Monniken Tashi Lhunpoklooster
Het laatste concert van het Festival van Vlaanderen vond afgelopen zondagmiddag, 9 oktober, plaats in de concertzaal van de Handelsbeurs te Gent.
De monniken uit Tibet boden het publiek een unieke kans om de rituele gezangen en dansen van dichtbij te bewonderen. Om hun eeuwenoude religieuze tradities in leven te houden, en om steun te vinden, reizen ze vandaag de wereld rond.
De unieke dans- en muziektraditie die de monniken van het Tashi Lhunpoklooster in ere houden, stelt een aantal kernbegrippen uit het Tibetaanse boeddhisme centraal: lijden, mededogen en verlichting.
Tibetaans boeddhisme
Het boeddhisme kent drie belangrijke tradities, de zogenoemde ‘yana’s’ (voertuigen). Ze komen overeen met de drie wentelingen van het ‘dharma’-wiel, het symbool van de boeddhistische leer. Volgelingen van het Hinayana – het kleine voertuig – stellen zich tot doel zelf bevrijding (nirvana) te bereiken; dat doen ze onder andere door zich verre van verleidingen te houden. Binnen het Mahayana – het grote voertuig – is het bereiken van verlichting (boeddhaschap) het doel om daarna alle bewuste wezens te kunnen helpen; wijsheid en mededogen spelen hierbij een hoofdrol. Het Vajrayana ten slotte – het diamanten voertuig – is de tantristische (meditatieve) stroming binnen het Mahayana, waartoe ook het Tibetaanse boeddhisme behoort.
Gewijde muziek en maskerdans
De politieke moeilijkheden in Tibet en de ballingschap van de huidige Dalai Lama en zijn volgelingen in India leidden in 1972 tot de bouw van een klooster in
Bylakuppe (Zuid-India) dat eveneens de naam Tashilhunpo kreeg. Het is uitgegroeid tot een belangrijk intellectueel centrum, bekend ook om zijn tradities van gewijde muziek en maskerdans. De meditatieve gezangen bestaan vaak uit drie of vier lang aangehouden tonen, begeleid door bellen, kleine bekkens, ‘gyangling’ (blaasinstrumenten die bouwtechnisch op hobo’s lijken, en vier tot vijf hoge tonen voortbrengen) en meterslange ‘dungchen’ (hoorns die ondersteunende lage klanken voortbrengen). De dansen grijpen dikwijls terug naar de pre-boeddhistische wereld van Tibet, waar sjamanen met maskers in tranceachtige dansen tussen het goddelijke en het aardse fungeerden en het kwaad probeerden te verdrijven.
In Gent lieten ze dit allemaal zien en horen aan de uitverkochte zaal. Het voorste gedeelte was er helemaal op ingericht met kussens op de vloer. Stil, en bijna ademloos werd het publiek verrast met kleurrijke dansen en monotoon gezang. En wat is er beter dan dit hele gebeuren te laten zien met een uitgebreide fotoreportage, waarin de sfeer en kleuren beter tot hun recht komen.
Als afsluitingsconcert (misschien?) bedoeld om de muzikale geest tot rust te laten komen en weer uit te zien naar het Festival van Vlaanderen in 2012!
© 2011 GENTBLOGT VZW