De neus van Michael Jackson

vrijdag 31 juli 2009 10u20 | Huug | 3 reacties
Trefwoorden: , .

Ik weet niet of u dat gevoel ook heeft liefste lezers, maar als er ergens een rommelmarkt is dan krijg ik een onweerstaanbare drang en moèt ik daar naartoe, ik word er heen gezogen als een magneet, als een vlieg naar stroop, als Tom Boonen naar de eindlijn. Ik word ziek en voel me mottig als ik er niet kan zijn omdat ik denk dat ik “de vondst van mijn leven” zal missen.

MarktEnkele zondagen geleden was het niet anders en liep ik rond op de jaarlijkse rommelmarkt op de Vrijdagsmarkt op zoek naar “iets speciaals”. De prondelaars[1] kennen me ondertussen al jarenlang “van zien” en het nieuws dat ik op de markt aanwezig was ging als een lopend vuurtje rond: “De zot die alles koopt zonder op een frank te kijken is hier!”.

Ik werd dan ook bij iedere standplaats met veel egards uitgenodigd om de uitgestalde koopwaar te monsteren, overal moest ik druppels jenever afslaan anders was ik binnen de kortste tijd scheelzat geweest, je ziet van hier wat voor een brol ze je dan kunnen opsolferen: nuchter blijven is van primordiaal belang bij zo’n onderneming!

“Ah, en hoe lopen de prondelaffaires? Al goed verkocht dit jaar?” vroeg ik aan Romeo, mijn vaste leverancier van sigarenbandjes.

“Mwah, ik voel dat het crisis is, de mensen kopen veel minder rap als vroeger, ik heb alles in de solden moeten zetten anders schuift er niets. Ja, ik geef nu afslag, hoe moet ik anders mijn standgeld betalen? Het is dit jaar alwéér duurder geworden, vraag het maar aan mijn vrouw.”

Julieta knikte: “Al tot 70 euro durven ze vragen, het is echt schandalig, we verdienden het zout niet op onze pataten.” Waarop ze haar stem liet zakken en me toefluisterde: “Ben je zoals altijd op zoek naar iets speciaals? Ik weet iets voor u: ga eens luisteren bij Gerard, hij staat met zijn prondelstand juist achter het standbeeld. Zeg dat je met mijn complimenten komt.”

Ha, Julieta – de vrouw van mijn leven moest ze geen verre familie van me zijn, ze geeft me altijd waardevolle tips. “Ghelijck als eenen schicht” vloog ik naar het standje dat zich achter “den Tjok” bevond.

Gerard stond een speelgoedbijltje aan te prijzen bij een potentiële klant: “Echte vintage Playmobil uit 1974 in de originele verpakking gemaakt uit Terluran plastiek van BASF, 250 euro, een koopje!” Toen hij me zag aankomen liet hij alles vallen, trok me met volle kracht aan mijn mouw tot achter het regenzeil van zijn tent en zei dwingend: “Ik heb je herkend, kom met me mee, mijn associé Edward zal de business verder openhouden!” We stonden tussen het zeil en de sokkel van het standbeeld van Tjok. Nog voor ik iets in de gaten had ging er een verborgen deurtje open en stonden we midden IN de sokkel van het beeld toen Gerard de deur met een luide dreun achter zich sloot.
Jawel, waarde lezers, geloof het of niet, maar ik heb het met mijn eigen ogen gezien en ik was daarbinnen: de sokkel waarop het standbeeld van Jacob Van Artevelde staat is hol! Méér! Je kan er een feestje in bouwen want het is er vrij groot: er staat een bar met stoelen, er hangt een discobol onder de voeten van Tjok en er is daar een wenteltrap die naar boven en naar beneden gaat!

Toen ik van de schrik was bekomen vroeg Gerard me: “Je bent op zoek naar iets speciaals hé?”

Ik wees bibberend met mijn hand naar boven en zei: “Je gaat me toch niet vertellen dat HIJ te koop staat?”

“Den Tjok? Daarvoor ben je te laat hoor manneke, en daarbij: waarvoor zou je dat beeld willen kopen?” Ik was stomverbaasd, het beeld heeft dus ooit te koop gestaan! Ik kon alleen nog maar een dom antwoord geven: “Euh, voor in mijn tuin. Dan moet ik niet meer naar buiten om te voelen of het gaat regenen.”

“Hm, mijnheer is de leukste thuis, een flauwe plezante, een praatjesmaker”, zei Gerard dreigend: “Hou wat ik nu zeg voor jezelf ventje, of ik draai je de nek om, al goed dat je Julieta kent! Edward en ik hebben het origineel jaren geleden verkocht aan een sjeik uit Dubai. Tjok wijst daar nu naar de richting van Mekka. Tijdens de bouw van de parking hebben we het ding omgewisseld door een exemplaar gemaakt uit composiet van hoogwaardig carbon met een dikke laag Hammerite metaalverf erop. Geen hond die het tot hiertoe gezien heeft. We zijn bijna tegen de lamp gelopen toen in 1998 iemand zag dat het zwaard vermist werd. Een fout, die ons bijna de kop gekost heeft: we waren het simpelweg vergeten na te maken maar gelukkig is dat probleem ondertussen opgelost, ha![2] Kom, we gaan naar beneden.”

