De 5 leukste plekken aan het water en 49 andere lijstjes over Gent
Onlangs is er een nieuw toeristisch gidsje over Gent verschenen. Op zich zijn er natuurlijk wel een massa gidsen te vinden, maar dit kleine groene boekje springt er toch wel uit. Het geeft je geen uitleg over Sint-Baafs, en ook een beschrijving van de regenpijp aan het stadhuis ga je er niet vinden. Auteur Saskia Videler heeft namelijk 50 lijstjes opgesteld – het ene al gekker dan het andere – over onze favoriete stad. Naar aanleiding daarvan een kort interview met haar.
Gentblogt: Stel jezelf eerst eens voor?
Ik ben een vrolijke dame, geboren in de buurt van Haarlem en vaker verhuisd dan goed voor me is. In mijn nomadisch bestaan woonde ik ruim 3 jaar in Gent en deed ik mijn uiterste best om de stad zo goed mogelijk te leren kennen. Tegenwoordig werk ik als freelance web copywriter en social media professional.
Gentblogt: Lieve Sas, hoe ben jij als Nederlandse in Gent verzeild?
Vanaf mijn 20e was ik helemaal verzot op de Belgische popmuziek. Tijdens mijn studie moest ik een marketingstage doen, de Kinky Star in Gent leek me een ideale locatie. Al snel werd ik stapelverliefd op Gent en alles wat de stad te bieden heeft. Toen ik vijf jaar later in between jobs was, besloot ik dat ik net zo goed mijn geluk kon gaan zoeken in een plaats waar ik me echt in mijn element voelde.
Gentblogt: Waarom Gent, en niet Antwerpen of Brussel of zo?
Iedereen weet toch dat Gent uniek is. Je bent vanaf het eerste moment gecharmeerd door de sfeer en de schoonheid, en dan gebeurt er ook nog zoveel leuks op cultureel gebied… Ik heb drie keer in Amsterdam gewoond. Dat is mijn stad niet: veel te groot, te onpersoonlijk, te veel toeristen. Gent is een flinke stad, maar heeft toch een heel knusse kern. Dat vind ik fijn.
Gentblogt: Hoe ben je op het idee gekomen dit gidsje te schrijven?
Wel, eerlijk gezegd: het was niet mijn idee. De mensen van uitgeverij Luster kenden mij al en wisten dat ik Gent vrij goed ken en er ook een groot netwerk heb.
Gentblogt: Wat waren je criteria?
De plek moest écht de moeite waard zijn. Aan ‘fillers’, platgetreden paden en ‘tourist traps’ wilde ik geen aandacht schenken. Niet alleen ik, maar ook mensen uit mijn Gentse netwerk moesten trouwens achter de selectie staan. Het is ook voorgekomen dat enkele van mijn suggesties werden weggestemd door de ‘jury’. Als de redenen gegrond waren, heb ik uiteraard hun oordeel gevolgd.
Gentblogt: Op welk publiek mik je met dit gidsje? Heeft een rasechte Gentenaar er volgens jou ook iets aan?
Het is gewaagd, maar ik heb geprobeerd een zo breed mogelijk publiek aan te spreken. Er staan sjieke restaurants in, maar ook de beste frietkoten. Tips voor een wilde nacht uit, maar ook de leukste speelpleinen voor kleine kinderen. En ik denk dat het voor de geboren en getogen Gentenaar zeker ook interessant kan zijn. Want iedereen kent ‘zijn versie’ van een stad. Er verandert constant zo veel dat er genoeg te ontdekken valt. Ik hoop met dit gidsje wat inspiratie te bieden om nieuwe gezichten van de stad te ontdekken.
Gentblogt: Elke schrijver zegt dat hij, van zodra het boek naar de drukker is, nog fouten vindt of dingen zou willen wijzigen. Zijn er intussen dingen die je zou willen veranderen?
Met het hoofdstukje over de 10 opkomende Gentenaars heb ik het heel moeilijk gehad. Voor dat hoofdstukje moest ik een keuze maken uit een lange lijst namen. Ik heb er serieus slecht van geslapen! Uiteindelijk sta ik achter de namen die ik gekozen heb hoor, maar liever maak ik die lijst nog een stukje langer. Ook zijn er nog adresjes die ik net te laat heb ontdekt. Dat soort dingen vind ik erg jammer, maar het is inherent aan printuitgaven: op een gegeven moment moeten de pennen neer.
Gentblogt: Je boekje is een opsomming van lijstjes, maar wat ik er niet in terugvind, is wat jijzelf nu eigenlijk het leukste vindt aan Gent. Zeg eens?
