Europese Dag van Hoffelijkheid in Verkeer
Hoffelijkheid. We kunnen er allemaal wel over meepraten. Over wat wel of juist niet hoffelijk is. Of we het zelf wel zijn of juist niet. Alhoewel, willen we dat wel geweten hebben dat we niet hoffelijk zouden zijn? Zijn we allemaal wel zo eerlijk om toe te geven dat we zelf al dan niet regelmatig in de fout gaan als het op hoffelijkheid aankomt. En dan nog zeker in het verkeer.
Ik heb er al eens een boompje over opgezet en het heeft hevige reacties teweeg gebracht. Waarom ik het weer oprakel? Omdat het vandaag de Europese Dag van Hoffelijkheid in het Verkeer is en dat ik graag zou hebben dat we daar allemaal eens bij stilstaan.
Dit jaar heeft de campagne van de Europese Dag van de Hoffelijkheid in het Verkeer als doelstelling een verkeersgedrag aan te prijzen dat hoffelijk, verantwoord en respectvol is ten opzichte van het leven in het algemeen en de medemens in het bijzonder. Omdat onaangepast gedrag de oorzaak is van een groot deel van de ongevallen, moet jong en oud opnieuw leren om de publieke ruimte te delen, zodat die geen plaats van competitie, maar wel van harmonie is.
Ook in Gent gaat deze dag niet onopgemerkt voorbij. In het kader van deze campagne werd deze week een aantal acties georganiseerd door het verkeersbureau van Politiezone Gent. Doel van deze acties is de overtreders niet enkel te verbaliseren, maar tevens te sensibiliseren door ze een flyer te geven van Responsible Young Drivers rond hoffelijkheid in het verkeer.
Daarnaast wordt de nadruk gelegd op veiligheid in de schoolomgeving. Vandaag, donderdag 26 maart, zullen de verkeerscoaches aan verschillende schoolpoorten staan om de bestuurders te wijzen op hoffelijkheid in het verkeer. Hierbij zullen de flyers worden uitgedeeld met de vraag naar aandacht voor andere weggebruikers, een bewuster mobiliteitsgedrag en meer verkeersveiligheid. Personen die de regels respecteren, worden hiervoor bedankt met een kleine attentie.
Een fantastische dag vind ik en een serieuze aanleiding om eens naar onszelf te kijken. Ben ikzelf altijd hoffelijk? Neen, dat moet ik toegeven. Mijn uitgangspunt is dat ik altijd hoffelijk wil zijn in het verkeer, maar of ik het effectief ben hangt van zoveel factoren af: met welk been ik uit bed gestapt ben, ben ik gehaast, ben ik moe, euforisch, verdrietig, …, hoe de kinderen zich gedragen, welk weer het is, of ik verstrooid ben, … en ik vermoed dat ik niet de enige ben.
Er zijn een aantal basisregels die ik probeer aan te houden. Als ik met de wagen rij, probeer ik te letten op voetgangers die willen oversteken en zal ik proberen te stoppen, soms tot grote ergernis van mijn passagier (‘allez, die waren toch gestopt, waarom doet gij dat nu!’). Let wel, ik spreek dan wel over voetgangers die bij het zebrapad proberen oversteken (als er een in de buurt is). Laat ik eerlijk zijn: voetgangers die zich de moeite niet willen nemen om tot aan het zebrapad te lopen en absoluut drie meter willen ‘uitsparen’, daar stop ik niet automatisch voor, want dat spreekt weer niet van hoffelijkheid van hun kant. Bovendien moet je dan soms te kort stoppen zodat dat dan weer niet meer veilig is voor jouw passagiers. Op wegen waar ingevoegd moet worden laat ik de wagens naast mij invoegen: geen bumper op bumper gerij voor mij. Ik zal niet rapper op mijn bestemming zijn omdat die wagen naast mij nu achter mij moet invoegen in plaats van voor mij. Als het verkeer heel druk is en ik in een hoofdstraat rij, probeer ik ook de mensen van de zijstraten te laten invoegen: het zou maar eens ikzelf zijn die daar staat te wachten en wachten en wachten … Ook als het heel druk is, zal ik nooit aanschuiven op het midden van het kruispunt zelf, ik wacht altijd aan de lichten (of de driehoekjes) tot het kruispunt weer vrij is zodat, als de lichten veranderen, de mensen uit de andere richting wél door kunnen rijden. Want ik kan mij ongelooflijk opwinden over mensen die een gans kruispunt blokkeren (in twee richtingen dus) omdat zij OP het kruispunt staan aan te schuiven terwijl je op voorhand kon zien dat je noch vooruit, noch achteruit kon, noch kon afslaan.
