Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent: Série 1 (5) Markt

vrijdag 17 mei 2013 15u09 | Arthur De Decker (tekst), Jos Tavernier (beeld) | 4 reacties
Trefwoorden: , , , , , , .

Elke week overloopt Arthur De Decker Albert Sugg’s Série 1-postkaarten van Gent tijdens de Belle époque. Jos Tavernier brengt de oude zichten in beeld zoals ze nu zijn. U vindt deel 1 tot 4 in ons archief; in deel 5 van deze vrijdagse serie gaat Arthur De Decker met fotograaf  Jos Tavernier naar enkele markten. Tijdens La Belle Epoque gaf postkaartenhandelaar Albert Sugg in zijn serie 1 over Gent enkele prachtige marktzichten.

Serie 1 nr. 8 Beestenmarkt

De “nieuwe” beestenmarkt aan de Gandastraat (de “oude” lag aan de Reep) werd samen met het slachthuis in 1857 in gebruik genomen. Tweemaal per week (woensdag en vrijdag) was er beestenmarkt voor het slachthuis.

De schapenmarkt begon in  de winter om 6u30 en in de zomer om 7u30. De kalvermarkt begon een ½ u later; de varkensmarkt en de marktvoor ossen, koeien en stieren begonnen respectievelijk telkens een ½ u na het begin van de vorige markt. Aanvankelijk gebeurde alle activiteit in open lucht. Pas in 1929 voorzag men in een overdekte standplaats voor de dieren.

Bemerk de gietijzeren marktafsluiting. De Nieuwe Beestenmarkt was toen nog een beboomd plein. De omgeving van de veemarkt was rijkelijk voorzien van herbergen. Onze postkaart nr. 8 werd verstuurd in 1902 en toont op de achtergrond enige gelegenheden waar boeren en veekooplui hun lucratieve aan- en verkopen bij een glas bezegelden. Gent speelde decennia  een centrale rol in de vleesbevoorrading voor de hele regio.

Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw werden steeds meer dieren op de boerderij zelf verkocht zodat de noodzaak van de stedelijke veemarkt afnam. Ook kwamen er klachten over de lozingen in de Visserij en werd de exploitatievergunning voor het slachthuis niet verlengd. In 1987 werd het slachthuis afgeschaft en in 1990 begon de sloop er van. Even waren er plannen om de veemarkt over te brengen naar de groothandelsmarkt aan de Ottergemsesteenweg-Zuid. Dit ging echter niet door. Daar kwam uiteindelijk het nieuwe Arteveldestadion.

Sint-Baafdorp 

Op 28 oktober 1991 werd de symbolische eerste steen gelegd van het “Sint-Baafsdorp”. Dit “dorp” en de sociale woningen langs de Kasteellaan werden gebouwd op de locatie van de vroegere beestenmarkt. De sociale woningen langs de Adelwinstraat werden opgetrokken op de meest oostelijke vleugel van het slachthuis. In de Slachthuisstraat werden, op privé-initiatief, nieuwe appartementsblokken gebouwd boven de resten van het vroegere Spanjaardenkasteel. De open ruimte die na de afbraak van het slachthuis was ontstaan langs de zijde van de oudste muur van de abdij, werd ingevuld door de “groene” kerk en een ruim grasveld.

Serie 1 nr. 18 Poeljemarkt

De  Poeljemarkt aan de zuidkant van het stadhuis, die voor 2012 Poeldermarkt heette, heeft zijn naam niet gestolen. Dit wordt door bovenstaand markttafereeltje aangetoond. Iedere dinsdag en vrijdag werden er gedurende eeuwen konijnen en vooral kippen, eenden en ander gevogelte  in rijke hoeveelheden te koop aangeboden. En dat gefotografeerd worden in de Belle Epoque heel ernstig werd opgenomen is zo van de gezichten af te lezen op deze kaart verstuurd in 1904.

De Nuwelsteghe wordt beschouwd als voorganger van de Poeljemarkt. In tegenstelling tot wat altijd werd aangenomen, volgde deze steeg niet de rooilijn van het stadhuiscomplex. De spectaculaire archeologische opgravingen die de KOBRA werken voorafgingen brachten een ander tracé aan het licht en toonden eveneens aan dat de Poeljemarkt niet zomaar de verbreding van de Nuwelsteghe was maar samen ging met de herbouw van het schepenhuis van Gedele aan de Botermarkt in het begin van de 17de eeuw.

