In search of closure: Canada

woensdag 25 juli 2012 14u35 | Arne Van Schoors | 6 reacties
Trefwoorden: , .

Arne Van Schoors is een Gentenaar, die gedurende vijf maanden van Zuid- naar Noord-Amerika trekt, van Patagonië naar Alaska. En wij mochten meelezen. Het vorige deel is hier te lezen. We hebben het laatste deel gespaard tot na de Gentse feesten-drukte, dank je Arne voor het boeiende verslag.

Het testament van mijn reis wordt geschreven, de laatste pennenstreek over het papier komt zienderogen dichterbij, want België is nooit dichter geweest sinds de laatste maanden. Ik voel een grote nalatenschap van oneindige kilometers en verwondering. Een nalatenschap van tallozen die mijn pad hebben gekruist en een levensstijl die ooit een vreemde was maar na vijf maanden mijn beste vriend is geworden. De terugkomst lijkt claustrofobisch te worden bij een waarschijnlijk gemis aan het weidse onbekende, maar vooral de weg die er steeds was. Ik ben me ervan bewust dat ik niet mag vervallen in dromerig gezwets maar op dit moment is dat niet meer zo vanzelfsprekend.

Ik zit al terug op de rechterrijstrook, bijna klaar om de afrit van mijn eigen Pan-Amerikaanse snelweg te nemen.

Ik reis nog steeds met hetzelfde plan, dat er eigenlijk alleen uit bestaat dat ik tijdig in Montréal moet staan om mijn terugvlucht te halen. Alles ertussen ben ik onontkoombaar aan het doorleven, lengte- en breedtegraden doen er al even niet meer toe.

Canada Dus net zoals verleden bestemmingen, heb ik de knoop om naar Toronto te reizen pas enkele dagen geleden doorgehakt, maar deze impulsieve spontaniteit heeft de pret nooit in het gedrang gebracht en ik vermoed dat dit in het land van het esdoornblad ook niet zal gebeuren.

Enkele jaren geleden leerde ik Robbie Grunwald kennen. Hij is toetsenist, componist, muziekproducent en sessiemuzikant en heeft zijn vaste stek in de muziekscene van de geboortestad van Neil Young. Nadat hij voor een bijna leeg zaaltje een onvergetelijk mooi optreden bijeen had gespeeld met de band Barzin in de VOX in Maldegem, geraakten we aan de praat en we hielden contact. Ik hoop dat hij een gaatje vindt in zijn drukke agenda en we elkaar kunnen ontmoeten om de laatste vier jaar te overbruggen met goede muziek op de achtergrond en enkele glazen bier.

Ik huis op zeventien hoog in het centrum van Toronto, een nieuwe hoogbouw blokkeert het zicht op de CN Tower, tot 2009 de hoogste televisietoren ter wereld. Vanessa speelt in de hoogste afdeling van het gastvrouwkampioenschap en haar room-with-a-view geeft me de kans om melancholisch weg te dromen starend naar al het groen tussen de grijze gebouwen. Het is een perfecte plaats om deze reis naar een einde te leiden.

Vanessa, oorspronkelijk uit Hong Kong, geeft me echter de kans niet om lang te dagdromen en neemt me mee in haar Toronto-leven. Ze is de verantwoordelijke van de vrijwilligerswerking van het Toronto International Film Festival. Ze is nog maar drieëntwintig maar neemt met gemak de leiding over een groep van meer dan duizend vrijwilligers die jaarlijks het filmfestival ondersteunen. Dankzij haar krijg ik van dichtbij inzicht in de werking van dit wereldevenement. Ze moet een goede menner zijn en ik geef me dus gemakkelijk over aan haar leiderschap. Ze gidst me rond in de gebouwen van het TIFF en brengt me naar openingsavonden, personeelsfeestjes en filmvoorstellingen. Ik besef dat deze passage opnieuw wordt ingekleurd dankzij het toeval. Gedurende vijf dagen draait het vooral rond film. Tijdens één van de voorstellingen is tevens regisseur David Cronenberg en de protagonist van zijn nieuwe werkstukje, Robert Pattinson, aanwezig, wat de lokale jeugd blijkbaar niet ontgaan is. Achter de nadarafsluitingen, die de ingang vrij houden, staat een hele school bakvissen met zoekende ogen in de hoop een blik te kunnen opvangen van de rijzende ster van de filmindustrie. Wanneer ik moeiteloos door de ingang geraak dankzij Vanessa, voel ik mij even een belangrijke persoon, iets wat gelukkig nooit lang duurt.