Op de fiets stop ik voor voertuigen die willen manoeuvreren. ALTIJD! Dit is niet alleen hoffelijk, het is bovendien ongelooflijk veilig … voor mij. Ik begrijp fietsers absoluut niet die zich tussen de manoeuvrerende auto’s wringen om toch maar die seconde rapper weer weg te zijn. Ik stop ook altijd voor een rood licht, een oranje licht, driehoekjes op de grond, ik rij mét lichten en als ik het even niet vergeet, met een fluovestje en ik steek mijn arm uit als ik wil inslaan, kwestie van de wagens én fietsers achter mij te waarschuwen. Als fietser rij ik dus heel defensief, een tactiek die ik ook aan mijn kinderen meegeef en die zij hopelijk, als zij alleen zullen rijden, ook zullen toepassen. Defensief rijden is bovendien heel hoffelijk.
Als voetganger ga ik meestal naar een zebrapad om over te steken en merk dat het overgrote deel van de wagens dan automatisch stopt. Ik knik dan vriendelijk een bedankje, want ook dat is hoffelijk. Ik wacht steeds met oversteken tot de fietsers gepasseerd zijn, want die kunnen (of willen) niet altijd zo rap remmen en ik steek nooit over als ik zie dat een wagen mij niet op tijd opgemerkt heeft zodat hij anders te hard op zijn rem zou moeten staan. Soms ben ik ook afgeleid in de wagen zodat ik niet alles opmerk. Bovendien hou ik er rekening mee dat je als bestuurder van een wagen met verschillende dingen tegelijk moet bezig zijn. Ik zal op het voetpad lopen en de rijbaan vrijlaten voor de auto’s, ook al ligt het voetpad er niet 100% in orde bij. Alleen als het echt onbegaanbaar is zal ik op de rijbaan lopen en dan in de tegengestelde richting van de wagens.
Voila, mijn biecht over hoffelijkheid. En u? Wat doet u? Bent u hoffelijk of waant u zich alleen in het verkeer? Doe gerust de test op de website.
© 2009 GENTBLOGT VZW
Het feit dat je tegelijk fietser en autobestuurder bent is natuurlijk een pluspunt. Empathie met de andere weggebruiker is de basis van hoffelijk verkeer. Ik durf het al eens vergeten als ik op de fiets zit, moet ik toegeven. Als we dan toch aan het biechten zijn.
Het is typerend dat zowel in het stuk hierboven als in de test, de verplichtingen van autmobilisten tov fietsers en voetgangers wordt afgedaan als hoffelijkheid, iets waar een keuze in kan worden gemaakt ipv verplichte verkeersregels die in acht moeten worden genomen voor de veiligheid van de zwakke weggebruikers.
Ziet iemand ergens dat het hoffelijk is om andere auto’s die van rechts komen voorrang te geven? Nee, daarvoor let men wel op want anders is er schade aan het eigen voertuig. Op het fietspad parkeren of niet stoppen voor een zebrapad is blijkbaar van een andere orde, enorm spijtig. Net zoals de opmerking “Soms ben ik ook afgeleid in de wagen zodat ik niet alles opmerk. Bovendien hou ik er rekening mee dat je als bestuurder van een wagen met verschillende dingen tegelijk moet bezig zijn.” Dit draagt er niet toe bij tot het besef van de autmobilist dat -zelfs al moet je als automobilist met verschillende dingen bezig zijn- het je eerste verantwoordelijkheid is om geen slachtoffers te maken en dus ten allen tijde en primordiaal oog moet hebben voor de zwakke weggebruikers. Alstublieft, alle autombilsten die regelmatig afgeleid zijn, rij niet meer met de auto!
Ik snap uw opmerking niet goed, ik ben ook wel eens afgeleid, met de fiets, te voet, gewoon in mijn zetel, waarom kan een automobilist dat al niet eens zijn? Misschien zitten er kinderen op de achterbank? Bent u echt nooit afgeleid?
ja zeker: en dan nog meest van al als er kinderen in de auto zitten, door henzelf. Probeer maar eens een bocht te nemen terwijl er plots eentje gilt dat ze een bloedneus heeft.
