De onderwereld van het Braunplein

vrijdag 16 oktober 2009 16u58 | Veerle (tekst), Thierry (beeld) | 5 reacties
Trefwoorden: , , , , , , , , .

Ik heb het altijd bijzonder fascinerend gevonden om oog in oog te staan met directe sporen uit het verleden. Lezen over geschiedenis is boeiend en interessant, maar a.h.w. in die geschiedenis rondlopen, is onevenaarbaar. En dat gevoel krijg je helemaal bij archeologische opgravingen. Ik ben daarin duidelijk niet alleen. Het persbericht over de mogelijkheid tot een groepsbezoek aan de archeologische site op het Braunplein, was nog niet helemaal binnen of er werd al een oproep klaargestoomd: “dat is iets voor onze lezers”.
En jawel, vorige vrijdag stonden aan het stadhuis een twintigtal Gentblogtlezers vol verwachting klaar voor een rondleiding door stadsarcheologen Geert en Marie Anne. Tot onze verbazing loodsten zij ons echter eerst de trappen van het stadhuis op, naar de inkomhal, voor een blik op en een woordje uitleg over de oorzaak van al dat gegraaf: de maquette van het Kobra-project. Want voor de heraanleg van het Braunplein, met een parkje en een onderkelderde stadshal als belangrijkste elementen, moet er nogal diep gegraven worden, waardoor de huidige bodemstructuur, mét alle informatie over het verleden, volledig vernietigd zal worden. Om toch op z’n minst de informatie te bekomen, streek sinds 10 augustus de ploeg van de Dienst Stadsarcheologie neer op het Braunplein om dat onbekende universum bloot te leggen en aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen.

rondleiding Braunplein

Hoog tijd nu om een kijkje te nemen op het omgewoelde plein, waarbij we nog wat uitleg krijgen over de vroegere bebouwing: op het huidige Braunplein en de Poeljemarkt bevonden zich twee grote bouwblokken (zie ook plannetje op bovenstaande foto – de zwarte lijn duidt de huidige opgraving aan – de enkele huizen rechtover het Belfort die buiten die lijn vallen, werden bij het begin van de opgravingen blootgelegd en zijn inmiddels weer bedolven), gescheiden door de Korte Ridderstraat, die in een ver verleden deel uitmaakte van de handelsas tussen Keulen en Brugge. Het grootste huizenblok – kant Cataloniëstraat – werd rond de vorige eeuwwisseling (onder burgemeester Braun) gesloopt voor de aanleg van het Emile Braunplein, terwijl het kleinste blok – kant stadhuis – pas in de vroege jaren 1960 tegen de vlakte ging. Opmerkelijk daarbij was dat de toenmalige straten (zoals de Cataloniëstraat) veel smaller waren dan we nu gewoon zijn. Aanvankelijk dacht men dat de straatbreedte tussen de huizen en het stadhuis de uitzondering was die de regel bevestigde doordat die een stuk breder was, tot bleek dat voor de uitbreiding van het stadhuis – kant Poeljemarkt – ook een bestaand bouwblok moest sneuvelen, en dat kwam een heel stuk verder dan de stadhuisgevel.

Tijdens deze uitleg werd de liefhebber van het fijne werk bij archeologische opgravingen (het voorzichtig afschrapen van laagjes aarde, het hanteren van borsteltjes en truweeltjes, enz.) een illusie ontnomen: hier werden de grote middelen ingezet. Men wist immers dat bij de sloop van de huizenblokken de kelders niet alleen bewaard waren, maar ook opgevuld met het afbraakpuin. Om deze snel weer bloot te leggen, was groot materieel nodig. In de laatste fases werd uiteraard overgeschakeld op het fijne werk.

rondleiding Braunplein rondleiding Braunplein

Inmiddels stonden we nog steeds aan de buitenzijde van het hek dat de site omsluit en na deze boeiende uitleg mochten we dan eindelijk het ‘heiligdom’ betreden. Gelukkig had ik qua schoeisel een en ander voorzien want fijne schoentjes en hoge hakken zijn duidelijk niet geschikt voor deze oneffen omgeving van hopen aarde, losliggend steenpuin en dwarsende leidingen. Het was goed uitkijken waar we onze voeten zetten, want rondom ons zagen we alleen maar kuilen en putten, sommige in aarde, de meeste – de kelders – in steen. Op zo’n momenten ben ik dan blij om met specialisten ter zake op schok te zijn: hun geoefend oog wijst ons op zuiltjes (met bv. knopkapitelen, of met bladkapitelen), bogen, keldergaten, vloeren, bouwlagen, verschillen in materialen, versierselen, een stukje houten weg, het zwart pakket enz. Het is door hun uitleg dat het beeld heel concreet wordt.

