dik in orde.
Vrijdag stond Daan alleen op het podium. Een man, zijn gitaar en zijn stem. Goed, daar niet van–Daan’s stem, daar kan het niet verkeerd mee gaan–maar ik zou het nog vele keren beter gevonden hebben zonder het gefiedel met de effectenpedalen, dat bij tijden echt storend was.
Alweer een heel korte set, afgesloten met een versie van Wild Horses, geschreven door Mick Jagger en Keith Richards voor The Flying Burrito Brothers.
Daan werd gekledingsponsord, trouwens: wat hij aanhad was een op Bobbejaan’s maat gemaakte originele Nudie, net zoals Gram Parsons er ook had.
* *
De hoofdact van de avond was The Cowboy Angels. De naam komt van het refrein van Return of the Grivous Angel, het initiatief is van “schrijver, zanger, journalist en liedjesdichter” Yurek Onzia, die een rist vrienden en muzikanten verzamelde om hulde te brengen aan Gram Parsons.
Pedal steel guitarlegende Jef Marinus opende met het themamuziekje van Once Upon a Time in the West, en de toon was meteen gezet. Respectvolle covers, uitstekend tot degelijk gespeeld.
Het slechte nieuws eerst: wat ze spelen is machtig mooi, maar ofwel moet Yurek Onzia beter werken aan zijn bindteksten, ofwel moet hij ze wat korter maken, ofwel moeten ze de muziek laten doorspelen. Want om de vier minuten alles gedurende twee minuten platleggen om in het Nederlands een wat knullige mededeling te krijgen, dat is redelijk dodelijk voor de suspension of disbelief.
En ook: de drie meisjes van Laïs, die elk individueel zo ongeveer om beurt een nummer kwamen meezingen, die deden dat absoluut niet slecht. Maar het klopte niet altijd. Ik vermoed dat het aan de meisjes van Laïs ligt, want op de (te) weinige liedjes waar zangeres/gitariste Iris Smithuis mee mocht zingen, klonk het er wél plets op.
Geen klachten, voor de rest. Weinig vernieuwend, maar dat verwachtte ook niemand. De grote klassiekers waren er — Christine’s Tune (Devil in Disguise), een ingetogen One Hundred Years From Now, Return of the Grievous Angels (compleet met historische noot en “opgelet, nu gaat het over Elvis” erbij), Sin City (opnieuw met de achtergrond erbij verteld), Hot Burrito (#2 en #1), Love Hurts, Dark End of the Street — naast een resem (mij, in alle geval) minder bekende nummers.
Een bloemlezing uit Gram Parsons’ solo-werk en zijn jaren met The Byrds, The Flying Burrito Brothers, zijn duetten met muze Emmylou Harris, en covers van Gramfavorieten zoals James Carr, The Everly Brothers, George Jones, The Carter Family en The Rolling Stones: dat is wat Democrazy beloofde. En Democrazy heeft woord gehouden.
Het was mooi. De afwezigen, en jullie waren helaas met meer dan een paar, hadden ongelijk.
The Cowboy Angels XL featuring Laïs zijn in februari en juni 2009 nog te zien. Zie www.myspace.com/thecowboyangels voor meer details.
Foto Gram Parsons © Jim McCrary
© 2008 GENTBLOGT VZW
Gelukkig was jij er wel