Dat snap ik dan weer niet goed, ja, ik heb al regelmatig gereden met verschillende kinderen op de achterbank die aan het plagen waren of veel slechter nog aan het overgeven waren; maar wat is er belangrijker, je omdraaien en aandacht daaraan schenken en zo het verkeer uit het zicht verliezen of juist dan toch je aandacht op het verkeer houden, je langs de kant zetten en iets doen aan het probleem. Wat kan iemand vanop de chauffeursstoel doen aan een bloedneus op de achterbank zonder dat je andere weggebruikers in gevaar brengt?
Hoffelijkheid is gewoon dat je nét iets meer doet dan de regels respecteren. Dat je die fietser doorlaat omdat het regent, dat je stopt voor iemand die wilt oversteken, dat je knikt naar iemand die je doorgelaten heeft, enz..
Maarrr..ik vind wel dat mensen die vandaag te voet om hun kinderen gaan ook een attentie verdienen: ik ken er veel die om de verkeerslast te vermijden hun auto thuis laten en al ben ik daar niet bij, fair is fair.
Maar dat is het toch juist! Stoppen voor iemand die wil oversteken (aan een zebrapad) is helemaal niet iets meer dan de regels respecteren, het is simpelweg enkel maar de regels respecteren. Maar blijkbaar wordt stoppen voor voetgangers aan een zebrapad al aanzien als iets extra, een blijk van goedwil van de automobilist.
je moet eens weten hoe verbaasd voetgangers zijn als een fiets stopt aan een zebrapad om hen over te laten, ook niet meer dan de regels. Maar ik heb al geweten dat ze zich bijna boos maken, een fietser moet toch niet stoppen, een auto daarentegen
Als ik stop voor een voetganger aan een zebrapad, staat die soms te wuiven van “rij toch maar weer door, er komt nog een auto aan die ik liever laat voorgaan”.
Beetje zonde van mijn moeite :-)
Iemand die op het fietspad parkeert, begaat moedwillig een overtreding. Daar wordt om één of andere reden nooit ofte nimmer tegen opgetreden.
En toch zorgt die chauffeur ervoor dat fietsers in een onveilige situatie terechtkomen. Immers: een fietser die aangereden wordt naast het fietspad is in fout. Hij moet op het fietspad fietsen.
Voorbeelden genoeg: Welke idioot heeft het park&ride-plan bedacht aan Tweebruggen? Dat is ronduit levensgevaarlijk. Auto’s kruisen op 2 plaatsen het fietspad, uiteraard zonder al te veel rekening te houden met de fietsers die op dat ogenblik voorbij komen.
Idem voor de situatie aan het Zuid. Al die fils- en filles-de-papa die (steevast in een gigantische 4×4) opgehaald moeten worden door de mama of de papa die fout parkeert en geen enkele rekening hoeft te houden met fietsers of voetgangers. Nog nooit een politieagent gezien.
Een verstrooide chauffeur, daar kan ik nog begrip voor opbrengen, het overkomt iedereen wel eens. Meestal volgt dan een verontschuldiging.
Ik heb geen enkel begrip voor chauffeurs die me moedwillig in gevaar brengen en kan met op zo’n moment niet hoffelijk gedragen. Mea culpa. Maar kijk, vandaag zal ik het eens proberen. Iemand tips?
Dan hebben wij verschillende inlichtingsbronnen wat de Zuid betreft. Enerzijds krijgen de scholen in de omgeving de raad van de politie en de stad om ouders aan te raden daar met hun kinderen af te spreken na schooltijd, dit om files in de stad zoveel mogelijk te vermijden. Anderzijds staat de politie daar zeer regelmatig om 16u juist om al die ouders te beboeten die, op hun aanraden, daar op hun kinderen staan te wachten. Ik heb het dan niet over verkeerd parkeerders (die begaan uiteraard een overtreding), maar de ouders die gebruik maken van de zone waar stilgestaan mag worden. Het stilstaan tot uw kinderen instappen is blijkbaar niet kort genoeg en dus worden die wagens zonder pardon beboet. De centrumscholen hebben nu eenmaal een parkeerprobleem en het is niet omdat je je kinderen van school wilt afhalen dat dat plots allemaal fils en filles-de-papa zij. Als je kleine kinderen hebt en je woont, ik zeg maar, in Drongen, dan laat je die misschien wel alleen tot aan de Zuid wandelen, maar toch niet volledig met het openbaar vervoer gaan.
