Kessel-Gent 3

vrijdag 24 juli 2009 19u10 | Isabelle Van Deuren | 2 reacties
Trefwoorden: .

“You don’t know what you’ve got till it’s gone” en “Geen sant in eigen land”, zijn beiden pijlers van dezelfde stelling.

Gent is mijn stad, zo vergroeid en verknocht met mijn zijn dat mijn verhaal in haar straatstenen is gegrift en zij staat opgetekend in elk hoofdstuk dat sinds mijn negentiende aan mijn levensverhaal werd toegevoegd. Het spijtige van een dergelijke symbiose is dat de verwondering, een nieuwbakken Gentenaar eigen, doorheen de jaren slijt.

Eeltplekken op de ellebogen van je ziel die je bijziend maken ten opzichte van de schoonheid die zomaar op je stoep voor het oprapen ligt.

Op weg naar de dansles fiets ik bijna dagelijks doorheen de Burgstraat. De omgeving nauwelijks in mij opnemend. Bijna steeds gehaast, altijd net iets te laat vertrokken, de bosjes toeristen en aanverwante voetgangers ontwijkend die steevast de straat boven het voetpad lijken te verkiezen. De kasseien die de levensduur van mijn fietsbanden danig verkorten hartstochtelijk vervloekend. Zeker als ik weer eens vergeten ben hun luchtvoorraad aan te vullen.

kessel

Ooit, in een grijs verleden, toen er van bosklassen nog geen sprake was en een schoolreisje naar Gent het equivalent van een heuse wereldreis leek, stond ik vol ontzag op diezelfde straatstenen, omhoog starend naar zoveel kasteel. Met stomheid geslagen door de imposante brok verleden die zomaar voor mij opdoemde.

Ik herinner mij nog levendig hoe prinsessen en graven vanuit mijn fantasie tevoorschijn kwamen. Hoe ik mezelf van onbetekenend schoolmeisje voelde uitgroeien tot deelgenoot van een geschiedenis die mijzelf en mijn wezen oversteeg.

Naarmate ik ouder werd, begroef de ervaring zichzelf, raakte bedolven onder andere, al dan niet, meer beklijvende belevenissen. Toch bleef ze latent in mijn geheugen aanwezig. Wachtend op een magisch toverwoord om weer met volle teugen beleefd te worden eens de juiste gelegenheid zich zou voordoen.

kessel kessel kessel

De sleutel lag niet meer binnen mijn bereik. Ook de verborgen kant van het Gravensteen is een provincie van Neverland. Eens je de brug naar de volwassenheid bent overgestoken is er geen weg meer terug. Niet zonder begeleiding, in elk geval.

Keer op keer neemt Jonathan mij weer mee. Alsof het niets is. Met een vingerknip. De jaren van mij afschuddend, mijn ogen openend voor de werkelijkheid onder de grijze stenen.

Het is een traditie geworden: weer of geen weer, zomer of winter. Eén van onze vaste stekken gedurende zijn Gentse vakanties is, u raadt het al… ons eigenste “Kasteel”, met de hoofdletter, jawel. Keer op keer herontdek ik een wereld die mijn geest reeds lang verloren waande.

kessel kessel

Ook vandaag sta ik er van versteld hoe ik achter elke hoek een ridder verwacht. Hoe van op de kronkelende trappen, het verhaal van mijn stad wordt herschreven.

Jonathan, ervaren Steengids van dienst, verhaalt mij, met kennersblik in zijn ogen, over zwaarden en maliënkolders, over vergeetputten en vergeten dromen.

Beter dan welke Gentenaar ook, houdt hij de stand van de restauratiewerken minuscuul bij en weet te vertellen wat er deze keer gerestaureerder is dan voorheen en welk stuk nog onderhanden dient genomen.

We dwalen door de zalen, verliezen onszelf wanneer we van op de kantelen Gent overschouwen en genieten na van dit brokje verleden op een bankje binnen de muren van ons fort.

Een ijsje biedt smakelijk troost wanneer ook dit bezoekje geschiedenis wordt. We drentelen langs het Veerleplein weer richting Korenmarkt. Mensen-kijkend.

De waarde van dingen wordt relatief wanneer ik Jonathan met een blik vol verlangen naar alweer een ballonetjesknoper zie kijken.

Wie heeft het recht te zeggen dat 4 euro te duur is voor enkele aan elkaar geknoopte stukjes plastic? De blije dankbaarheid in zijn ogen als ik capituleer is onbetaalbaar.

Zal mij en hem altijd bijblijven.

Hij slaat resoluut elk voorstel rondom fantastisch in elkaar geknutselde aapjes en Mickey Mouse beesten van de hand en deelt mee een draak te willen.

Ook ik ben de sprakeloosheid nabij wanneer de knoopjesman van dienst voor mijn ogen een heus drakenei opent en “Bob de Draak” vanuit het niets wordt geboren. Groen ballonnen lijf en –ledematen, paarse vleugels en kanjers van dragonkijkers. Rode vuurtong en schubben in aanslag. Vanaf nu gidst Jonathan zijn tijdelijk vriendje doorheen de Gentse binnenstad.

Gezien de vluchtigheid van het ballonnendraak-bestaan dringt een uitgebreide fotosessie zich op.
Op de bus terug naar huis krijgt Bob zijn eigen plaatsje. Vannacht zal hij een geïmproviseerde Drakenmand ter zijner beschikking hebben. Wat wil een Draak nog meer? Wat wil een mens nog meer?

’s Avonds, als Bob al lang en breed zijn drakendromen snurkt, pikken Jonathan en ik, samen met mijn vriend, een onvervalst Café Chantant mee Bij de Vieze Gasten.

Ook hier geldt dat je vaak de schoonheid niet meer ziet van wat zich op je eigen drempel bevindt. Wat een talent woont hier in de Brugse Poort!

kessel kessel

Een aanrader voor wie even een stapje verder wil zetten dan de Gentse binnenstad.

We genieten. Kunnen echter niet blijven tot het eind. Tijdens de pauze blijkt dat slaap en vermoeidheid mijn neefje hebben ingehaald. We begeven ons huiswaarts, waar hij zich , na de gebruikelijke tas avondlijke chocomelk, bij Bob in dromenland vervoegd.

© 2009 GENTBLOGT VZW

2 reacties »

  1. Reactie van Roland

    Meer van dat, zeer mooi!

  2. Reactie van William

    Gewoon schitterend, doet me denken aan mijn eigen jeugd en ons “Kasteel” staat ook nog jaarlijks zo’n drietal keer op het programma, meestal met vrienden van buiten Gent die het heel moeilijk kunnen geloven dat we dus wel degelijk een echte Burcht hebben midden in de stad, tot wanneer ze hem bezoeken natuurlijk