Hoe kan Afrika aansluiten?

vrijdag 15 mei 2009 9u26 | Roeland Keunen | reageer
Trefwoorden: , , , .

Vorige zaterdag was de Internationale Dag van de Fair Trade 2009. In Gent werd deze dag door Oxfam wereldwinkels in de kijker gezet met ‘Fair Trade gaat Vooruit’ waar een politiek debat niet kon ontbreken. Het panel, bestaande uit Dirk Verhofstadt (publicist, kernlid van de denktank Liberales), Luc Cortebeeck (ondervoorzitter van IVV – Internationaal Vakverbond en voorzitter ACV), Ruddy Doom (professor Vakgroep Studie van de Derde Wereld, UGent), Raymond Kimaro (voorzitter AFN – African Fair Trade Network) en Walter Zinzen (journalist) en moderator Peter Verlinden (buitenlandredactie VRT-nieuwsdienst) kwam voor een volle Theaterzaal samen rond het thema ‘Fair trade in Afrika’ en ging op zoek naar oplossingen.

Het continent is volgens het Internationaal Monetair Fonds – dat onlangs aan de alarmbel trok – in 2009 slechts goed voor 3% van de wereldhandel (in 2008 was dat nog 5,7%, meldt Oxfam) en het krijgt bovendien de zwaarste gevolgen van de milieu- en klimaatcrisis over zich.

AfrikadebatDe globalisering gaat aan Afrika voorbij. Hoe kan Afrika aansluiten op een duurzame manier? Hoe zorgen we ervoor dat hoge consumentenprijzen hier, zorgen voor een goed inkomen voor Afrikaanse boeren? Hoe bannen we erge vormen van misbruik, zoals slavernij? Hoe maken we kortom, internationale handel eerlijker? Het publiek luisterde aandachtig naar de antwoorden van het panel, dat hoop put uit recente uitspraken van het IMF en de Wereldbank.

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) wil de hulp aan Afrikaanse landen verbeteren om te voorkomen dat de wereldwijde economische crisis de vorderingen in de strijd tegen armoede tenietdoet. Dat zei IMF-topman Dominique Strauss-Kahn begin maart. Hij gaf toe dat het IMF Afrikaanse landen niet altijd de juiste adviezen voor verbetering van de economie heeft gegeven. Daarnaast wil het IMF de financiële steun aan landen die door de crisis worden getroffen, op korte termijn vergroten. Het aantal armen in Afrika is, waarschuwt Oxfam, sinds 1981 meer dan verdubbeld.

Professor Ruddy Doom windt zich op over de crisis en het marktdenken, het TINA–denken (There Is No Alternative) dat met een volharding ‘alsof het de zwaartekracht betrof’, niet in vraag werd gesteld. Het ‘markt, markt en nog eens markt’-denken, de snelste globalisering ooit, en een complete afkeer voor duurzame productie zijn de boosdoeners voor de problemen van vandaag. De sociale cohesie werd volgens prof. Doom immers volledig opgeblazen en de globalisering is bovendien kleurenblind. Vooral sub-Sahara Afrika (Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara ) lijdt onder een recessie en wint het minst bij een hoogconjunctuur. “Het middenveld respecteert Fair trade, het is geen dromerij meer. Beter een oxfammedewerker tussen de tomaten, dan een Decrem op je dak”, besluit hij.

Dirk Verhofstadt wil meer liberale democratieën in Afrika om er over de mensenrechten te waken en meer eigendomsrechten (De Soto). “De enorme dereguleringsgolf uit het verleden was overigens niet liberaal, maar neo-liberaal.” De rijke landen zijn te protectionistisch door hun landbouw- en exportsubsidies. Bovendien gaat bijna al het geld ervan naar grote multinationals zoals Cargill. Maar ook de Boerenbond is niet onschuldig. Het beschermt de Belgische kippenindustrie bijvoorbeeld te veel. Hij pleit ten slotte voor een Wereld Sociale Organisatie die opereert naast de Wereldhandelsorganisatie (WHO), zodat er niet enkel een democratisch tegengewicht komt als er grondstoffen mee gemoeid zijn.

