Dwars door de Amerika’s: liefde en leed in Mexico
Arne Van Schoors is een Gentenaar, die gedurende vijf maanden van Zuid- naar Noord-Amerika trekt, van Patagonië naar Alaska. En wij mogen meelezen. Het vorige deel is hier te lezen.
Het noorden blijft in mijn vizier, ik ben gefocust als nooit tevoren en met deze dwaze wilskracht beland ik in Mexico, voluit Estados Unidos Mexicanos. Een land waar wel iets over te vertellen valt. Beginnen bij het begin, mijn chronologie.
Ik stem mijn radio op de bus af op een Mexicaans radiostation en tussen de mariachis door hoor ik electorale propaganda van enkele presidentskandidaten. Binnenkort zijn er verkiezingen en de kandidaten beloven allen een veiliger Mexico. Amper enkele minuten later wordt de bus opgehouden door een legerkonvooi die een truck heeft onderschept met valse legeruniformen en wapens. Blij merk ik op dat er wordt gewerkt aan dit veiliger Mexico. De realiteit is waarschijnlijk anders, vele politici opperen het idee om onderhandelingen met de drugkartels op te starten om zo de kidnappingen en moorden in te dijken, sommigen gaan zelfs verder in hun concessies tot de narcotraficanten, door voorstellen te doen om drugs compleet te legaliseren in Mexico. Paniekbeslissingen lijken in de maak.
Wannneer de nacht het toneel verlaat, brengt de ochtend een ander Mexico in beeld.
San Cristobal de las Casas in de staat Chiapas, de bakermat van het Zapatisme, begroet mij met een stralende zon en straten die er nog nat bijliggen van de vriendelijke regen die hier ‘s nachts zijn ronde doet. San Cristobal nodigt uit om eindeloos door zijn geplaveide straten te strollen, van de ene kapel op de heuvel aan de noordzijde naar de andere op de heuvel aan de zuidzijde.
Deze stad werd door de zapatisten – een antikapitalistische en neoliberale groepering- ingenomen in 1994 en ze hebben vandaag de dag nog steeds het gezag over een deel van Chiapas. Ze vertegenwoordigen de rechten van de Maya’s, streven voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen, gelijke rechten voor homoseksuelen en het behoud van het regenwoud. Met andere woorden de tofste guerilla’s van de klas. In het verleden gingen ze natuurlijk ook ten strijde met automatische wapens en ze hebben een duidelijke paramilitaire structuur, maar er zit duidelijk een grote Robin Hood-theorie in hun strijd. Robin of the Hood is hier Subcommandante Marcos, die zo graag incognito blijft dat hij enkel het publieke toneel betreedt met bivakmuts, net als alle andere Zapatista-leiders. De betekenis van de bivakmuts gaat zelfs ruimer dan de identiteit te verbergen: ze symboliseert de anonimiteit van de Maya’s in Mexico.
De romantiek die rond deze rebellen hangt, wordt een beetje getemperd wanneer iemand mij vertelt dat er vele -minder populistische – groeperingen zijn die in de schaduw opereren en vredevol voor dezelfde waarden strijden.
Ik verblijf in een goedkoop hostel voor amper zes euro per nacht en dat betekent dat ik terug mijn voedingspeil omhoog kan krikken en iets kan doen aan die zichtbare ribben. Daarnaast ben ik in een land terechtgekomen met een uitstekende keuken waar bonen, eieren en aardappelen rijk vertegenwoordigd zijn. Ik hoop binnen enkele weken te transformeren van een uitgemergelde klimmer op het einde van de Ronde van Frankrijk naar een stevig gebouwde Mexicaanse gordo. Een goed excuus om de komende dagen lui door het leven te gaan.
Enkele dagen later, veeg ik mijn mond af en ga ik van tafel om naar Palenque te gaan, een oude Maya-stad die tot op heden maar voor tien procent is blootgelegd. Het andere deel is nog steeds overwoekerd door de natuur die zijn plaats terug heeft ingenomen nadat de stad in de zestiende eeuw in de vergetelheid geraakte. De gidsen kennen hun pappenheimers en wijzen iedereen de plaats aan waar de befaamde National Geographic-foto van deze oude stad werd gemaakt. De minibus brengt mij vervolgens naar enkele tropische watervallen waar het zalig is om in het water te waden.
Mijn vriendin landt binnen enkele dagen in Mexico City, dus ik wissel deze stad in voor de grote metropool. In de buitenwijken van Mexico City word ik verwelkomd door Brenda en Humberto, die mij voor enkele dagen een plaats geven in hun roodgetint huis. Ze introduceren mij tot alweer een nieuwe lading Mexicaanse gerechten en dat is goed bekeken want eens een volle maag vind je in mij een dankbaar persoon.
Ik ben wat zenuwachtig om na drie maanden mijn vriendin terug te zien en god weet hoe hard ik hier naar uitgekeken heb. En toch slaag ik erin om bijna te laat in de luchthaven aan te komen en zie ik me tevens omringd door anderen die familie, geliefden of vrienden komen ophalen, maar dit gracieuzer doen met ballonnen en bloemen. Ik twijfel even om een goed bod te doen op een bos bloemen van een van mijn romantischere lotgenoten, maar voor ik daarvoor de tijd heb, is ze daar. Ze is uit het goede hout gesneden en zegt niets over mijn lege handen.