En over gevaar op Park & Ride zones: ook hier gaat het weer over tweerichtingsverkeer. Zowel auto’s als fietsers moeten met elkaar rekening houden, en dat gebeurd nog veel te weinig: auto’s die zonder kijken fietspaden kruisen/oversteken; fietsers die zonder vertragen voorbijrazen en slalommen tussen geparkeerde wagens waar mensen aan het uitstappen zijn.
Het gaat jammer genoeg niet op om één soort bestuurder met de vinger te wijzen, want dan zouden de gedragsveranderingen maar van één kant moeten aangepakt worden en dat zou veel gemakkelijker gaan.
“Het gaat jammer genoeg niet op om één soort bestuurder met de vinger te wijzen, want dan zouden de gedragsveranderingen maar van één kant moeten aangepakt worden en dat zou veel gemakkelijker gaan.”
De doden vallen anders wel langs één kant.
“Als je kleine kinderen hebt en je woont, ik zeg maar, in Drongen…”
Dan laat je beter je kinderen naar de lagere school in Drongen gaan :-)
Het nadeel van een dorpschooltje is dat je daar veel minder indruk maakt met een veredelde pikdorser dan op Gent-Zuid. ;-))
“fietsers die zonder vertragen [...] slalommen tussen geparkeerde wagens waar mensen aan het uitstappen zijn”
Bedoel je die wagens die daar aan het Zuid op de doorgang voor fietsers stilstaan?
Op die doorgang mogen wagens niet stilstaan, ook niet om kinderen te laten instappen. (Omdat dat niet nageleefd werd, was dat een van de redenen waarom daar nu een gigantisch zebrapad geschilderd is)
Als de doorgang versperd is, dan kun je het toch de fietsers niet verwijten dat ze ertussen slalommen?
“voorbijrazen” is trouwens een groot woord voor fietsers, die rijden gemiddeld nog geen twintig km/u, en voldoen trouwens ruimschoots aan de zone-30-snelheidsbeperking.
Maar het is goed gedaan om met dit artikel hoffelijkheid onder de aandacht te brengen. Ook ik zal proberen mijn steentje te (blijven) bijdragen.
“De zone waar stilgestaan mag worden” bestaat inderdaad niet aan het Zuid. Daar is helemaal geen park & ride zone.
De zones waar je mag stilstaan zijn de parkeerplaatsen aan pakweg de Capitole. Iedereen die in de bocht aan de bibliotheek parkeert begaat een overtreding.
In het lager zat ik in mijn eigen gemeente op school, vanaf het middelbaar ging ik met de bus. Mijn ouders hebben me nooit met de auto gebracht. En toch is het nog redelijk goed met me gekomen.
Raar he.
Idem voor mij, naar de kleuterschool, te voet, aan de hand van een ouder buurmeisje. Naar het lager onderwijs altijd met de fiets, in alle weer en wind, en alleen, 3 km op en af.
naar het middelbaar, terug met de fiets, in alle weer en wind en dat op ongeveer tien km van huis.
Bijna nooit ziek geweest, ik kan het mij toch niet herinneren ooit één les gemist te hebben.
Wim, ik denk dat ik er ook niets van overgehouden heb en het er goed van afgebracht heb. Hoe komt zo iets?
Hoffelijkheid is niet voertuig- maar persoonsgebonden.
Een hoffelijke fietser is ook een hoffelijke automobilist, en omgekeerd.
In die zin vind ik mij terug in de “biecht†van San.
Er is anderzijds geen enkele hoffelijkheid vereist tegenover een autobestuurder die met vier knipperlichten op een fietspad of een oversteekplaats staat, of die met een gsm tussen oor en schouder in een verboden richting rijdt.
o jee, dit ontaardt weer in de gebruikelijke discussie fiets tegen auto. Nu nog voetganger tegen fiets en we zijn er helemaal. Kunnen we voor een keer (en waarom niet altijd) gewoon hoffelijk zijn? Zou veel oplossen.
Niemand is heilig. Bij de dagelijkse controle van de treinconducteur ben ik niet vatbaar voor hoffelijkheid. Ik tolereer het.
Ooit waande ik me kampioen sluipwegen rijden. Met de auto op 7 minuten van de Vooruit naar de Minnemeers, zo van die dingen. Maar op straat heb ik bijgeleerd. Noem het: de verkenning van de optimale mogelijkheden van de rem. De rem is een knappere uitvinding dan het wiel. Alles heeft een rem. Mijn fiets. Onze auto. Mijn schoenen. Zalig gewoon om die te gebruiken om een ander voor te laten gaan.
