Langs de oevers van … de Coupure (deel 2)
Vervolg van deel 1
Vanaf het laatste kwart van de 18de eeuw werd de Coupure ook een belangrijke vestigingsplaats voor industriëlen. De aanwezigheid van water is daar natuurlijk niet vreemd aan: het water werd gebruikt bij de productie, voor transport (aanvoer van grondstoffen en transport van afgewerkte producten) en voor de lozing van afvalwater. In de loop der jaren vestigden er zich aan en rond de Coupure, naast de tuinbouwbedrijven, herbergen en buitenverblijven (ook wel gloriettes of speelhuysen genoemd) – in willekeurige chronologie en niet noodzakelijk allemaal op hetzelfde moment – katoenbedrijven (o.m. katoendrukkerijen en -spinnerijen), olieslagerijen, zoutziederijen (met zoutpannen), suikerraffinaderijen, zeepziederijen, een rosmolen voor snuiftabak (de Fortune), magazijnen, ijzergieterijen, brouwerijen, azijn- en brandewijnstokerijen. Stoommachines deden in Gent hun intrede al vanaf 1820-1825, en de eerste werden geplaatst in bedrijven langs de Coupure, weliswaar met heel wat tegenkanting.
Vanaf het tweede kwart van de 19de eeuw verstedelijkte de buurt steeds meer, ten nadele van de exploitatie van de diverse tuinbouwbedrijven. Vooral vanaf het midden van de eeuw kwam de bouw van woonhuizen goed op gang en waren ook bijna alle vroegere lusttuinen en buitenverblijven verdwenen. Gelijklopend daarmee steeg ook het aantal nieuw toegekende huisnummers spectaculair.
Tegen het einde van de eeuw was de Coupure bijna volledig volgebouwd, met een mix van huurwoningen en burgerhuizen tot – soms bijzonder luxueuze en monumentale – herenhuizen.
Deze mix weerspiegelt ook de heel heterogene bewoning uit alle lagen van de bevolking: adellijke families, notabelen zoals magistraten en professoren, bedienden, werklieden uit de omliggende bedrijven, een grote groep huispersoneel (in dienst bij de adel en de notabelen), kunstenaars, studenten…
Ook in de twintigste eeuw was er volop bouwactiviteit met onder meer de bouw van het complex van de Rijkslandbouwhogeschool en de Veeartsenijschool. In de jaren 1960 en 1970 verdwenen heel wat prachtige herenhuizen helaas onder de sloophamer voor de bouw van appartementsgebouwen. Gelukkig werd de Coupure in de jaren 1980 erkend als beschermd stadsgezicht.
Met het openstellen van de Ringvaart in 1969 waardoor langs de Coupure geen binnenschepen meer voeren, werd een tijdperk afgesloten.
Over de Coupure valt uiteraard nog veel en veel en veel meer te vertellen, maar daarvoor verwijs ik vanzelfsprekend door naar de publicatie De Coupure in Gent. Scheiding en Verbinding. Het boek bevat een schat aan informatie, zeker voor iemand voor wie die geschiedenis tabula rasa is. Er wordt aandacht besteed aan de historiek, de gebouwen (zoals het Rasphuis of Provinciaal Correctiehuis, het Spiegelhof, het Casino, La Lys, enz.), de economische bedrijvigheid, de woningen, de bewoners (het bevat zelfs een Who’s Who van de Coupure), de bruggen, de herbergen… alsook aan meer faits divers zoals luchtballons, elektrische uurwerken, de Waterstoet uit 1905 of de eerste wedstrijd voor politiehonden. Het boek bevat ook enkele getuigenissen van Coupurebewoners.
Het concept van het boek, chronologisch opgebouwde hoofdstukken door telkens een andere auteur, heeft volgens mij wel een klein nadeel: informatie over bepaalde onderwerpen staat op die manier soms verspreid over verschillende hoofdstukken en is achteraf niet altijd gemakkelijk terug te vinden. Een index zou eveneens handig zijn.
