Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent: Série 1 (11) Het belfort en de Mammelokker

donderdag 27 juni 2013 11u13 | Arthur De Decker (tekst), Jos Tavernier (beeld) | 20 reacties
Trefwoorden: , , .

Elke week overloopt Gentblogt Albert Sugg’s Série 1-postkaarten van Gent tijdens de Belle époque. U vindt deel 1 tot 10 in ons archief. In deel 11 van deze reeks wandelen Arthur De Decker (tekst) en Jos Tavernier (actuele foto’s) rond het Belfort in de kuip van Gent.

20130627_sugg1

Serie 1 nr. 14 : De “Mammelokker” (1741)

Bovenstaand kleine gebouw, gebouwd in 1741-1744, verbindt het Belfort met de Lakenhalle (halle die in een latere bijdrage meer in detail zal aan bod komen). Het was de toegang tot de stadsgevangenis en de cipierswoning. De eigenlijke cellen waren ingericht in de benedenzaal van de Lakenhalle nadat  in 1718 de stadsgevangenis op de Korenmarkt, bijgenaamd het “Chastelet”, was gesloopt om plaats te maken voor het Pakhuis (dat later het postgebouw werd).

Op het timpaan is een licht erotische afbeelding te bewonderen. De auteur van dit bas-reliëf is niet gekend. Je ziet een gehurkte man met een baard die vol overgave  de goedgevulde borst van een jonge deerne  zuigt. Dit reliëf vertelt  het Romeins Caritasverhaal van Cimon en Pero, een populaire sage die bij vele gevangenissen wordt afgebeeld en die in Gent de volkse benaming Mammelokker kreeg, Gents dialect voor borstzuiger.

Volgens dit verhaal, dat al uit de oudheid dateert, gaat een vrouw elke dag haar tot de hongerdood veroordeelde vader in de gevangenis bezoeken. Ze mag echter geen voedsel meebregen. Omdat de vader niet sterft, laat de rechter de vrouw bij haar bezoeken in het oog houden en zo ontdekt hij dat de dochter haar vader, die recent grootvader was geworden, door de tralies heen met borstvoeding in leven houdt. Ze verklaart aan de rechter dat ze dit doet in vertrouwen op God (pro Deo in lang vervlogen tijden). De rechter verleent na deze bekentenis gratie aan de vader.

Dit gebouw, in overgang Lodewijk XIV-Lodewijk XV-stijl  , werd ontworpen door architect David ’t Kindt (1699-1770) en bleef tot 1902 zijn functie van stadsgevangenis behouden. In de 18de eeuw werden er gevangenen opgesloten die veroordeeld waren wegens kleine vergrijpen. In de 19de eeuw was het eerder een asiel  voor bedelaars en landlopers die in de periode dat er nog geen GAS-boetes bestonden  op de openbare weg zogezegd de orde verstoorden. Het werd soms den Amigo genoemd.

De Gentenaars verlenen ironisch de titel van “Vrije Burger van Gent” aan iedere burger die een nacht doorgebracht heeft onder de beiaard van het Belfort, “onder de wekkering”.

De linkervleugel van de gevangenis werd afgebroken in 1898 bij de doorbraak van de nieuwe straat tussen de Botermarkt en het Sint-Baafsplein. Dit deel van de gevel werd heropgebouwd door de zorgen van stadsarchitect Charles Van Rysselberghe. Het is deze herbouwde toestand die we zien op de postkaart die werd verstuurd in 1905.

20130627_sugg2

Sedert 5 mei 1997 is de stedelijke ombudsdienst gehuisvest in de Mammelokker, Botermarkt 17. Rita Passemier is  de eerste ombudsman, of liever ombudsvrouw, van Gent en is dat nog steeds. Zij is geboren in 1952 te Sint-Niklaas maar  afkomstig uit de grensgemeente de Klinge. Vader Passemiers was Nederlander en had een kledingzaak. Na haar middelbare studies in Sint-Niklaas trok Rita naar Gent en was zo het eerste meisje van haar dorp die naar de universiteit ging.

In 1974 behaalde ze het diploma van licentiate geschiedenis aan de RUG en in 1976 werd ze licentiate pers- en communicatie en geagregeerde hoger middelbaar onderwijs. Tijdens de laatste jaren aan de univ werkt ze als freelance journalist bij diverse kranten en tijdschriften. Ook bij de radio ging ze als losse medewerker aan de slag.