Ik volgde Gerard via de smalle wenteltrap en telde de treden. Na zo’n 160 treden, het kunnen er meer of minder geweest zijn – in het donker is het moeilijk tellen, kwamen we uit in de parking onder de Vrijdagsmarkt op –4. U leest het goed: min vier. De trap zit verborgen in een steunbeer en komt uit op een geheim niveau. Er hingen hier en daar enkele peertjes die op de vloer van het plateau een zwak lichtschijnsel weergaven en ik kreeg het er doodsbenauwd, in de schemering tegen de muren zag allemaal kabouters staan die rare geluiden maakten. Gerard schoot in de lach: “Haha, broekschijter, het is niet wat je denkt: wat je ziet zijn de zwarte vaten van alle cafés en restaurants hierboven en rond de Vrijdagsmarkt. Aha, ik moet Dirk van Het Zuiden van Europa eens bellen om te zeggen dat zijn vat Rodenbach bijna af is, tiens.”

Terwijl Gerard aan het bellen was kon ik nog veel meer dingen zien: ik herkende de auto van de burgemeester, grote stukken decor en delen van het podium voor de Genste Feesten van de vzw Trefpunt aan het Sint-Jacobs, een hele stapel strandstoelen, de allereerste originele roulotte van Walter De Buck waarin hij nog zijn eerste vier kinderen in gemaakt heeft en veel meer… een échte schatkamer. Volgens Gerard kwamen hier alle onderaardse gangen bij elkaar, vanuit het Gravensteen, de Bond Moyson, naar het Toreken en de gang die uitkomt in de vrouwentoiletten onder het Belfort. En, natuurlijk die naar het bisdom en de crypte van het Sint-Baafs.

“Twee keer raden waar “Het Paneel” naartoe is…” zei Gerard met een knipoog, “stap maar in mijn camionette, ik heb er waarschijnlijk iets in liggen waar je op zoek naar bent.” Ik nam vooraan plaats en kon nog snel de letters lezen die er op de zijkant van de bestelwagen stonden: “21st Century Relics Inc.”.

“Kijk, een verzegeld fiooltje met daarin een stuk draad uit de lijkwade van Turijn, hm? Met een authenticiteitsverklaring getekend door paus Clemens VII himself. 1000 euro, omdat jij het bent. Ik geef het bijna voor niets weg, eigenlijk.”

“Sorry hoor, Gerard, maar met alle draden die zogezegd uit de lijkwade van Turijn komen en die me al aangeboden zijn, kan ik vier van zo’n vodden maken. Clemens VII was trouwens een paus uit Avignon, de eerste tegenpaus na het Westers Schisma in 1378. Die akte is dus waardeloos. Je zal met iets beters op de proppen moeten komen.”

Gerard verslikte zich en verschoot van kleur maar hij herstelde zich snel en probeerde het nogmaals. Deze keer zei hij vleiend: “Aha, een kenner. Ik moet mijn mening over jou herzien, je bent dan toch niet zo dwaas als je eruit ziet, mm… momentje. Hierzie: de broeksriem van Jean-Luc Dehaene toen hij nog geen 100 kilo woog en waarmee hij de toenmalige crisis en de hervorming van België te lijf ging door ze aan te spannen, je kan het zien aan de neepjes. Onvervalst en al zeer oud, zéker van voor het jaar 1992!”

“Gerard, ik wil hier weg. Ik geef je nog één kans!”

“Okay, al goed. Ik zie dat ik hier met een geslepen opkoper te maken heb. Wacht hier, ik ben zo terug.”

Gerard stapte uit de wagen, ging naar de roulotte van Walter De Buck, zat er een tijdje in te rommelen en kwam toen terug met een flesje dat hij voorzichtig met zijn twee handen voor zijn borst hield om het te beschermen bij een mogelijke valpartij. Dit was duidelijk iets speciaals. Mijn hart klopte in mijn keel.

Markt“Voila. De neus van Michael Jackson.
De o-r-i-g-i-n-e-l-e neus, want achteraf heeft hij er nog een paar gehad. Van tijdens zijn “zwarte periode” nadat zijn haar in brand heeft gestaan. Tijdens de operatie aan zijn hoofd hebben ze gelijk ook een stuk van zijn neus eraf moeten halen. In een mooi flesje op sterk water, meer bepaald in formaline. 5000 euro en drie euro voor het flesje, mijn laagste prijs!”

Om een lang verhaal kort te maken: het flesje staat nu bij me thuis. Na lang palaveren en afbieden heb ik het gekocht voor 300 euro, het flesje kreeg ik voor niets “uit vriendschap”. Is het ook geworden tussen Gerard en mij nadat we alle zwarte vaten hebben getest en één ervan bijna hebben leeggedronken (sorry, Dirk). Eindelijk heb ik iets speciaals in huis.

Ik vertrouw u beste lezers, niets verder vertellen, hé? Dit blijft onder ons want anders gaat mijn kop eraf! Of een bijl in mijn hoofd, of mijn neus afgehakt en verkocht als een vintage Pinokkio…

[1] prondelaars: handelaars op een prondelmarkt.
[2] het verdwenen zwaard van Jacob van Artevelde: klik hier.

Markten in Gent: klik hier.

© 2009 GENTBLOGT VZW

3 reacties »

  1. Reactie van Els Van Eeckhaut

    En zeggen dat dit geschreven werd voor de berichtgeving rond het verdwijnen van de neusprothese!

  2. Reactie van Arthur De Decker

    Het relaas van Huug bevestigd enkel wat echte kenners reeds lang wisten, vooral dan wat betreft die zwarte vaten.
    Waar en wanneer kan men inschrijven voor een wandeling op -4 onder de Vrijdagmarkt?

  3. Reactie van jerommeke

    “als Tom Boonen naar de eindlijn”? .. als Tom Boonen naar de lijn, tout court.