Als toemaatje nog een klein stukje over de Floraliën. De Floraliën en de Coupure? Jawel.
In de omgeving van de Coupure werden heel lang groenten maar hoogstwaarschijnlijk ook bloemen gekweekt. Sommige hoveniers gingen reeds op het einde van de 18de eeuw naar Engeland voor de aankoop van nieuwe planten om die hier dan verder te kweken. Zo ook ene Frans Van Cassel in het begin van de 19de eeuw, die in herberg Au Jardin de Frascati, gelegen langs de Coupure, aan zijn collega’s het relaas van zijn ervaringen in Engeland deed.
Van het een kwam het ander en de Maatschappij voor Landbouw en Kruidkunde (de latere Koninklijke Maatschappij voor Landbouw en Plantkunde) werd opgericht, die in februari 1809, in Frascati een plantententoonstelling met wedstrijd organiseerde, zodat de kwekers hun assortiment aan het publiek konden voorstellen. Negenenveertig planten dongen dat eerste jaar mee naar de titel van mooiste plant. Hier lag dus de kiem van de Floraliën want door het grote succes werd beslist om jaarlijks een zomer- en een wintertentoonstelling te houden. Er was alleen het probleem van de zaal, want telkens opnieuw was er het probleem om een grotere zaal te vinden.
De oplossing lag in de bouw van een eigen zaal. Op een terrein langs de Coupure ontwierp stadsarchitect Louis Roelandt een tentoonstellingsgebouw met plaats voor vergaderingen, café-restaurant, concertzaal, bibliotheek en een wandeltuin met kiosk. Dit prachtige complex, in de wandelgangen door de Gentenaars het Casino genoemd (heeft niets met speelzalen te maken), werd ingehuldigd op 15 augustus 1836, en werd algauw een geliefkoosd ontspanningsoord voor de Gentse bourgoisie. In 1839 werd er, voor de viering van 30 jaar tentoonstellingen, een grote internationale tentoonstelling georganiseerd, die voortaan om de vijf jaar zou plaatsvinden: de basis van onze Floraliën.
Maar na vele decennia werd ook het Casino te klein, en in 1913, tijdens de Wereldtentoonstelling, werd verhuisd naar het nieuwe Floraliënpaleis in het Citadelpark, waar de Floraliën heel lang gehuisvest bleven. Het Casino zelf raakte in verval en werd uiteindelijk, in 1945, gesloopt.
Daarmee is ook de herkomst van de naam Casinoplein duidelijk.
De Coupure in Gent. Scheiding en verbinding (Marcel Storme e.a.), telt 323 p. en is rijkelijk geïllustreerd, het werd uitgegeven door Academia Press en kost € 37. Meer info vindt u hier.
(De illustraties bij het artikel (beide delen) zijn afkomstig uit de verzamelingen van Adrien Brysse, Dr. R. Heughebaert en Erik De Keukeleire)
© 2010 GENTBLOGT VZW
Ik heb ergens op de coupure school gelopen,eind de jaren 60.Toen was er sprake dat er een metro ging komen in de coupure in de jaren 90.Dat leek toen zo ver .Maar geen kat die nu nog over ne metro spreekt !!
Ik zou geboren zijn aan de coupure. In “De Refuge” is daar nog wat van gekend?
Het ziekenhuis Refuge de Marie, Toevlucht van Maria, Coupure 275 is vandaag een rusthuis, daarvoor een … met foto van deze … in het boek op p 98
Mooi boek.
Waar zijn de archieven van het chirurgies kliniek “Toevlucht van Maria” ondergebracht? Ben op zoek naar een uitrijksel van een chirurgies ingrijpen gebeurd in het jaar 1955.
Beste Johan, je kan je met je vraag misschien beter rechtstreeks wenden tot de mensen van het Stadsarchief Gent, tel. 09/266.57.60 – stadsarchief@gent.be, meer info vind je op hun website