Quills

maandag 27 oktober 2008 14u10 | josie | reageer
Trefwoorden: , , , , .

Het winteruur zorgt voor vreemde effecten, zo zit ik op een zondagochtend al om 8u45 achter de pc, in pijama weliswaar, driftig te typen over de Markies de Sade. Iets wat je toch veeleer in het duister van de nacht verwacht te doen dan in het nuchtere ochtendgrijs. Maar alles voor Gentblogt, nietwaar!

In Quills, het theaterstuk dat ik zaterdag zag in Vooruit en dat in 2000 werd verfilmd met oa Kate Winslet, Michael Caine en Joaquin Phoenix in de hoofdrollen, wordt niet het historisch correcte verhaal van de Markies de Sade verteld, maar fantaseert toneelauteur Doug Wright over wat er zou gebeuren als de Sades verhalen over gruwelijke driften zouden ontsporen.

De Markies (Peter Gorissen) zit opgesloten in Charenton, een psychiatrisch ziekenhuis, waar de menslievende Abt de Coulmier (Robbie Clieren) tegen de opvattingen over geestesziekte van die tijd in, de patiënten probeert te verbeteren aan de hand van ondermeer cultuur. Dat is niet naar de zin van de vrouw van de Sade (Sofie Sente) en haar ‘handlanger’, Dr. Royer-Collard (Luc Nuyens), die eisen dat de Markies zijn schrijfveer voorgoed neerlegt en de maatschappij niet langer bezoedelt met zijn verderfelijke fantasieën. En als dat niet kan op een zachte manier, dan maar de harde aanpak!

Quills is met zijn bijna twee uur best wel een lang stuk, met vrij veel lange dialogen. De Markies gaat maar al te graag verbaal het gevecht aan met de abt, probeert hem ervan te overtuigen dat hij met zijn verhalen in feite niets verkeerd doet. Ook tussen de abt en de dokter heerst er een spanning, aangezien zij verschillen in mening over hoe je zo’n markies dan wel moet aanpakken.

De dialogen zijn knap, een steekspel met woorden, en vooral Peter Gorissen speelt zijn rol voortreffelijk; hij leest voor uit zijn verhalen, voorzien van monkelende lachjes, en gaat de confrontatie met de abt aan op een zeer overtuigende manier, ook al zit hij bijna twee uur op een klein hoekje van het podium, de helft daarvan dan nog poedelnaakt.

Het enige minpuntje is misschien net die lengte van de dialogen, waarbij je als toeschouwer soms je aandacht voelt verslappen en in je stoel begint te schuifelen.

In de tweede helft van het stuk wordt er echter zo veel spektakel op het podium losgelaten, dat je aandacht weer stevig gegrepen wordt. Er komen grappige, zelfs absurde noten in het stuk, en de zaal begint voorzichtig te lachen. Je gaat als toeschouwer weer meer gefascineerd kijken, en probeert het komische, de stukken die compleet over the top zijn, te plaatsen binnen het serieuze kader van de rest van het stuk.

Zo ontstaat pure horror wanneer de martelscène uit een verhaal van de Markies wordt uitgebeeld door twee acteurs met veel rode verf en dramatische muziek. Of wanneer er plots afgehakte ledematen in het spel zijn… Maar een half uurtje later verschijnen er engeltjes op het podim (of zijn het nu gezanten van Satan), slaat de abt aan het zelfkastijden en het stuk eindigt met de Markies die een stukje puur Hollands levenslied brengt. Over contrasten gesproken…

Toch werkt de voorstelling. Je wordt als toeschouwer ondergedompeld in een bloederig bad vol verschillende indrukken. Is de abt nu een doodbrave humanist, of een zelfkastijdende beul? Is de arts bezig met het welzijn van zijn patiënten, of met het proberen controleren van zijn promiscue echtgenote? Is de vrouw van de Markies begaan met de slachtoffers van haar man, waaronder zijzelf, of met haar sociale status? Wil ze hem achter de tralies omdat het beter is voor iedereen, of omdat ze dan zelf beter af is? Is de Markies de Sade echt een gezant van Satan, of schuilt het kwade evenzeer in zij die lezen en interpreteren als in hij die schrijft? Waar eindigt de verantwoordelijkheid van de schrijver en waar begint de verbeelding van de lezer?

Quills van de Roovers, gezien in Vooruit op 25 oktober 2008.

© 2008 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.