Haha! Het allerleukste vind ik de mensen. Maar dat klinkt zo melig hè? Er zijn zo van die plekken waar het lijkt alsof de tijd is stil blijven staan, zoals op en rond station Dampoort – al zijn ze daar nu hard aan het renoveren. Moeilijk om zoiets aan te prijzen in een gidsje. Ik vind het ook niet mooi, het is meer een gevoel, een accentje dat bijdraagt aan wat Gent voor mij is. Het was ook ooit een eerste kennismaking met de stad. Dat zal er ook mee te maken hebben.
Wat betreft etablissementen: ik ben jaren meubilair geweest in Pink Flamingos. Jammer dat het er nu vaak zo vol rook hangt. Nu ja, vroeger ook waarschijnlijk, maar ik kan er tegenwoordig precies minder goed tegen. Ook kom ik erg graag in de Mosquito Coast en Simon Says. Shoppen doe ik het liefst bij Zoot, Mieke en Spoonful of Sugar.
Gentblogt: Ben je van plan nog meer dergelijke gidsjes uit te geven? Of kon je het alleen maar over Gent?
Graag! Maar dan zou ik ook echt Ãn de stad willen duiken, zoals ik met Gent heb gedaan. Ik zou er minstens een paar weken verblijven en zoveel mogelijk contacten leggen. Voor de authenticiteit van zo’n gidsje is dat essentieel, vind ik.
Gentblogt: Hartelijk bedankt, en nog veel succes!
Het boekje De 5 leukste plekken aan het water en 49 andere lijstjes over Gent door Saskia Videler werd uitgegeven door Uitgeverij Luster, is te vinden in elke degelijke boekhandel, en kost 9,95 euro. ISBN 978 94 6058 0291
© 2010 GENTBLOGT VZW
Fijn dat Gent ook z’n eigenste lijstjesboekje heeft, een absolute aanrader! Er bestaat trouwens ook een Brusselse versie. BrusselBlogt laat sinds kort, dankzij uitgeverij Luster, elke week een lijstje op de wereld los.
Groetjes uit Brussel!
Ik mag dan al “Marollien” zijn van geboorte, in mijn hart ben ik Gentenaar, “by choice”… in het Frans is het nog mooier “par amour”… Bedankt Gent om me te “adopteren”… Veel succes aan BrusselBlogt, misschien kom ik nog wel eens langs!
Lijstjes maken over Gent is van alle tijden.
In 1661 maakte Justus Billiet een lijst met 19 beschrijvingen “der sevenvaudige rariteiten der Stadt van Ghendt”. Ik noem er zeven op:
1. De seven parochyen:
Sinte Janskercke;
Sinte Jacobskercke;
Sinte Nicolaskercke;
Sinte Michielskercke;
Onse Vrauwenkercke;
Sinte Martenskercke;
Sinte Salvatotorskercke.
2. De seven pieuse plaetsen om te collocqueren ghebreckelicke persoonen:
de Fraters Alexianen;
Sinte Jans ten Dullen;
het Simpelhuys;
de Knechtjenschole;
de Meyschensschole;
de Bornaigeschole;
het Tuchthuys.
3. De seven plaetsen van temporeele judicature:
het Hof van den Raede in Vlaenderen;
het college van der Keure;
het collegie van Ghedeele;
het collegie van den Auderburch;
het college van Sinte Pieters;
het collegie van Sinte Baefs;
den lieutenant civil.
4. De seven maercten:
de Vrydachmaerct;
de Cooremaerct;
de Vischmaerct;
de Beestemaerct;
de Melemaerct;
de Cuypbotermaerct;
de Pouillemaerct.
5. De seven publycke horlogien:
het Belfroot;
Sinte Pieters;
Nonen Bossche;
Sint Salvators;
de P.P. Sartreucsen;
de Leughemeete;
op de Vischmaert.
6. De seven antycque Wonderen van Ghendt:
Het aude Graven Casteel;
den Crocht onder St Janskercke;
het Cuypgat onder dry rivieren;
den Draeck op ‘t Belfoord;
de Schilderye der Van Eycks;
het Ghescut den rooden duyvel;
den Yseren solder in Sente Pieters kerck (abdye).
7. De seven nieuwe Wonderen van Ghendt:
De kercke van Sente Baefs;
de nieu kercke ter Hoyen;
de convocatye Camere;
de schoonen Beyaert;
de spoele van de Braempoorte;
den Coperen Trommel;
Stadsmuer ende dodanen.”
De meeste rariteiten van 1661 zijn nu nog terug te vinden, doch voor sommige zou ik niet weten waar zoeken.