Bronzen Zwijntjes
Tijdens de openingsplechtigheid van de 40ste Zwijntjeskermis afgelopen zaterdag werd op een ludieke manier het Zwijnaards dialecticon van Eric De Keyser voorgesteld. De voorstelling gebeurde in het Zwijnaardse dialect en werd simultaan in het Gents vertaald door Freddy Geirnaert.
Daarna werden de eerste “Bronzen Zwijntjes†uitgereikt. Deze “Bronzen Zwijntjes†zullen elk jaar uitgereikt worden aan mensen, groepen of verenigingen die zich op de één of andere manier verdienstelijk maakten voor Zwijnaarde. Deze “Bronzen Zwijntjes†moeten een bescheiden tegenhanger worden van de, voor de Zwijnaardenaars onbereikbare, “Gentsche Handjes†die elk jaar uitgereikt worden door de Gentsche Sosseteit.
Reeds lange tijd heerst er tussen de Gentse stadsbewoners en de boerkes van Zwijnaarde namelijk een lichte wrijving. De fusie kwam dan ook voor sommige Zwijnaardenaars hard aan.
Maar, tijd heelt wonden. En niets is beter dan een flinke portie humor om bestaande wrijvingen uit de weg te ruimen. Het zou wel leuk zijn deze vetes nooit te vergeten en ze dan ook op een ludieke manier, zonder rancunes, in ere te houden.. Daarom ook dat wij, Zwijnaardenaars, de confrontatie met onze ‘Stropkes’ niet uit de weg gaan.
De symboliek werd door Eric De Keyser, de bedenker van de ‘Bronzen Zwijntjes’, en als sneer naar de Gentenaars, bij middel van een Zwijnaards kortverhaal over Keizer Karel duidelijk gemaakt. Dit verhaal boeide iedereen en werd op een onderdrukt gelach onthaald.
Vroeger, toen Keizer Karel nog geregeld in Zwijnaarde kwam, gebeurde er het volgende. Een boertje uit Zwijnaarde bracht een zwijntje naar de markt in Gent. Hij joeg het zwijntje, bij middel van een stok, voor hem uit. Ter hoogte van de Kerkwegel (Remi Vlerickstraat) voelde het varkentje nattigheid en begon te panikeren. Het stopte en legde zich neer. Het was met geen duizend stokken nog in beweging te krijgen. Het boertje sakkerde en vloekte zodat ze het bijna in Gent horen konden.
Op ditzelfde moment kwam Keizer Karel terug van een jachtpartij in onze indertijd dichtbeboste streek. Hij kwam met zijn gevolg uit de richting Zevergem en begaf zich ook via de Kerkwegel naar het kasteel in Zwijnaarde, waar hij zich wat ging opfrissen en om wat te verpozen vooraleer hij zich naar Gent begaf. Plots hoorde hij luid geschreeuw en gesakker en vroeg aan één van zijn gezellen om te gaan zien wat er gebeurde. De ruiter kwam weldra terug met nieuws. “ Majesteit, er is een boer op weg naar de markt met zijn varken. En het dier heeft het blijkbaar in de mot en wil niet meer voor- of achteruit.
Keizer Karel zuchtte diep en ging naar de boer toe. “Heren, ik wil mij verontschuldigen omdat mijn zwijntje u ophoudt, maar het dier blijft onverzettelijkâ€, zei de boer.
“Wel mijn beste man, hebben ze je nooit geleerd wat je moet doen met een weerspannig varken? Geef maar eens een goede ruk aan zijn staart en het zal wel vooruit willenâ€Het boertje keek wat ongelovig, maar uit eerbied voor de Keizer en uit wanhoop volgde hij aarzelend de Keizer zijn raad op. Hij gaf een ferme snok aan de staart van het zwijn. En zie, het zwijntje stopte met schreeuwen en zette zijn weg gedwee verder. Het boerke was totaal van zijn melk over dit gebeuren en zei tegen de Keizer: “ Wel majesteit, als u zo goed kunt omgaan met koppige varkens, dan heeft u er beslist veel meer dan ik in uw bezit en onder uw hoede.â€
Keizer Karel, de Gentenaars indachtig, moest om dit voorval heel hard lachen en vroeg de hovelingen deze wijsheid goed in hun oren te knopen.