Canada Als we niet op voorstellingen te vinden zijn, dan bekijken we onze favoriete films samen in haar appartement of vertel ik over mijn reis. Wanneer ik vertel over de Niagara-watervallen laat ze me weten dat ze binnen enkele dagen over deze watervallen zal vliegen met een Cessna, ik kan een jaloerse blik amper onderdrukken, terugdenkend aan mijn doorregende passage aldaar. Ze belooft een foto te nemen en die op te sturen naar mij.

Het zijn leuke avonden samen en om enige kans op verveling helemaal uit te sluiten, kunnen we steeds terugvallen op het scrabblebord waar ik keer op keer wordt ingemaakt door Vanessa. De dagen tikken verder weg zonder dat ik het besef en deze inspirerende stad krijgt van mij al snel een drievoudige woordwaarde.

Ondertussen is het me ook gelukt om Robbie te pakken te krijgen. We spreken af in zijn favoriete bar en Vanessa, die steeds open staat om nieuwe mensen te leren kennen (of vrijwilligers te strikken -het moet moeilijk voor haar zijn om het onderscheid te houden) vergezelt mij. Ik maak kennis met twee van Robbie’s vrienden, Mike en Mike die veel te vriendelijk zijn door aan mijn lippen te hangen wanneer ik het relaas doe van vijf maanden reizen. Robbie vertelt me over muzikale projecten die in de pijplijn zitten, mogelijke Europese tournees met de band Barzin, al zijn uren in de studio en om zijn financiële plaatje helemaal rond te maken, zijn carrière als privéleraar wiskunde.

Hij stond ooit in een muziekwedstrijd tegenover Daniel Snaith en moest het tegen hem afleggen in de finale. Nu is Daniel Snaith bekend onder zijn artiestennaam Caribou en doet het voorprogramma van Radiohead’s laatste wereldtournee. Robbie zou graag jaloers zijn op zijn succes, maar dat lukt hem niet omdat zijn vroegere rivaal volgens hem de meest lieve en warme persoon is. Robbie is schitterend, ik zou graag mijn naam veranderen in Mike en een vriend van hem worden.

Toronto staat bekend voor zijn twee homowijken, niets voor niets werd hier een groot deel van de televisieserie Queer as Folk opgenomen (Canada bood daarnaast ook betere belastingvoordelen dan de Verenigde Staten). Vanessa en ik verkennen deze buurt ’s nachts. Travestie is hier schering en inslag, talloze jonge mannen dartelen door de straat in ontblote bast en overal zoekende blikken of stelletjes die hun verliefdheid laten gensteren in het openbaar. Church Street moet wel het mekka zijn voor de homogemeenschap. We laten ons afzakken naar een bar waar jongeren zich verzameld hebben voor een bingospel gepresenteerd door een travestiet die mij met een knipoog verwelkomt. Tussen twee slokken bier door, valt het me op dat Vanessa veel praat maar ze zegt meer met haar lichaamstaal. Zo sterk ze moet zijn wanneer ze honderden mensen toespreekt, zo kwetsbaar ze lijkt wanneer ik haar bestook met persoonlijke vragen. Wanneer ik haar dan toch tot spreken verleid, neemt ze me mee in schitterende en kleine verhaaltjes, hoe ze graag uren rondhangt in videotheken, de verrukking bij het aanschouwen van kleine vogels en hoe ze zelf vleugels krijgt wanneer iemand haar een compliment toewerpt. Als ik haar van iets mag verdenken is het van een ongerepte puurheid, ik wil geloven dat de leugen nog niet in haar huist.

Wanneer de ochtend aanbreekt dat ik Toronto moet verlaten, is Vanessa het huis al uit. Ik laat nog een boodschap voor haar achter op het scrabblebord en ik haast me richting het busstation.

Ik lees kilometer 26193 af op de kilometerteller van mon taxi pour le galaxy wanneer ik Montréal bereik. Ik beland hier bij een echte bohémien die een loft bewoont met een oneindig aantal anderen. In de loft is er een fietsatelier, een naaiatelier en een lange tafel waar ik elk uur andere mensen zie aanschuiven. Sommigen hoor ik vertellen over de manifestaties in de stad enkele dagen geleden , het beschadigen van politievoertuigen en hoeveel geld ze vergaard hebben met straattoneel en ander gejongleer. Terwijl ik in een hoekje een plaats vind waar ik mijn slaapzak kan uitleggen, merk ik een jonge moeder op die de borst geeft aan haar pasgeborene. Ik heb het tellen van inwoners, logees en passanten al even opgegeven. Niemand stoort zich aan mij, buiten een glimlach en enkele vriendelijke woorden, word ik voor de rest gerust gelaten. Dit is mijn laatste nacht als, ja als wat? Reiziger? Amateurantropoloog? Voyeur? Misschien ben ik zelf wel een bohemien geworden. Ik kijk naar buiten en in de duistere straatverlichting zie ik een man verkleed in een balletpak, veren in de kont en met een hoepel rond de arm, twee meisjes dansen ritueel rond hem. Misschien zijn ze een straatoptreden aan het voorbereiden, maar mij lijkt dit een heel apocalyptisch schouwspel. Compulsief begin ik lijstjes te maken om mijn gedachten te ordenen, ik heb afleiding nodig, closure, ja hoe zeg je dat alweer in het Nederlands.