Dat “zwart pakket” bv., een laag zwart materiaal die zich in een van de bodemlagen bevindt en dateert van de 10de- 11de eeuw, dat zegt op het eerste gezicht niet veel. Dat blijkt echter een bekend verschijnsel te zijn, dat overal in Europa voorkomt. Hoewel men de precieze oorzaak ervan niet kent, gaat men ervan uit dat het hier te maken heeft met de uitbreiding van de stad in die periode. De eerste stedelijke nederzetting in Gent was te situeren aan de Schelde en de oude Sint-Janskerk (waar nu de Sint-Baafskathedraal staat), met een omgrachting die van de ene kant van de Schelde (ong. ter hoogte van de Bisdomkaai), in een lus over het Sint-Baafsplein, weer naar de Schelde liep (ong. ter hoogte van de Jodenstraat). Maar in de loop van die periode werd die nederzetting te klein en was uitbreiding noodzakelijk. Die werd gezocht in de richting van de Leie, en daartoe werd de grond geleidelijk met organisch materiaal opgehoogd, waardoor die zwarte laag ontstond. Het “zwart pakket” van de Korenmarkt is recenter en dateert van de 12de eeuw.

In een van de bodemlagen was ook nog een restant van een 12de-eeuwse houten wegdek te zien. Toen was de Korte Ridderstraat bestraat met een knuppelweg, later bestond het wegdek uit schilfers Doornikse kalksteen.

rondleiding Braunplein rondleiding Braunplein

In de loop van de 13de-14de eeuw was een toenemende verstening merkbaar in de stad. Ook langs de Korte Ridderstraat, de belangrijke handelsweg, verrezen in die periode een viertal ‘stenen’, grote patriciërswoningen met grote kelders met zuilen, die dienden voor de opslag van handelsgoederen. Opmerkelijk was wel dat die kelders gebouwd waren in baksteen, i.t.t. de kelders in bv. de Hoogpoort vlakbij, die opgetrokken waren in Doornikse kalksteen. Vanaf zowat de 16de eeuw werd de rest van de gronden verkaveld en alle zones tussen die vier huizen en erven werden volgebouwd, met hier en daar ook open ruimten ertussen. De huizen langs de ‘bovenkant’ van de Korte Ridderstraat (cf plannetje) waren een stuk groter dan deze aan de kant van de Poeljemarkt. Elk huis bezat een eigen waterput en een beerput, heel dikwijls zelfs vlak naast elkaar gelegen. Nu kunnen we ons dat niet meer voorstellen.

Onder de keldervloeren stuitte men op de natuurlijke bodem, waar hoegenaamd geen sporen van eerdere bewoning werden aangetroffen.
Soms worden de archeologen geconfronteerd met opmerkelijke zaken, zoals die ene keldermuur in Doornikse kalksteen i.p.v. in baksteen zoals alle andere of dat zuiltje waarvan de volledig afgewerkte basis altijd onder het vloeroppervlak zat, waarvoor allemaal nog verklaringen moeten worden gezocht. Soms zijn die verklaringen heel voor de hand liggen (bv. gewoon gebruik van recyclagemateriaal), soms moeilijker te achterhalen en soms roepen mogelijke verklaringen alleen maar nieuwe vragen op.

Een ding is zeker: deze opgravingen zijn slechts de start voor heel wat onderzoek naar het verleden van die site, zowel onderzoek van de archeologische vondsten zelf (talrijke bodem- en andere stalen zijn naar laboratoria gezonden) als onderzoek via archiefbronnen en literatuur.
Bovendien zijn de opgravingen nog lang niet afgelopen. Het veldwerk op de huidige site moet afgerond zijn tegen eind oktober maar nadien volgen nog opgravingen in de Cataloniëstraat, een stuk van de Belfortstraat alsook op het Goudenleeuwplein (ik meen me te herinneren dat er nog locaties vermeld werden, maar die ben ik vergeten).
Wij volgen alvast de verdere evoluties op de voet en houden u vanzelfsprekend op de hoogte.

rondleiding Braunplein rondleiding Braunplein rondleiding Braunplein rondleiding Braunplein

De toren van het Belfort is de meest aangewezen plek om een mooi overzichtsbeeld van de archeologische site op het Braunplein te krijgen.

Wie alles eens met eigen ogen en oren wil zien en horen, kan nog eenmalig terecht op de vaste rondleidingen die door de dienst worden georganiseerd. Deze vindt plaats op dinsdag 27 oktober 2009 om 16.30 u.
Afspraak aan de inkomhal van het stadhuis (bij de KOBRA-maquette). Deelname is gratis. Inschrijven op voorhand is niet nodig, aangepast schoeisel is daarentegen wel aangewezen.

Meer info over Gent en archeologie, vindt u op de website van de Dienst Stadsarcheologie: www.archeoweb

© 2009 GENTBLOGT VZW

5 reacties »

  1. Reactie van Michel Vuijlsteke

    Ik heb zó spijt dat ik niet mee gegaan ben. Grr.

  2. Reactie van Els.

    Ah er is er nog ééntje, staat in het artikel..

  3. Reactie van William

    Mooi artikel, duidelijk verslag, ga proberen die laatste wandeling mee te pikken. Ben alleen beetje bang voor m’n enkel, die is paar maanden terug gebroken geweest en men had het niet gezien, resultaat slecht genezen en nog last van. Is er iemand die kan zeggen of het veilig (doenbaar) is er rond te lopen, laatste dat ik wil is die enkel verstuiken.

    • Reactie van Veerle

      Volgens mij is dat wel te doen, met goed ondersteunende schoenen, en een kwestie van goed uit te kijken waar je je voeten neerzet (echt rondgewandeld op de site wordt er niet, er wordt slechts op enkele punten uitleg gegeven, en in de kelders wordt zeker niet afgedaald)