Zoals reeds werd opgemerkt in de vorige bijdrage werd het huizenblok aan de Poeljemarkt pas in september 1960 gesloopt.

20130517_sugg4

Hier  op de tijdelijke terrassen op het Braunplein, onder en rond de stadshal vond recent “Gent Smaakt!”  plaats, een zogenaamd proeffestijn dat echter blijkens reacties op Gentblogt niet door iedereen werd gesmaakt.

Serie 1 nr. 145 Botermarkt I

Sedert 1618 werd de verkoop van boter en kaas overgebracht naar de Paradeplaats vlak bij het stadhuis. Vandaar de naam Botermarkt. De aenvoer geschiedde in gote en kleine kuipen. De boter was meestal afkomstig van Diksmuide, van Veurne, van Roeselare (1664).

In 1896 begon op de Botermarkt de verkoop van boter en eieren elke vrijdag om 7u, in de winter om 8u en eindigde ’s middags. Dergelijke markten verdwenen met de uitbreiding van de leurhandel in melk en met de opkomst van de zuivelwinkels.

Blijkbaar brachten de landlieden die in de Belle Epoque hun zuivelproducten naar de Botermarkt voor het stadhuis brachten zowat de halve stad op de been. De Gentse dagmarkten, zoals de Botermarkt, waren tot begin 20ste eeuw de plaatsen bij uitstek waar de stadsbewoners hun voedsel aankochten. Dagelijkse bevoorrading was belangrijk in een tijd waarin de mogelijkheden voor het bewaren van etenswaren beperkt waren.

20130517_sugg7

Vergelijkt men deze recente foto van Jos Tavernier met de voorgaande Suggkaart dan valt vooral het verschil op inzake het belfort en de lakenhalle in de achtergrond.

Op 15 april 1903 stond volgend berichtje in “La Flandre Libérale”: “Un morceau de fonte de 35 kilos s’est détaché de la balustrade du campanille du Beffroi et s’est abattu sur le toit de la Halle aux Draps”.

En dus werd in 1905 een commissie samengesteld bestaande uit architecten, kunstenaars, archivarissen en historici die belast werden met een grondige studie van het belfort en die voorstelden het aftakelende belfort grondig te verbouwen. Men zocht naar een silhouet dat beantwoordde aan de toenmalige opvattingen en dat tevens zou thuisgehoord hebben in de eeuw van Artevelde. Daarbij hield men steeds een oog gericht op het “beweerp” uit de 14de eeuw.

Dit laatste werd uiteindelijk terzijde gelaten, omdat de bestaande onderbouw teveel afweek van dit oude ontwerp. De jonge Valentin Vaerwyck kwam met een voorstel op de proppen dat met enthousiasme werd onthaald. In april 1911 begon men met de sloop van de ijzeren “zots”kap op het belfort en in ijltempo werd het belfort volledig gerestaureerd en heropgebouwd.

Op 15 april 1913 werd de laatste hand gelegd aan  de heropbouw, op 26 april 1913 werd de wereldtentoonstelling geopend en 2 maanden later volgde de officiële inhuldiging van het belfort door Koning Albert I. Later zou blijken dat deze spoedrestauratie ernstige gebreken vertoonde, veroorzaakt door het hoge tempo waarin toen was gewerkt maar ook aan het minderwaardig gebruikte materiaal.

Serie 1 nr. 158 Botermarkt II

Serie 1 nr. 158 Botermarkt II

Het centrum breekt door in de ruimte. Op de achtergrond wordt het terrein geëffend voor de aanleg van de Borluutstraat; deze straat zou worden voltooid in 1901. Rechts wordt de doorgang vrijgemaakt naar het pas gevormde Sint-Baafsplein.

