Onderweg langs onverwachte haltes

woensdag 18 april 2012 14u26 | Arne Van Schoors | reageer
Trefwoorden: , .

Arne Van Schoors is een Gentenaar, die gedurende vijf maanden van Zuid- naar Noord-Amerika trekt, van Patagonië naar Alaska. En wij mogen meelezen. Het vorige deel is hier te lezen.

Ik verwacht het ultieme antiserum tegen heimwee, geen kassei uit de Vlasmarkt, een Westmalle Tripel of een karton regeringsformateurs. Neen, mijn vriendin vliegt binnen afzienbare tijd over naar Mexico om zich gedurende zeventien dagen bij mij te voegen op deze reis. Ik wil er geen seconde van missen.

Er zijn echter fouten gemaakt. De pan-Amerikaanse snelweg is onderbroken voor zestig kilometer tussen Panama en Colombia. Ik moet dus een andere manier vinden om in Centraal-Amerika te geraken. De tijd tikt en ik word beetje bij beetje zenuwachtig, ik wil tijdig in Mexico DF zijn als mijn vriendin daar landt.

Misvattingen over reisroutes, makkelijk te voorspellen, maar ik zag ze liever over het hoofd. Hier stopt het niet: Colombia is vanuit Peru ook niet bereikbaar over land. Ik ben onvoorbereid tijdens deze etappe van mijn reis en ik trok kinderlijk lijnen over land om van punt a naar punt b te geraken. Blijkbaar liep mijn potloodlijn dwars door de jungle. Enkel met een vliegtuig geraak je in Iquitos, de verbinding tot Colombia, waar je met een boot over de Rio de Amazone de grens met Colombia kan bereiken. Een heel aantrekkelijke reis waar ik spijtig genoeg geen tijd voor heb. Mijn enige oplossing is te reizen door Ecuador. Er zijn mensen die al harder gestraft zijn voor vergissingen.

Vanaf Lima zijn veiligheidsmaatregelen een noodzaak, de zone van Peru tot Centraal-Amerika is een gebied geteisterd door drugstrafikanten, guerrilla’s en kleine criminelen. Vooraleer je de bus opstapt, word je gefilmd, voor het geval dat. Net zoals vele andere veiligheidsmaatregelen voel ik me er niet veiliger om. Ik kom na 1500 kilometer terecht in Guayaquil, de grootste stad van Ecuador. De hoge bergen liggen achter mij en ik kom dicht bij de evenaar. De temperaturen lopen hier op tot boven veertig graden.
De eerste impressies van een stad zijn meestal negatief, geen plaats grauwer dan een busstation in Zuid-Amerika kort na middernacht. Het is tropisch warm en de lucht is veranderd in een dikke brij, amper in te ademen.

Ik check in in het eerste, het beste hotel en merk dat mijn slaapkamer vacuüm is getrokken, ik trek kasten en schuiven open op zoek naar een beetje lucht, Ik heb wel een televisie maar zie al snel in dat deze een extra warmtebron zal worden. Verder probeer ik de occasionele kakkerlakken te negeren die onder mijn bed kruipen.

Ik vind de slaap niet, mijn lichaam gaat in protest tegen mij omwille van de ontregelde nachten en er zit dus niets anders op dan een nachtwandeling te maken.
Guayaquil ligt op de westoever van de Guayas-rivier en is het economisch centrum van het land. De grondleggers van de Zuid-Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlogen Jose de San Martin en Simon Bolivar hielden hier begin 1800 een groots overleg over de bevrijding van Spaans-Zuid-Amerika. Zuid-Amerika is vergeven met standbeelden en straatnamen van de iconen van de onafhankelijkheidsoorlogen. De ontmoeting is verzegeld in een zeldzaam monument waar beide krijgsheren verenigd zijn. Rond drie uur ‘s nachts keer ik terug naar het hotel.

