Koken bij de Romeinen
Toen ik via via een foldertje in handen kreeg van het Davidsfonds in Gentbrugge, kon hun eerste activiteit mij zeer bekoren.
Dinsdag werd er immers een lezing geprogrammeerd over Koken bij de Romeinen. Voor de gevraagde negen euro (als niet-lid) kreeg je niet alleen een deskundige uitleg van historica Annelies Van Wittenberghe, ze had meteen ook de daad bij het woord gevoegd, en een aantal (bewerkte) recepten klaargemaakt, zodat we konden proeven.
Annelies is in 2007 met haar historisch kookproject begonnen. Eigenlijk is het het combineren van haar grote hobby met haar studies. Ze geeft voordrachten over de geschiedenis van koken en eten tot 1750, maar is vooral gespecialiseerd in Romeinse culinaire geschiedenis. Ze volgt ook een koksopleiding in CVO Leerdorp, zodat ze écht wel weet waarover ze praat.
Dat was ook meteen duidelijk: ze liet de voorgeschiedenis van het koken zien op een tijdsbalk van de verschillende oude beschavingen: Mesopotamiërs, Indiërs, Egyptenaren, Grieken, en uiteindelijk ook de vrij recente Romeinen. Daarnaast gaf ze een aantal leuke weetjes mee: zo bleek dat een bepaalde terracotta pot met gaatjes en binnenin een spiralend richeltje gebruikt werd om relmuizen vet te mesten en daarna vrolijk op te peuzelen. Moet kunnen.
Wanneer je dieper ingaat op Romeins koken, kan je niet anders dan uitmonden bij het ‘kookboek’ van Apicius. Er staan een aantal – vrij maffe – recepten in, maar in sommige gevallen is het eigenlijk niet meer dan een opsomming van ingrediënten. Daarop heeft Annelies zich dan gebaseerd om een aantal gerechten uit te proberen en te recreëren. Er zijn uiteraard een reeks beperkingen: sommige ingrediënten zijn uiterst zeldzaam geworden of zelfs niet meer te krijgen, andere recepten vinden we ronduit wansmakelijk. En dan stootte Annelies ook een aantal keren op een resoluut ‘njet’ van het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid: zo mag flamingo bijvoorbeeld niet geserveerd worden, en kan je ook geen gebruik meer maken van garum, een vissaus die gemaakt wordt door gepekelde vissen en visingewanden dertig dagen in de volle zon te laten rotten. Flauweriken!
Annelies serveerde ons gehaktballetjes met onder andere rozijnen, pijnboompitten en Thaise vissaus (next best thing), en garnalen met een speciaal, vrij zoetig sausje met oa. honing en peper.
Ook een toastje met pesto passeerde de revue. Als dessert kwamen er dadels gevuld met pijnboompitten, honing en nog een paar dingen.
Het was op zijn minst speciaal te noemen, en ik denk dat het een waardige start was voor het werkjaar van Davidsfonds Gentbrugge.
© 2012 GENTBLOGT VZW
Whaw, de Romeinen kenden al de grijze Noordzee garnalen en Thaisse vissaus!
Ziet er anders wel heel smakelijk uit!
Als je het artikel leest, Roland, zie je dat garum niet meer mag/kan, en dat de Thaise vissaus het dichtst in de buurt komt. Garnalen kenden ze wel degelijk, zelfs de Noordzeevariant. Maar hier ging het eigenlijk om het sausje.