Vandaar dat wij het zwijntje in zijn koppige liggende houding als symbool gebruiken van onze trofee.
Het eerste bronzen Zwijntje werd uitgereikt aan Robert Van Laecke, voorzitter van de Zwijnaardse feestcommissie en bezieler van de Zwijntjeskermis.
Een tweede bronzen zwijntje werd uitgereikt aan de Gentsche Sosseteit voor hun streven naar het behoud van het Gentse dialect, inbegrepen het Zwijnaardse dialect.
Een derde bronzen zwijntje viel te beurt aan Keizer Karel. Dit om de symboliek en de nauwe binding van Zwijnaarde met Keizer Karel en zijn zus Isabella van Oostenrijk.
Op 3 juni werd dan op het dorpsplein het beeld onthuld. Niettegenstaande het druilerige weer trotseerde een honderdtal mensen de miezerige regen. Maar plots, toen Keizer Karel met zijn gevolg ten tonele verscheen, sloten zich de hemelsluizen. Eric De Keyser nodigde de Gentse burgemeester Termont en schepen De Caluwé uit om het beeld te onthullen. Na het verwijderen van de Gentse vlag kwam een mooi arduinen zwijntje te voorschijn: een “Feestzwijntje†, in ’t Zweenoars , een ‘Fiestvirkneâ€
Eric De Keyser bedankte het feestcomité voor hun 40-jarige inzet voor de kermis en schonk hen daarom ook het beeld. Hij stelde ter dezer gelegenheid, ook een officiële (historische) vraag aan Keizer Karel: “Majesteit, zijn wij, Zwijnaardenaars, nu ook Gentenaars ?â€
Keizer Karel antwoordde bevestigend door het beeld een Gentse strop om de hals te doen. Dit was bittere spot, maar het leidde tot blijdschap van het volk. Deze daad werd onthaald op een algemeen applaus.
Na de ondertekening van het charter door de burgervader, de schepen, de voorzitter van de feestcommissie en Eric De Keyser, stelde burgemeester Termont zich de vraag of hij nu de onafhankelijkheid van Zwijnaarde had ondertekend. Hij had het charter blijkbaar niet zo goed gelezen. Na de plechtigheid werd er in alle broederlijkheid een “zwijntje†gedronken in de feesttent. Iedereen kon nu tevreden verder kermis vieren en genieten van het mooie zwijntje op het dorpsplein.
Eén ding staat vast, de Zwijnaardenaars en de Gentenaars hebben veel gemeen. Ze zijn echte Bourgondiërs en levensgenieters. Ze zijn recht voor de raap, zijn beiden even koppig, maar hebben beiden veel zin voor humor.
In het wzc Zonnebloem lopen naar aanleiding van het kermisgebeuren 3 tentoonstellingen:
Op het gelijkvloers: 40 jaar Zwijntjeskermis met meer dan 200 beschilderde zwijntjes en een groot foto archief van de verschillende stoeten. (tot 12 juni 2012)
1ste verdiep. Paul De Cocker (tot 12 juni 2012)
En op het 2de verdiep: Spectrum viert mee, een groepstentoonstelling van de leden van kunstkring “Spectrumâ€. (nog tot 26 augustus 2012)
Deelnemende kunstenaars zijn: Richard BUYLE: pastels
Marc CAREEL: geometrische werk
Monique COENE: fascinerende dierenwereld
Paul DE COCKER: lyrisch werk
Eric DE KEYSER: poëet – pastels
Lies DE MAESSCHALCK: keramiste
Eddy ENGELS: keramist
Gustaaf VAN DEN STEEN: fijnschilder – aquarellen
Patrick VANDE PUTTE: abstractere werk
De tentoonstellingen zijn vrij toegankelijk van 9 u tot 18 uur.
© 2012 GENTBLOGT VZW
Echt de moeite waard om dit stukje geschiedenis te lezen.
Proficiat met dit leerrijk initiatief!!!
Een prijs in het leven roepen om de meeste verdienstelijke Zwijnaardenaar te belonen en dan jezelf als winnaar uitroepen… je moet het maar kunnen!