Amerikareis

San Francisco de Quito, de hoofdstad van Ecuador ligt in het stroomgebied van de Guayllabamba en is een parel vergeleken met het maar grijze Guayaquil. Samen met Krakau belandde deze stad als eerste op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Elke maandag is er een wissel van de wacht aan het presidentiële paleis op de Plaza de Independencia en ik heb geluk want de president is in het land en hij beleeft deze ceremonie mee vanop het balkon van zijn paleis.

In Quito verblijf ik in een appartement, gevuld met salsamuziek en koffiegeur, en met een schijnbaar oneindig zicht op de valleien rond Quito. Mijn gastheer is Felipe Cisneros die als student even in Antwerpen woonde, toch hij werd – begrijpelijk – verliefd op Gent en zijn cultuur. Felipe studeerde politieke wetenschappen maar kwam door zijn grote passie voor koffie terecht bij de overheid. Hij is directeur van de unie die de drieëntwintig provincies van Ecuador verenigt en heeft de ondersteuning en educatie van de koffieboeren als taak.

In 2003 opende hij Cafeto, een koffiehuis in het historisch centrum van Quito. Lonely Planet vindt zijn espresso de beste van de stad, maar sinds de opening heeft Felipe niet stilgezeten. Hij onderzocht het hele productieproces van koffieboon tot koffie en iedereen die eraan deelneemt en eraan verdient. Hij is zeker geen Zapatista (hij noemt zich eerder ondernemer), maar hij vindt het belangrijk om de boeren te empoweren, hij leert ze hoe ze de inkomsten en productie kunnen verhogen en zorgt ervoor dat alle overbodige schakels die tussen de boer en de koffiedrinker zitten, en er dus aan verdienen, ervan tussen gehaald worden. Op dit moment wordt de koffie van deze boeren al geëxporteerd naar Europa en de Verenigde Staten. Hij hoopt op een dag de beste koffie van Ecuador en zelfs de hele regio en Zuid-Amerika te produceren.
In mij vindt Felipe geen koffieliefhebber, maar we kunnen het goed met elkaar vinden. Hij is gastvrij, we vertoeven in identieke levensfases en vinden in elkander dezelfde levenslust, kinderlijke dromen, stout en ambitieus.

Met het verlaten van Quito steek ik eerst de evenaar over vooraleer ik mijn weg tot de Colombiaanse grens vind. De gammele maar mooi gedecoreerde bus brengt mij tot een stadje aan de grens en vandaar zoek ik samen met een jonge Colombiaan een taxi die ons tot de controleposten wil voeren. Zijn favoriete voetbalteam Barranquilla FC, waarvan het embleem mooi op zijn borst getatoeëerd is, speelde enkele dagen geleden in de Copa Libertadores in Bolivië. Spijtig genoeg verloren ze, maar hij verteerde het verlies met tijd aan de Peruviaanse en Ecuadoriaanse stranden en discotheken. Hij heeft een vriendinnetje en we tonen elkaar foto’s van degene die we liefhebben. Hij heeft nog net genoeg geld om een busticket te kopen naar een dorp vlakbij waar hij familie heeft wonen, daar hoopt hij geld te krijgen van een oom zodat hij aan de andere kant van het land geraakt. Ik betaal hem een maaltijd aan de grens en ik neem de bus naar Cali.

Colombia, het land in Zuid-Amerika dat het meest instabiliteit heeft gekend in zijn lange geschiedenis en waar stiltes enkel synoniem staan voor aankomende stormen, is in Europa nog het meest bekend dankzij Gabriel Garcia Marquez, (Gabo alhier), Rene Higuita, Pablo Montoya en godnogaantoe Shakira.

Maar in Cali doen deze beroemdheden er niet toe, dit is de Salsa-hoofdstad van de wereld. De salsaclubs brengen je terug naar de jaren zeventig en tachtig en Carlito Brigante kan elk moment binnenwandelen. Hier geen plaats voor stoelen en tafels want iedereen danst tot het zweet van de muren loopt. De Cali-salsa heeft een hoger ritme dan de Cubaanse of Amerikaanse salsa, die hun weg naar Europa hebben gevonden. Deze dansers en danseressen verheffen salsa tot ware kunst.