Nog hoffelijker dan de rem is het vermijden van te veel te remmen. Daarmee bedoel ik:
*uitbollen een eind op voorhand als er een kruispunt nadert met voorrang van rechts. Ervan uitgaan dat je iemand voorrang zult moeten geven, ipv ervan uitgaan dat er niemand aankomt en dan toch op het laatst moeten remmen (of de ander te dwingen te remmen).
*in de zone-30 en elders strikt de snelheidsbeperkingen volgen. Als je met de auto bent, heb je dan veelal ruimte voor jou, kun je ontspannen rijden en ben je ook veel hoffelijker (dan zie je eerder voetgangers aan een zebrapad, geef je een opening aan andere mensen om in te voegen…)
Verplicht of niet, ik vind de Belgische chauffeurs in ieder geval een stuk hoffelijker dan hun Nederlandse collega’s. Als ik in België aan een zebrapad sta te wachten, stopt zeker 9 van de 10 keer een wagen, over het algemeen zelfs wel 10 op 10. Waarna ik altijd netjes even zwaai als bedankje. In Nederland zal dat 2 op de 10 auto’s zijn die stopt. Nogal een verschil.
u ziet er misschien beter uit dan ik want voor mij stoppen ze niet zo vaak.
Kijk, dit gaat voor mij niet over hoffelijkheid: je zegt dat negen op tien chauffeurs het verkeersregelement naleven (dat is niet hoffelijk, dat moeten ze), en een op tien niet (en die is zeker niet hoffelijk). Ik vind mezelf pas hoffelijk als ik iemand die wil oversteken zonder zebrapad voorlaat, of een grote bocht maak zodat hij kan vertrekken voor ik voorbij ben. Ik heb nog nooit een automobilist vriendelijk zien zwaaien naar een voetganger die niet overstak als er geen zebrapad was, en ik zwaai zelf ook alleen maar als iemand hoffelijk is: dus niet als er iemand mij voorlaat omdat ik voorrang heb, wel als hij mij voorlaat omdat het voor hem makkelijker stoppen is als voor mij. En ja, in mijn beste dagen ben ik best hoffelijk, en ga opzij voor de tram ook als het niet moet, laat vrachtwagens een moeilijk manoeuvre uitvoeren ook als ik degene ben die eerst doormag, en zo voorts. In mijn slechte dagen hou ik me bij het verkeersreglement.
Ach kijk zie, beste Jan, van verkeersreglement gesproken. Als je schrijft ‘ en ga opzij voor de tram ook als het niet moet’ dan ben je al mis, want de tram heeft ALTIJD voorrang en dus moet je altijd opzij :)
Als een tram in de Nederkouter achter een file auto’s aanschuift, moeten die dan opzij volgens het verkeersreglement?
hoffelijkheid heeft niets te maken met verkeer: dat is een ingesteldheid die je alleen door opvoeding mee krijgt. en ik heb het met de paplepel binnen gekregen, we waren niet rijk maar wel opgevoed.
een deur open houden, om dan als een soort portier te blijven staan.
mensen de tram laten afstappen, een kinderwagen helpen, ik heb moeders meegemaakt die verschrikt reageerden toen ik hen hielp om hun kinderen van de tram te krijgen. alsof ik ze ter plaatse ging opeten!
boekentassen met een eigen tramkaart, liggend over twee zitjes, voeten op de zitjes….en zeg er niets over want je kan een mep krijgen.
blijkbaar is hoffelijkheid een afwijking.
hetzelfde in het verkeer.
ben je hoffelijk dan ben je een watje.
waarom is dat zo?
er bestaan verkeersregels, en daar houden ons best aan. hoe onredelijk ze ook, in onze ogen, soms mogen zijn.
maar er is meer. ik ben een humanist: ik zie mensen graag!
en daar vertrek ik van: wat je niet graag hebt dat jou word aangedaan, doe je niet aan een ander.
of je nu voetganger, fietser of bestuurder van auto, bus, tram of vrachtwagen bent, respect of hoffelijkheid is het belangrijkste.
niet altijd eenvoudig, maar ik probeer het.
mensen toch, moesten mensen eens begrijpen dat ze mensen zijn.
niet die opgefokte apen die op de hoogste tak willen zitten.