Ze studeerde kunstgeschiedenis en dat maakt haar een goede gids. Ze leert me over Frida Kahlo en de muralisten. Deze Mexicaanse kunst heeft niet veel nodig om mij te overhalen en gefascineerd te worden. Samen gaan we naar het Palacio de Bellas Artes, het huis van Frida Kahlo en dat van Leon Trotsky in Coyoácan. Ze heeft al snel mijn eetgewoontes overgenomen en we vinden het heerlijk om te lunchen in de mercado’s en in traditionele eethuizen waar ze ons steeds weten te overtuigen met iets nieuws.
Op een van onze laatste avonden nodigt Humberto ons uit op een feestje. Zijn broer organiseert evenementen en recepties voor bedrijven in de hoofdstad. Een cosmeticabedrijf stelt zijn nieuwe zonnebrandcrème voor en dat gaat gepaard met een groot defilé met enkele ranke modellen. Deze evenementen bezoeken is een vast tijdverdrijf voor Humberto, hij gaat elke week naar deze evenementen maar is amper geïnteresseerd in het gebeuren. Hij komt hier voor de gratis drank. Ik beklaag het me snel dat ik enkele dagen eerder aan Humberto liet weten dat ik wel enkele van de Mexicaanse tequila’s wil uittesten, want na amper een uur zit ik al aan mijn derde tequila. Daar blijft het niet bij, na elke tequila serveert hij ons een whiskey-soda voor om de tequila te ‘blussen’. Carolina en ik tonen ons van onze dankbaarste kant en volgen gedwee. Enkele uren later zijn we in een roes gedompeld en wordt het pas een echt feest en laten we ons door Humberto en Brenda bijna overtuigen om ons in Mexico te settelen. Voldaan en dronken laten we ons in een taxi glijden, juist genoeg bij de les om het adres te herinneren van ons hotel.
Na de hoofdstad trekken we naar San Andres de Cholula in Puebla. Een Belgische kennis heeft daar een herberg samen met zijn Mexicaanse vrouw Cinthia. Hij is spijtig genoeg niet aanwezig maar zijn vrouw zorgt voor een hartelijk ontvangst, stelt ons fietsen ter beschikking en ja… ze presenteert ons de beste bereidingen. Hostal El Cascabel is een klein paradijs op aarde. We voelen ons na enkele uren al thuis.
Het dorpje ligt in de schaduw van de grootste piramide (in volume) ter wereld die bijna compleet overwoekerd is door de natuur. Daarenboven toonden de kolonisten hun heerschappij over het land door op de top een kathedraal te bouwen. Onze dagen vullen we op een kabbelend tempo, we fietsen naar verloren dorpjes in de buurt, supporteren voor het lokale honkbalteam en we bezoeken een plaatselijke danswedstrijd. Het plan om in Mexico te blijven wordt nu zelfs nuchter in overweging genomen.
We duiken in de eeuwenoude geschiedenis van het land en belanden in het Dal van Mexico waar we worden opgewacht door torenhoge piramides in Teotihuacán. We worden verrast door de zon die de de einder doet trillen en de hitte bemoeilijkt de klim op de hoogste piramide. Op de terugweg geraakt Carolina aan de praat met een moeder op de bus, laat me stellen het zoontje wekte enige moederlijke gevoelens los bij mijn wederhelft, het was te laat voor ik het goed en wel doorhad. De vrouw is iets ouder dan ons, maar ze lijkt heel jong in haar perceptie op de wereld. Ze is kinderlijk gefascineerd door mijn vriendin, maar draagt tevens een geschiedenis met zich mee. Enkele jaren geleden maakte ze illegaal de doorsteek naar de Verenigde Staten in de hoop een goedbetaalde job te vinden. Ze vond enkel onderbetaalde jobs. Het hartverscheurende gemis aan haar kinderen en de heimwee joegen haar terug naar de heimat. Helemaal alleen doorkruiste ze de immense vlaktes en talloze staten in een land dat haar taal niet spreekt. Ze stak te voet de no-go zone aan de Mexicaans-Amerikaanse grens over waar een vrouwenleven niet zoveel waard is.
We breien een vervolg aan dit schoolreisje en vliegen over naar Merida om oude Maya-sites als Chichén Itzá en Tulum aan de Caraïbische kust te bezichtigen. We zijn ondertussen alweer een week herenigd en het lijkt alsof we nooit van elkaar weg zijn geweest. We durven het zelfs al aan om terug onhebbelijk te zijn in de ochtend en ons humeur op elkaar uit te werken. We verdienen het, drie maanden lang was er niemand om onze ergernissen en kleine kantjes op bot te vieren. Ik ben blij dat we dit terug kunnen delen.
Sinds enige tijd zijn het niet meer de boekaniers en piraten die de plak zwaaien aan de Caraibische kusten, maar een grote toerismefabriek die de pesos uit onze zakken wil slaan. We vinden beschutting buiten de toeristische bubbel even buiten Tulum op het vissersstrand. waar we een degelijke prijs krijgen voor een hut op het parelwitte strand op amper dertig meter van de azuurblauwe zee.