Net als de voorbije maanden laat ik mij het hoofd niet op hol brengen door een of andere cultuur of stad en vertrek ik op tijd voor ik mijn hart verlies. Daarbij, binnen enkele dagen vlieg ik vanuit Medellin naar San Jose in Costa Rica. Waar in Cali de sensuele ritmes van salsa de temperatuur de hoogte injagen, is het in Medellin zijn pijnlijke geschiedenis die deze stad tot een kookpunt bracht. Pablo Escobars drugkartel dat opereerde vanuit Medellin, zaaide bijna twintig jaar terreur en moord over Colombia. El Patron regeerde dit land en was een van de rijksten op deze planeet. Zo rijk dat hij de regering aanbood om de grote staatsschuld in eenmaal af te lossen. Zijn destructieve en exposerende machtsstijl, waarbij hij duizend dollar bood voor elke dode politieagent, tekent het gevaar dat van deze man uitging.

Amerikareis

Dit Medellin is gelukkig niet meer. Escobar ligt ondertussen al bijna twintig jaar onder de zoden en onder leiding van de eerste succesvolle – maar tevens gecontesteerde – leider van het land, verjoegen het leger en de politie het gros van de drugstrafikanten, de nazaten van Pablo Escobar, het FARC en de vele guerrillagroeperingen. Voor het eerst kan de Colombiaan ‘s nachts de straat op en dit grote land verkennen (even groot als Frankrijk, Spanje en Portugal samen), reizen in de jungle en naar de Caribische kusten met oude steden als Cartagena.
Natuurlijk is dit Colombia niet compleet vrij van gevaar geworden, maar het is leefbaar en dat betekent voor een Colombiaan al heel veel.

In Medellin beleef ik mijn laatste dagen in Zuid-Amerika bij Luis Fernando, een vijfenzestigjarige vrijgezel en gepensioneerd leraar. Zijn onderwijzende stijl heeft hij duidelijk niet verleerd, op de eerste avond vertelt hij mij rond twaalven dat ik moet gaan slapen, want dat we morgen een drukke dag voor de boeg hebben. Hij zal mij door deze stad gidsen. Luis Fernando is een beminnelijk man, geen grote woorden, gelovig en georganiseerd. Hij was tweemaal dichtbij een huwelijk, maar beide keren liep het op niets uit. Hij leerde alleen te zijn en werd er zo goed in dat hij niets anders meer wil. Hij vindt rust in zijn huis met vele kamers en een verborgen tuin waar hij zijn sigaret rookt.
Samen met hem stap ik waarschijnlijk de meest moderne en nette metro ter wereld in en zweven we via kabelbanen over de stad, die in een vallei ligt. We komen in armere wijken waar Luis Fernando tot vijf jaar geleden ook niet kwam, omwille van de onveiligheid. In Santo Domingo houden we halt om iets te drinken en worden beiden vertederd door kleine kinderen die ons komen groeten en door het volkse en authentieke leven op straat, waar moeders het haar van de dochters kammen en kinderen fietsraces organiseren.

Om mijn laatste avond in Zuid-Amerika feestelijk af te sluiten, kopen we beiden een fles in een slijterij. Hij kiest voor de Colombiaanse anijsdrank Aguardiente, ik kies voor een Colombiaanse rum. Rond achten komt Edgar langs, een jeugdvriend van Luis Fernando en tevens vrijgezel. Elke week ontmoeten ze elkaar hier in zijn tuin en drinken een drankje genaamd ‘Loneliness’, maar het is beter dan alleen te drinken. Met een houten kop die ik met plezier onderga na een onvergetelijke tocht door Zuid-Amerika en een warm afscheid in Medellin, vlieg ik naar Costa-Rica en Centraal-Amerika.

Amerikareis

© 2012 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.