Shotgun houses, bar fights and ‘big ass-gators’ in the Bible Belt

maandag 18 juni 2012 16u33 | Arne Van Schoors | 1 reactie
Trefwoorden: , , .

Arne Van Schoors is een Gentenaar, die gedurende vijf maanden van Zuid- naar Noord-Amerika trekt, van Patagonië naar Alaska. En wij mogen meelezen. Het vorige deel is hier te lezen.

In mijn verbeelding ben ik er vaak geweest, als kind in westerns aan de zijde van de Sundance Kid, wat was ik een heldhaftige revolverheld. Of als Jay Gatsby die feestjes organiseerde in zijn herenhuis in Long Island. Ja, ik heb de roaring twenties van dichtbij meegemaakt. Mijn moeder’s grote liefde voor Robert Redford moet er voor iets hebben tussengezeten en heeft mijn beeld op dit Amerika mee vorm gegeven. Maar minstens even bepalend waren mijn twee favoriete Jack’s: Kerouac en London die met woorden weidse landschappen en grootse steden in mijn hoofd tekenden en last but not least de onuitwisbare invloed van Scream 1 tot en met 4.

Ik ben in de Verenigde Staten en al heb ik er nooit een echte hang naar gehad om mijn illusies over dit land te laten verpesten door de realiteit, verlang ik naar de lange autowegen en het grote onbekende. “Are you a good Christian?” is zowaar de eerste vraag die mij wordt gesteld in de Nieuwe Wereld (ik zou het niet durven verzinnen). Welkom in de Bible Belt. De piloot van het vliegtuig heeft duidelijk zijn bestemming niet gemist toen hij het toestel veilig aan de grond zette in San Antonio, Texas. De naam luidt Mexicaans. Lang geleden behoorde dit deel toe aan Mexico, nadien heette het de Republiek Texas en nu ligt het in één van de vijftig Verenigde Staten van Amerika. Hier in deze stad vochten de Texanen tegen de Mexicanen in de Alamo in 1836, ze verloren die echter, maar zou een mijlpaal blijven in de Texaanse Revolutie en een toonbeeld van de Amerikaanse heldhaftigheid. De namen van Davy Crockett en Jim Bowie, helden van de gewapende strijd, hebben hier meer betekenis dan Nelson Rockefeller, Richard Nixon of JFK. Zelfs geen enkele Bush kan ze naar de kroon steken.

Randy een vrijwilliger die toeristen in de luchthaven de weg wijst draagt zijn cowboyhoed met trots en legt mij uit dat ik in de Verenigde Staten weinig succes zal hebben op mijn zoektocht naar herbergen. Hier zal ik enkel motels en hotels met prijzen tussen veertig en vijftig euro moeten trotseren, ik hoop op talloze gastvrije Amerikanen die mij een plaats in hun zetel kunnen aanbieden.

dwars door de Amerika's

Uiteindelijk vind ik in San Antonio een iets goedkoper bed in Near East Side in enkele barrakken naast Bullis House. De generaal voor wie dit huis is gebouwd was degene die volgens de volksoverlevering verantwoordelijk was voor de arrestatie van Geronimo. De geest van het Apacheopperhoofd zou in dit neoklassiek huis nog steeds rondwaren. Ik moet een manier vinden om geld te besparen, met nog meer dan een maand voor de boeg heb ik amper genoeg geld om de komende twee weken door te komen. Een deel van mijn tijd zal ik moeten besteden aan het ronselen van vervoer en slaapplaatsen. In de portiek voor het herenhuis besluit ik mijn woorden onmiddellijk in daden om te zetten en ik knoop een gesprek aan met Scott, een advocaat uit Dallas –bij toeval de richting die ik ook uitvaar- die een rechtszaak heeft in de buurt. Morgenmiddag na zijn professionele beslommeringen in dienst van Vrouwe Justitia is hij bereid mij op te pikken en naar Austin te voeren.

De volgende dag ben ik vroeg uit de veren en wandel door deze multiculturele buurt. Hier noemen ze dit een getto. Ik wandel langs de Alamo maar ik laat me afschrikken door de inkomprijs. Ik kies dan maar voor het pad langs de San Antonio River die door de hele stad kronkelt als een oneindige slang wiens kop noch staart je te zien zal krijgen. Ik ben op tijd terug maar er is geen Scott te zien. Mijn advocaat heeft mij laten stikken en roept waarschijnlijk procedurefouten in ter zijner verdediging. Ik besluit dan maar te liften. Ik schrijf mijn volgende bestemming op een stuk karton en posteer me langs Route 35 richting Austin, de hoofdstad van Texas.

Drie uur later en evenveel tinten donkerder, dankzij de meedogenloze zon, staak ik mijn poging. Niemand gunde mij die noodzakelijke gratis rit ondanks de sierlijke letters die samen Austin vormden en mijn vriendelijk gezicht dat ‘alsjeblieft’ smeekte. Terug naar af, richting het busstation waar ik met spijt 24 dollar moet betalen om, voor de nacht de nacht valt, in Austin aan te komen. Ik was al gewaarschuwd dat liften in de Verenigde Staten een moeilijke opdracht zou zijn, en zeker in Texas waar ieder respectvol persoon een auto bezit. Een auto lijkt hier meer dan in Europa een niet te negeren teken van sociale scheiding en financiële slagkracht. De mensen op de bus bewijzen deze stelling, ze zien er allen niet erg welstellend uit en hebben een gekleurde huid. Ik vind het een bittere vaststelling, maar voel mij met mijn lege geldbeugel thuis tussen mijn medepassagiers.

