Romain even terug in zijn Minard

donderdag 5 februari 2009 13u27 | Veerle (tekst), Luc Monsaert (beeld) | 1 reactie
Trefwoorden: , , , , .

Ik ben er nooit geweest toen hij er nog speelde.
Ik heb nooit “den groene rideau mee plekke en zoender flosjen, die openging á l’italienne” gezien.
Ik heb nooit live genoten van Romain Deconinck (1915-1994) en zijn Beren, noch in de Minard, noch elders, toen ze moesten uitwijken na de sluiting van zijn geliefde schouwburg in 1988.
Aanvankelijk was ik te jong om het belang ervan in te schatten en later kwam het er niet van en nog later was het te laat.
Ik heb hem wel op televisie gezien, heel lang geleden, met een opvoering van zijn hilarische Bij Tante Wanne, en met De Kolderbrigade. En aangezien vroeger bij ons thuis steevast naar Radio 2 geluisterd werd, staat zijn mopjesprogramma De Peperbus ook in het geheugen gegrift.

Vorige zaterdag was hij terug en zag ik hem in levenden lijve. Ok, hij was voor het gemak even in de huid van Luk De Bruyker gekropen.
Maar hij was het, onmiskenbaar.
Romain Deconinck in zijn Minard, tussen zijn publiek. Want ook dat was talrijk opgekomen. Speciaal voor hem. En ze knikten instemmend en haalden herinneringen op.

nelieuwmeetande

Romain gaf een “miesterklasse” over volkstoneel en was op dreef want hij had veel te vertellen.
Over de Minard, uiteraard, en hoe hij en Yvonne daar altijd uren op voorhand waren om de sfeer op te snuiven.
Over het belang van het acclimatiseren.
Over de magie van de “rideau” – in de Minard was het een groene, jawel “mee plekken en zoender van die geiwe flosjen” – en de verschillende manieren waarop die geopend werd: “a la grecque” (op en neer), “a la française” (horizontaal open en dicht schuivend) of “a l’italienne” (diagonaal naar de linker- en rechterbovenhoek getrokken), zoals in de Minard.
Over zijn Beren, zijn fantastisch gezelschap die altijd het beste van zichzelf gaven. Hij was er zelfs in geslaagd om zijn volledige gezelschap mee te brengen.
Over die keer dat het zo vreselijk ijzelde en dat alle acteurs toch aanwezig waren en dat de directie sprak over het afgelasten van de voorstelling omdat er slechts 16 man in de zaal zat. Maar daar was geen denken aan: die mensen waren speciaal voor hen gekomen en spelen zouden ze en spelen deden ze, het werd zelfs een van de beste voorstellingen.
Over de kenmerken van het volkstheater, dat vooral herkenbaar en in het dialect moet zijn.
Over de strijd met “den polletiek” om subsidies en om het ‘hokjesdenken’ te overstijgen.
De “lieuw mee tande” vertelde over het arbeidsintensieve ambt van het schrijven en gunde ons een blik in het script van Ne Lieuw zonder tande en in de regie. De Beren speelden er speciaal voor ons zelfs een stukje uit.

En dan waren er die bijzondere momenten, gewijd aan zijn Yvonne, zijn zonne, zonder wie hij zich het leven niet kon voorstellen. Heel teder, ingetogen en emotioneel (achteraf hoorde ik iemand verkondigen dat Romain “giene adjuun nuudig oa om te tjiepen”).

Zoals hoger reeds gezegd, was ook Luk De Bruyker in de Minard. Die speelde de rol van zijn leven voor de laatste keer: subliem, sterk en beklijvend. Hij speelde Romain niet, hij wás Romain.
Toen het applaus losbarstte, werd een duidelijk ontroerde Luk De Bruyker keer op keer opnieuw op het podium geroepen. Want die avond nam hij niet alleen afscheid van ‘zijn Romain’, maar ook van zijn 40 jaar directeurschap van Theater Taptoe.

Bedankt Romain. Bedankt Luk. Voor jullie onblusbare passie en strijd voor het theater.

Gezien op zaterdag 31 januari 2009 in de Minard.
Ne lieuw mee tande. Een miesterklasse “Romain Deconinck”, geschreven en geregisseerd door Frank Van Laecke. Gespeeld door Luk De Bruyker.
Afscheidsreeks in de Minard: 29, 30 en 31 januari 2009.

© 2009 GENTBLOGT VZW

Eén reactie op Romain even terug in zijn Minard

  1. Reactie van TomVS

    Dad és schuune.