Canada 26193 kilometer in 143 dagen, ik reisde dus gemiddeld 183 kilometer per dag, ik heb 15 landen gezien, neen, ik heb Honduras nooit bewust meegemaakt aangezien ik de hele busrit lag te slapen. 143 dagen waarvan 60 nachten bij gastvrouwen en/of gastheren, laat mij ze vrienden noemen. Mijn nachten doorgebracht in 48 verschillende dorpen, steden of plaatsen, wat maakt dat ik gemiddeld drie dagen op elke locatie ben gebleven. Een levensritme dat mijn hartslag ruim overstijgt maar stukken stresslozer dan ik ooit voorheen heb geweten. Nooit langer gebleven dan noodzakelijk, op tijd vertrokken voor ik me kon hechten aan een persoon, een stad, een cultuur of levensstijl. Nooit te lang in iemands gezelschap gebleven zodat ik ze de kans niet kon geven om ook hun mindere kanten aan mij te ontwaren. Ik heb enkel de mooiste kanten van de mens bekeken en vertrokken voor de eerste barsten in het schilderij kwamen. De illusie als mijn realiteit.

De onthechting voltrokken tot het punt dat ik nog kan terugkeren, al voelde ik me vaak een koorddanser. Zes kilogram kwijt aan bagage en lichaamsgewicht. Mijn schoenzolen hangen nog maar met enkele steken vast aan het leer. Ik moet voorzichtig stappen, de laatste stappen tijdens deze reis ga ik heel bewust zetten, geruisloos. En zo val ik in slaap.

De nacht heeft helderheid in mijn kop geschopt, maar de ochtend klopt veel te vroeg aan. Het is het gezoem van de Grote Prijs van Montréal, die enkele kilometers verderop plaats vindt, die me tot de orde van de dag roept. Ik recht me en zie populierenpluis door de hele straat waaien, alsof de balletdanser van de vorige nacht is opgelost in kleine pluimpjes. Het huis is alweer gevuld met bedrijvigheid en gelach. Voor de laatste keer prop ik alles met een routineuze organisatie in mijn rugzak en ik spreek mezelf moed in voor de grootste cultuurschok die me te wachten staat: de terugkomst.

© 2012 GENTBLOGT VZW

6 reacties »

  1. Reactie van Bram Bo

    Bedankt Arne, voor alle die mooie woorden en zinnen. Harmonieus en soepel uit de pols, woorden en zinnen in je hoofd. Gerijpt tot een verhaal, gedrenkt in emotie en met het snuifje humor.

    Bedankt Arne dat ik een stukje kon meegenieten ter plaatse. Tot gauw snelle tweevoeter!

  2. Reactie van Bea Van der Linden

    Heel ontroerend! Heb elk relaas met heel veel plezier gelezen en was wat jaloers om niet meer zo jong te zijn en dit ook nog te kunnen beleven, maar ik kon het me allemaal inbeelden. Dank je wel, Arne. Toch blij dat je terug bent en hoop je vlug terug te zien. Dikke zoen van tante Bea

  3. Reactie van erwin schoors

    Mooi stuk! ‘De illusie als realiteit…’

  4. Reactie van Dieter

    Hej Mike,

    Als je nog eens zo’n reis maakt laat dan maar je plan weten en wie weet sleur ik je wel weer enkele kilometers verder uit je route om er een deeltje van mee te beleven.

    Hasta la proxima,
    Dieter

  5. Reactie van Stijn

    12 reisverslagen die gemiddeld gedurende 20 minuten worden gesavoureerd, dat betekent 240 minuten of 4 volle uren smullen van lectuur waarbij het literaire sap van je kin afstroomt. Thanks Arne, voor deze prachtige rit in het zijspan van je neergepende gedachten.

  6. Reactie van bieke

    het aantal kilometers dat ge hebt afgelegd heb ik in even zo veel woorden gaarne gelezen