In Austin word ik opgehaald door Kelli, een vriendin die ik enkele jaren geleden in Barcelona leerde kennen. Ze groeide hier op als dochter van een tandarts en huismoeder. Samen met haar vriendin Marissa gaan we naar enkele bars en drinken we op alle nieuwe gebeurtenissen in ons leven sinds we elkaar de laatste maal zagen. Ik maak kennis met een Amerikaanse gastvrijheid en warmte die mijn negatieve liftervaring eerder op de dag uitwist.
Kelli leert me Craigslist kennen, een forum waar je zowel je incontinente kat als een zetel vol vlooien te koop kan zetten. Wat mij het meest interesseert is het tabblad ‘rideshare’ waar ik kan zoeken naar een rit naar mijn volgende bestemming. Ik beslis er de volgende dag meteen in te vliegen.

Austin is een typische Amerikaanse grootstad, de buitenwijken zijn groen en vol leven, de binnenstad lijkt doods rond de middag. Ik heb het gevoel dat hier weinig mensen wonen, maar des te meer mensen werken. Hoogbouw vol administratieve en commerciële bedrijvigheid overheerst deze stad. Ik ga naar het Capitool, de politieke hoofdzetel van de staat en kruis het pad van groepen scholieren die schreeuwend antwoorden op de vragen van de leerkracht.
Ondanks de Republikeinse overmacht in Texas, ontmoet ik in Austin enkel democratisch gezinden. De vrienden van Kelli zijn twintigers en jonge dertigers die zich weinig met politiek inlaten en vooral niet geassocieerd willen worden met de ‘redneck’-cultuur en de invloed van de kerk. Ze voelen schaamte wanneer ik de naam Rick Perry laat vallen, de Texaanse gouverneur die zonder succes in de running was om de Republikeinse presidentskandidaat te worden. Hij die zich publiekelijk te kijk zette toen hij verklaarde dat hij drie regeringsagentschappen wou schrappen, maar zich enkel twee van de drie herinnerde. Ook voor deze Texanen is het een groot vraagteken hoe zulke mensen in het politieke hooggebergte terecht kunnen komen.

Kelli studeerde internationale relaties en politiek, aan de Texas Universiteit van Austin, maar werkt in een restaurant. Ze is ondertewerkgesteld en hoopt snel op beterschap. Ze is niet de enige, vele schoolverlaters zitten in hetzelfde schuitje en werken voorlopig in bars en restaurants voor een veel te laag minimumloon en zijn afhankelijk van de fooien die ze krijgen om elke maand de huur te betalen en zelf in te staan voor hun ziekteverzekering. Kelli is gelukkig nog even geruggensteund door haar ouders. Het verrast me niet dat vele jongeren schulden maken want ze hebben allen grote middenklassewagens en hebben niet zelden studieschulden. Ik heb het gevoel dat het geen taboe is om schulden te hebben hier, elke betaling gaat via de kredietkaart en hun levensstandaard hangt samen met grote schuldaflossingen elke maand. Niets om je voor te schamen, het staat ten dienste van de Amerikaanse droom. Als je maar lang genoeg ploetert geraak je er uiteindelijk wel. Kelli’s partner startte samen met een vriend een wijn- en kaasbar en timmert aan de lange weg terug om financieel onafhankelijk te worden van de banken en andere schuldeisers. Maar hij gelooft erin en dat is in dit subcontinent het voornaamste ingrediënt om uiteindelijk te slagen.

Tijdens Kelli’s vrije momenten verkennen we samen Austin, ze brengt me naar de grote grasvlakte van Zilker Park waar Austin City Limits Music Festival doorgaat, naar Barton Springs en The Green Belt. Elke keer vergezeld van haar hond Molly, een trouwe hond zonder stamboom die mij ontwapenend aankijkt wanneer ik mij tot haar richt.
Ik heb nog geen antwoord op mijn advertentie op Craigslist dus blijf ik wat langer rondhangen in Austin. Ik laat me meeglijden in de dagplanning van Kelli en beleef mijn dagen-in-het-leven-van met veel plezier. Wat betekent dat ik de hond uitlaat en was, ga brunchen met Kelli en haar moeder en ik in een All American Bar mijn vrouwelijke tegenstand zonder genade op een hoopje speel bij het poolen. Na Kelli’s avondshift in het restaurant gaan we naar tuinfeestjes en hippe bars in downtown Austin.
Zo leer ik één van haar vrienden kennen, hij is de medeoprichter van uShip, een internetbedrijf dat transportdiensten aanbiedt. Van een minibedrijfje schoot het als een raket naar het economisch firmament. Hij is een jonge dertiger en is de Amerikaanse droom, de anderen schuiven verder aan in de rij, vol van dromen en ongeduld, wachtend op hun doorbraak.

(wordt vervolgd…)

© 2012 GENTBLOGT VZW

Eén reactie op Shotgun houses, bar fights and ‘big ass-gators’ in the Bible Belt

  1. Reactie van Brambo

    Gimme more!