Luc Cortebeeck zoekt oplossingen binnen de Verenigde Naties (UNO, VN). Zo is er het voorstel van Luiz Inacio da Silva, of ‘Lula’. (De Braziliaanse president bezocht president Barack Obama. Lula, een voormalig vakbondsleider, adviseerde hem gesprekken aan te gaan met de linkse regeringen van Venezuela en Cuba en wil dat hij van hulp en ontwikkeling een kerntaak maakt, nvdr) De G8 en de G20 zijn immers niet democratisch genoeg.

Naast omstandigheden zoals oorlog en curruptie zijn er nog tal van redenen waarom Afrika de problemen niet zelf kan oplossen. Speculatie op basisgoederen en voeding is een groot probleem, en daarom pleit Cortebeeck voor meer regulering en voor voedselreserves. De lokale markten lijden zware schade door het dumpen van goedkope westerse producten waardoor de lokale producenten niets meer verkopen en ook investeringen in infrastructuur zijn nodig, want die ontbreken nu volledig. Hij wijst ook op de gevolgen van protectionisme door de VS. Intern protectionisme in de vakbond wordt “en niet in het minst door mezelf” tegengegaan.

Raymond Kimaro wil naast investeringen, meer aandacht voor de grassroots, de basis. “Je kan het vergelijken met een boksmatch: ik zou liever niet boksen tegen Mike Tyson, maar dat is wat Afrika nu doet, opboksen tegen de kwaliteitsstandaarden van het Westen.” Kimaro wijst op de nood aan investeringen van buiten Afrika. Er moet bovendien niet enkel meer geld gaan naar meer regulering, maar naar controle erop. Nu is het onmogelijk om de westerse kwaliteitsstandaard te halen om te kunnen exporteren. Fair trade productie is er bovendien niet mogelijk (zoals in Azië) omdat het geld voor de technologische ontwikkeling ontbreekt. De Afrikaanse traditie van kleinschaligheid en het gebrek aan legale eigendomsrechten is mede verantwoordelijk voor het feit dat 80 procent van de kleine landbouwproducenten niet uitbreidt.

“De kennis is er, we moeten de bewustwording verspreiden onder de boeren”, bijvoorbeeld over de milieueffecten van willekeurige boskap. Hij zag met eigen ogen hoe het gebied rond de Kilimanjaro sterk verslechterde. African Fair Trade Network is een jonge (in vergelijking met die van Latijns-Amerika) organisatie die zo bijvoorbeeld wil voorkomen dat er nog meer waterbronnen droog komen te staan. Moet het Westen zich bemoeien? “80 procent van de problemen kunnen we zelf oplossen”. Zijn raad: “Luister naar de grassroots, de basis. Er is een groot verschil tussen theorie en praktijk, en dat hebben sommige intellectuelen niet door omdat ze geen veldwerk doen. Men luistert niet naar de getroffenen, terwijl de oplossingen toch van de basis (bottom-up) moeten komen”.

Na het debat betreedt Walter Zinzen (voormalig VRT-journalist en long-time Congo-kenner) het podium. Hij merkt op dat alle betrokken organisaties de verantwoordelijkheid bij de Afrikanen moeten laten. Verder vraagt hij aandacht voor het boek Dead Aid van Dambisa Moyo (De nieuwe Naomi Klein? vraagt hij zich af). “Ik twijfel er niet aan dat ik daardoor vanavond een steen in de kikkerpoel zal werpen”. Maar hij vindt het boek zelf ook “discutabel” en soms “met haken en ogen aan elkaar hangend”. Het gaat onder meer over de rol van het IMF, de Wereldbank en kredietverschaffing en bevat opvallende stellingen: “Afrika moet zich naar Azië en China richten”, “Waarom steunen jullie corrupte leiders? Schaf ontwikkelingshulp af”. Het gaat over ontwikkelingshulp die voorkomt dat de bevolking in opstand komt tegen leiders die hun volk in de steek laten. “De ontwikkelingshulp legt verharde wegen aan, maar de leider – die dat niet doet – blijft toch aan de macht”.

Een ambigu einde aan een interessante avond.

© 2009 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.