Mondige vrouwen in de middeleeuwen (1)

donderdag 2 april 2009 10u33 | Veerle (tekst), Storm Calle - SAG (beeld) | 3 reacties
Trefwoorden: , , , , .

Ik weet niet hoe dat bij jullie zit, maar als ik de combinatie hoor van vrouwen en middeleeuwen, roept dat het beeld op van onmondige wezens, die van de voogdij van hun vader overgeheveld worden naar de voogdij van hun echtgenoot, maar zelf niets te vertellen hadden. Sinds kort weet ik dat dat beeld genuanceerder moet bijgesteld worden. Het GOF organiseerde in de Zwarte Doos een lezing waarop Marijke Salden, Florence Vander Linden en Annelies Coenen de onderzoeksresultaten van hun masterproef met ons wilden delen.

mondigevrouwen

Hun promotor, prof. Monique Van Melkebeek (vakgroep Middeleeuwse geschiedenis, UGent), deed reeds lang onderzoek naar de situatie van de wettelijk gescheiden vrouw in het middeleeuwse Gent, en de drie jongedames werkten op dit onderwerp verder. Ze spitsten zich toe op de interventie van de Gentse Schepenen van de Keure voor de gehuwde vrouw bij partnergeweld, op de interventie van diezelfde instantie bij materiële noodsituaties en op het zelfstandig materieel bestaan van de gescheiden vrouw. Dit alles afgebakend in de vijftiende eeuw.
Daartoe bestudeerden ze de akten in de registers van de Schepenen van de Keure (bewaard gebleven voor de periode begin 14de eeuw – eind 18de eeuw), die o.m. heel wat informatie bevatten over de relatie tussen man en vrouw. De Schepenen van de Keure bestuurden immers niet alleen de stad, maar hadden ook een uitgebreide rechterlijke macht in uiteenlopende burgerlijke en strafrechtelijke zaken.

Partnergeweld

Marijke Salden beet de spits af met een uiteenzetting over partnergeweld, een onderwerp dat helaas nog steeds actueel is. Pas sinds de jaren 1970 bestaat daarover een degelijke wetgeving, maar nog steeds blijken 1/5 tot 1/7 van de vrouwen slachtoffer, en niet te vergeten, ook 1/40 van de mannen. Let wel, deze cijfers hebben betrekking op de personen die aangifte deden.
Het probleem is dus niet nieuw, maar de perceptie van geweld is wel veranderd. In het verleden lagen de verhoudingen binnen relaties anders en werd geweld meer aanvaard, zelfs toegestaan. De man was voogd over zijn echtgenote en dus heer en meester in huis, waardoor hij tot de groep van autoritaire personen behoorde, zoals vaders en leraars. En autoritaire personen mochten een harde hand ‘ter correctie’ voeren, als een positieve vorm van discipline. Volgens het kerkelijk recht moest een man zijn vrouw goed behandelen, maar hij mocht geweld gebruiken om zijn vrouw te beletten om een zonde te begaan. Ook volgens verschillende – wereldlijke – gewoonterechten mocht een man zijn vrouw kastijden om haar te corrigeren. Men moest wel binnen redelijke grenzen blijven. Zo voorzag het Gents gewoonterecht dat er werd opgetreden als een vrouw door haar echtgenoot werd benadeeld.

In tegenstelling tot wat ik altijd dacht, bleek het in de middeleeuwen in een aantal gevallen wel mogelijk om te scheiden, nl. bij overspel, ketterij, wreedheden en onverenigbaarheid van karakter. Daartoe moest men, net zoals nu, naar de rechtbank, maar dan wel naar de … kerkelijke rechtbank, die enkel een scheiding van tafel en bed kon uitspreken. Van een ontbinding van het huwelijk was natuurlijk geen sprake: de echtelieden mochten wel apart gaan wonen, maar bv. niet hertrouwen. De scheiding werd vaak gevolgd door een boedelverdeling, waarvoor dan weer een wereldlijke rechtbank, de Schepenbank van de Keure, bevoegd was.

Naast de andere akten voor boedelverdelingen werden in de bestudeerde periode, 1435-1480, 31 akten geregistreerd waarbij sprake is van wreedheden als reden van de scheidingsaanvraag. Bij extreem partnergeweld kon er dus wel ingegrepen worden. Aan de hand van enkele concrete voorbeelden leerden we dat er in 25 van die gevallen sprake was van een scheiding van tafel en bed of een de facto scheiding. Er werden ook 2 geschillen binnen het huwelijk opgelost en er waren 4 gevallen van weder verzamen. Uit verschillende akten blijkt duidelijk dat wreedheden niet getolereerd werden, waarbij bepaald werd dat, indien de man zich toch nog misdroeg, hij zich aan een gepaste straf kon verwachten: Belovende van nu voort an niet te meesdone, noch meshandelen, noch messeghene, of dat hij ‘t daede, dat vare up de corexie van scepenen voornoemt.

Wordt vervolgd:
In een tweede stukje hoort u dan meer over interventies van de schepenen bij materiële noodsituaties en over het zelfstandig materieel bestaan van de gescheiden vrouw, “Haer sellufs wijf” genoemd.

© 2009 GENTBLOGT VZW

3 reacties »

  1. Reactie van C14

    Vreemd, nagenoeg enkel vrouwen in de zaal. Was er castratieplicht bij binnenkomen?