Aan deze  marktscene herinnert het populaire volkslied “De Gentse Proeverigge”  geschreven door Henri Van Daele en opgedragen aan en gezongen door  Hélène Maréchal (ps Sidonie Van Larebeke, ° 31/12/1893+ 25/6/1970):

Ik ben een Gentse brave vrêwe
Al loop ik g’heel den dag op straat
Mijne vent die mag mij betrêwen
Ik die en doe toch nooit geen kwaad.
Er zijn er vele van mijn soorte
Gelijk of waar dat ik het van hen hen
‘k dweile over al ons Gentse markten
En ‘k proeve van al wat dat ze hen.

Refrein
En in Gent kunt ge zonder ‘nen cent
Dikke smeren
Op de fruitmarkt, die hêwde u kontent
Mee wat peren.
Op de vrijdagmarkt niets te kort
Kaas en spekken
Bij de boerkens op de Botermarkt
Ne keer lekken.

20130517_sugg9

Serie 1 nr. 226 Baskische geitenhouders

Serie 1 nr. 226 Baskische geitenhouders

Het bezoek van een kleurrijke groep Baskische geitenhoeders was blijkbaar een zo opmerkelijke gebeurtenis dat Albert Sugg er dadelijk een prentkaart van maakte die versurrd werd in 1903. Deze postkaartenhandelaar woonde vlakbij op het Professor Laurentplein, zodat dit kiekje wel allerminst verwondering wekt.

20130517_sugg11

Heden ten dage is dit plein een parking geworden met op de achtergrond het huidige Provinciehuis dat dateert van na de Tweede Wereldoorlog. Het François Laurentplein werd aangelegd boven op de overwelfde Schelde en zal vroeg of laat verdwijnen om terug open water in de stad te krijgen zoals aan de Reep.

Van het vroegere gebouwencomplex is de kern een adellijk steen dat in 1543 op bevel van Keizer Karel werd aangekocht om tot woning te dienen van de proost van het Sint-Baafs. Van 1589 tot 1794 dient de Proosdij als verblijf van de bisschoppen van Gent. Na de inbeslagname van het gebouw door het Frans bewind wordt er de centrale administratie van het Scheldedepartement gehuisvest.

Onder het Hollands bewind (vanaf 1815) betrekken de Provinciale Staten en het college van Gedeputeerde Staten het gebouw. In 1818 wordt er de eerste provincieraadzaal opgericht. Vanaf 1836 huisvest het gebouw het provinciebestuur. In 1940 bezetten de Duitsers het gouvernementsgebouw en installeren er de “Oberfeldkommandatur”. Bij het oprukken van de geallieerde troepen in september 1944 verlaten zij Gent in allerijl en stichten brand in het complex, met aanzienlijke schade tot gevolg.

In juni 1947 krijgen de architecten Valentin Vaerwyck (1882-1959) en Jean Hebbelynck (1892-1971) de opdracht een definitief ontwerp op te maken van een nieuw huis. In maart 1949 wordt besloten de resten van het vroeger gebouw te slopen en wordt tot nieuwbouw over te gaan. Op 14 oktober 1957 huldigt gouverneur Mariën de nieuwe raadszaal in. Het gebouw is nadien in fasen voltooid. Voor de provinciale administratie werd het ondertussen veel te klein. In 1992 begint men in het Gentse Zuidkwartier, met de bouw van een nieuw administratief complex dat ook onderdak biedt aan een winkelcentrum. Sindsdien zit het provinciebestuur verspreid over twee gebouwen: het Provinciehuis in de Gouvernementstraat en het Provinciaal Administratief Centrum (PAC).

© 2013 GENTBLOGT VZW

4 reacties »

  1. Reactie van Arthur De Decker

    Mijn excuses voor enkele tikfouten.

    • Reactie van Frans

      Niet erg: “versurrd” had ik bijna als “versuggd” gelezen :-). Schitterend overzicht alweer, met enkele van de meest spectaculaire en vooral levendige postkaarten van Albert Sugg.

  2. Reactie van Jean Marie De Wulf

    Van de nieuwe beestenmarkt zijn er veel anecdoten omwille van de vrijheidsdrang van sommige koeien en zelfs stieren, sommige belandden(?) soms in de Schelde. Brandweer en politie werden regelmatig voor die happenings ingeschakeld.

  3. Reactie van Melchior

    En wanneer leggen ze Francois Laurentplein weer open? zoals de Reep