De hutten voldoen enkel aan de basisnoden: vier muren, een rieten dak, een bed en een klamboe. Er zijn twee kleine restaurantjes vlakbij maar voor de rest zijn we afgeschermd van de wereld. De douches zijn in geen jaren gekuisd waardoor we ‘s ochtends eerder opteren voor de zee als bad dan de zeepresten, insecten en oud huid- en haarweefsel van een onbepaald aantal voorgangers.
Ik heb weer moeite om de bedwantsen van me af te slaan en ditmaal kom ik er niet zo goed vanaf. Mijn armen zijn doorzeefd en mijn buik vertoont dezelfde ophopingen van doorkauwde huid. Als dat nog niet genoeg is, lijk ik een mekka van zoet bloed voor de muggen die in de luwte tussen de bomen, beschut tegen de zeewinden, geduldig wachten op mogelijke slachtoffers. Ik lijk efficiënter dan een klamboe of enig ander insectenwerend middeltje, want mijn vriendin verlaat het strijdtoneel zonder bult of jeuk. Ik begrijp plots waarom ze zo graag bij mij is.
Ledigheid, stiltes, lange gesprekken in de donkerte op het strand en dansen op de salsa-tonen die overwaaien van de nabijgelegen stranden. Zo tikt onze kostbare tijd intens verder. Veel te vroeg word ik al overvallen door haar nakende vertrek. De krop in mijn keel die ik liever wijt aan een allergische reactie op alle insectenbeten en stiltes die ik maskeer met het veinzen van vermoeidheid. We vieren onze verjaardag in een iets exclusiever resort, waar wassen terug een deugd wordt en we naar het biosfeerreservaat van Sian Ka’an gaan. We weken onze zongetaande huid in het zoete water en laten ons met de stroom een aantal kilometers meeglijden tussen het riet in de mangroves.
Mijn afscheid van Carolina in Mexico City wordt gelukkig met een dagje uitgesteld dankzij alweer een staking bij Iberia, maar het is uitstel van executie. Ik heb amper tijd om te rouwen, ik rij verder met de bus naar Monterrey in het Noorden van Mexico. Om het gevaarlijke noorden te omzeilen, vlieg ik van Monterrey naar San Antonio in de Verenigde Staten. Onderweg valt de aanwezigheid van het leger op, deze rit werd me afgeraden en ik besef nu waarom. Het is een niemandsland waar duistere figuren de wetten maken, wetten die hier niet gemaakt zijn om mij te beschermen. Sinds vele jaren zijn het de narcotraficanten en criminelen die hier de plak zwaaien. Eén naam komt vaak terug, die van Chapo Guzman ofte El Chapo. Hij is het hoofd van het Sinaloakartel en is Mexico’s meest gezochte crimineel. Blijkbaar is hij zo moeilijk te vinden omdat hij vaak plastische chirurgie ondergaat en hij zijn domicilieadres geregeld verandert bij de gemeente, maar meer dan dat is hij te machtig en te rijk om geklist te worden. Hij bewees al vaak dat vrijheid te koop is als je maar voldoende geld op tafel legt.
Voor ik het vliegtuig in Monterrey neem en mijn leven in Latijns-Amerika na meer dan drie maanden afsluit, moet ik een belangrijke beslissing nemen. Mijn gegeven tijd slinkt zienderogen en mijn reisbudget heeft een onverwachte duik neerwaarts genomen die mij even doet schrikken. Met spijt in het hart moet ik mijn reis langs de Amerikaans Westkust richting Alaska opgeven. Mijn droom is ingehaald door de realiteit van tijd en geld. Ik verander mijn route richting Montreal in Canada. Zelfs met dit plan zal ik moeten bezuinigen op betaalde slaapplaatsen en busritten. Maar de motor draait nog en het broeierige zuiden van de Verenigde Staten bonst al in mijn hart.
© 2012 GENTBLOGT VZW
Nu een subtropisch hogedrukgebied zich boven Gent gesetteld heeft en ons appartement des nachts in broeierigheid dompelt (waar Elien minder last van heeft), laaf ik me aan je verhalen, vriend. Heerlijk hoe je de persoonlijke ervaring vervlecht met culturele en historische duiding. Een reisroman moet in de pijplijn zitten – moge dit misschien de troost zijn voor de ongetwijfeld harde beslissing Alaska niet te kunnen halen. Maar wat het tot hiertoe geweest is, heb je wel ten volle tegenover alle gezichten van de overmacht afgedwongen. Geniet er nog van!
fascinerende reportage!
Alweer een fijn stukje leesvoer! Je gaat msch zonder centjes huiswaarts keren maar met o zo’n rijkdom in je rugzak! Die kunnen ze je nooit meer afnemen! Chapeau!
an.
Bedankt voor de boeiende verslagen, Arne!
Claude
Beautiful mi amor!! beautiful!!!el mejor viaje de mi vida con el hombre más maravilloso del mundo!! gracias por esta experiencia!!