Bestanden controleren in Stadsarchief
Vorige week had ik toevallig enkele dagen verlof en ik wou ervan profiteren om enkele opzoekingen in De Zwarte Doos – Stadsarchief Gent te doen. Voor alle zekerheid informeerde ik nog eens naar de precieze openingsuren en gelukkig maar. Ik kreeg namelijk te horen dat het Stadsarchief vorige week gesloten was omwille van de bestandencontrole. Dat prikkelde mijn nieuwsgierigheid en ik vroeg om wat meer uitleg, want bestandencontrole, wat moest ik me daar eigenlijk bij voorstellen.
Blijkt dat het Stadsarchief elk najaar een week de deuren sluit voor bezoekers. Tijdens die week wordt alle aandacht besteed aan de controle van diverse, op voorhand geselecteerde collecties, waarbij vooral gefocust wordt op die collecties waar men anders niet aan toekomt. U kent dat wel, die zaken waarover herhaaldelijk gezegd wordt “dat zou eens moeten aangepakt worden”, maar die om honderd en een redenen almaar uitgesteld worden (ook thuis).
Tijdens die week concentreert men zich dan intensief op deze taken en alle medewerkers worden ingeschakeld voor het (her)inventariseren, controleren op volledigheid, (her)nummeren, fotograferen, digitaliseren, beschrijven, (her)verpakken, … van de betrokken bestanden.
Het is uiteraard wat vervelend voor het publiek dat ze in die periode niet op hun vertrouwde plek terechtkunnen, maar op iets langere termijn is het dan weer wel voordelig voor hen: door de betere ontsluiting van deze collecties kan de bezoeker veel efficiënter en gemakkelijker onderzoek verrichten.
Dit jaar werd o.m. aandacht besteed aan diverse archieven van de randgemeenten (vóór de fusie). Voor het archief van het Tekenbureau van Gentbrugge werd geopteerd voor een snelinventarisatie, waarbij per doos een overzicht werd gemaakt van de titels en de datum van de tekeningen en plannen. Betreffende het archief van Sint-Amandsberg bleek de oude inventaris niet helemaal te kloppen. Daarom werden de documenten zelf erbij gehaald om te controleren welke informatie correct was en welke niet, en waar nodig te corrigeren. Een deel van het archief van Oostakker kreeg een nieuwe verpakking.
Wat door tijdgebrek en vele andere en dringender opdrachten ook wel eens wat te lang blijft liggen, is het klassement van de eigen administratie, het archief van het archief zeg maar. Ook hier werd orde op zaken gesteld.
Het Stadsarchief ontving recent een waardevolle collectie geporseleinde kaarten* (verzameling Boddaert): deze werden genummerd, ingescand en verpakt. Van de rijke afficheverzameling werden digitale opnames gemaakt waardoor de broze affiches niet telkens opnieuw moeten worden uitgehaald om ze door iemand te laten bekijken. Dat kan voortaan op het pc-scherm. De kwetsbare affiches werden herverpakt. Alle documenten uit de bekende Atlas Goetghebuer werden herschikt in de lades, waardoor ze op een optimale manier bewaard worden.
Naast deze materiële taken werd eveneens een beleid uitgestippeld voor de ontwikkeling van een volwaardig ‘depot’ voor digitaal archief, evenwaardig aan het nieuwe depot voor het papieren archief, zodat ook de digitale bestanden op een veilige manier bewaard worden. Tijdens de recente opendeurdag werd trouwens ook reeds aandacht besteed aan de archivering van digitale archieven.
Vorige vrijdag kwam AVS voor StadsTV op bezoek om een reportage te maken over deze bestandencontrole alsook over de tryout van Wie was Willem.
* Geporseleinde kaarten werden tussen ongeveer 1840 en 1865 gedrukt. Om geporseleind karton te bekomen werd het papier behandeld met dunne lagen zink- of loodwit, vermengd met kaolien en aluin. Dit procédé werd vooral gebruikt voor gelegenheidsdrukwerk zoals adreskaartjes of publiciteitskaartjes.
Stadsarchief – De Zwarte Doos
Dulle-Grietlaan 12, 9050 Gentbrugge (Gent)
Tel.: 09 266 57 60 – Fax: 09 266 57 39 – E-mail: stadsarchief@gent.be
Meer info op de website van het Stadsarchief
Voor info over ‘t Archief. Gent on Files vzw, de vriendenkring van het Stadsarchief, klik hier
© 2009 GENTBLOGT VZW
Interessante informatie voor een leek die geïnteresseerd is in familiale en andere opzoekingen in officiële archieven.
Vooral de archieven van de gemeente Gentbrugge van voor de fusie in 1970 interesseren mij.
Toen ik in 1969 als toenmalig VU-gemeenteraadslid opzoekingen deed naar de verslagen tijdens de bezetting van schepencollege en gemeenteraad onder voorzitterschap van oorlogsburgemeester prof dr Vincent Evrard tot aan de opslorping door Groot-Gent stelde ik vast dat heel wat documenten doordrenkt waren in de onder water staande kelders van het oud-gemeentehuis Braemkasteel. Wat er eigenlijk niet meer te recupereren was is mij onbekend gebleven. Zonder specifiek kopieertoestel was ik aangewezen op zwart-wit foto’s met eigen reflexfototoestel en flitser.
Gelukkig zijn de technische dossiers beter bewaard gebleven in de droge kelders van de Technische Dienst in het kasteel Speltincx (momenteel druk bezocht DC van het OCMW).
Bij opzoekingen naar mijn familiestamboom zocht ik vorig jaar informatie bij de Burgerlijke Stand over mijn grootoom “nonkel” Richard De Moor die tot aan zijn pensioen rond 1950 bureauchef of directeur(?) was bij de Dienst Bevolking en Burgerlijke Stand van de stad Gent. Zijn zoon Valère gaf les aan de stedelijke Academie.
Ik kreeg een ambtelijk briefje en een keurige toelichting van schepen Catharina om storting te vragen van meer dan 25 euro voor deze simpele opzoeking.Sedertdien weet ik wel beter en ben ik voorlopig gestopt met deze kostelijke hobby.
Vorig jaar trok ik naar de vooroorlogse archieven van het Ministerie van Openbare Werken (toen nog unitair)in Brussel om de loopbaan van mijn vader als conducteur van Brugge en Wegen -stroombekken Schelde en Albertkanaal te reconstrueren.
Vanaf zijn indiensttreding in 1919 bleef elk (handgeschreven of getypt) document bewaard in een dik dossier. Bij elke vraag kreeg ik door de ter beschikking staande bediende een kopie van het ingekeken document.
Ik kreeg zelfs een krop in de keel toen zijn brief aan de Sociale Dienst boven kwam om in 1948 bijkomende verlofdagen aan te vragen voor het overlijden van zijn echtgenote en de zorg voor zijn eigenste zoon Jan die al 8 maanden in het toen universitaire ziekenhuis van de Bijloke lag met een aanslepende hersenvliesontsteking.