Na haar studies gaf ze tot 1992 part-time les over actuele problemen in de Bisschoppelijke Normaalschool van Sint-Niklaas en werd ze part-time journaliste bij de BRTN Radio 2 oost-Vlaanderen. Vanaf 1992 tot eind 1996 was ze full-time eindredacteur regionale nieuwsdienst van voornoermde radio. Na 21 jaar journalistiek werd ze de eerste “ombudsvrouw” en werd Gent de zesde stad van dit land die over een ombudsdienst beschikt.

De ombudsvrouw is een vertrouwenspersoon bij wie u terecht kunt met een klacht over de werking van de stadsdiensten, de diensten van het OCMW, het Stadsontwikkelingsbedrijf en Ivago. Ze is een beroepsinstantie waar u terecht kunt als u vindt dat de diensten zelf uw klacht niet of onvoldoende hebben behandeld. De ombudsvrouw zal dan samen met haar team uw zaak opnieuw bekijken, en dit in alle onafhankelijkheid. De behandeling gebeurt gratis en discreet en, indien u dat uitdrukkelijk wenst, zal uw naam niet aan de betrokken dienst worden meegedeeld.

In Gent kunt u  op die plek ook terecht indien u klachten hebt over uw pensioen of over een dienst van de federale of Vlaamse overheid. De betrokken ombudsdiensten houden er eenmaal per maand spreekuren. U moet wel altijd telefonisch een afspraak maken op het nummer 09 2665500.

Klachten kunnen naar de ombudsdienst, zowel schriftelijk als telefonisch of per e-mail (ombudsvrouw@gent.be) en, na afspraak, ook persoonlijk bij de ombudsvrouw geuit worden.

Ze stelde tot op heden jaarlijks uitgebreide rapporten op waaruit de stadsdiensten reeds heel wat hebben kunnen leren om hun werking te verbeteren. Deze kunt u raadplegen op www.gent.be/ombudsvrouw.

Serie 1 nr. 192 Belfort (1300)

Serie 1 nr. 192 Belfort (1300)

Op deze Suggkaart zien we het Belfort tijdens de grootscheepse restauratiecampagne waarbij rond 1900 o.a. het  onuitgevoerde gedeelte aan de oude lakenhalle van 1425-1445 links werd toegevoegd.

Het Belfort van Gent is een 95 meter hoge belforttoren. De toren is de middelste toren van de beroemde Gentse torenrij, samen met de Sint-Niklaaskerk en de Sint-Baafskathedraal.

Men begon waarschijnlijk te bouwen aan het belfort voor 1314, het jaar waaruit de eerste rekeningen dateren. Vandaar dat Albert Sugg 1300 vermeldt op zijn postkaart nr. 192, een ruwe schatting dus. Het originele plan van de hooggotische toren berust in het STAM en is van de hand van meester metselaar Jan Van Haelst.

In 1323 waren reeds vier bouwlagen (van de zes geplande) klaar. Tussen 1377 en 1380 werd een voorlopige houten torenbekroning opgetrokken. Daarop werd de legendarische ‘Draak van Gent’ gehesen. De volgende eeuwen werd de torenspits herhaaldelijk aangepast. Zo kreeg het Belfort in 1771 een peervormige spits naar een ontwerp van  architect Louis ‘t Kindt.

Na verschillende houten spitsen, kreeg het belfort in 1851 een neogotische gietijzeren spits ontworpen door stadsbouwmeester Louis Roelandt. Het is deze spits die deze Suggkaarten  tonen. Een halve eeuw later was de gietijzeren campanille van Roelandt echter in zeer slechte staat. Bij gebrek aan onderhoud ging de ijzeren “zotskap”, zoals die in de volksmond werd genoemd, aan het roesten, zodat zelfs werd overwogen  om het Belfort, dat toch maar in de weg stond, volledig te slopen.

Met de wereldtentoonstelling van 1913 in het vooruitzicht werd tenslotte toch een wedstrijd uitgeschreven voor een nieuwe spits. Een voorstel van Valentin Vaerwyck, gebaseerd op de middeleeuwse spits, werd goedgekeurd. Doordat de werken snel moesten gebeuren, bleken er achteraf vele gebreken te zijn, onder meer in de verbinding tussen de stenen romp en het nieuwe stenen klokkenhuis. De ingreep van de jaren 1911-1913 betrof de hele bovenste verdieping en de spits en leidde tot het huidig voorkomen. In 1967 en 1980 werden daarom restauratiewerken uitgevoerd.

Sinds 1936 is het beschermd als monument. Het belfort van Gent behoort samen met de Lakenhalle en de Mammelokker sinds 1999 ook tot het Werelderfgoed van de UNESCO, waarover straks meer.

Deze erkenning zou een extra stimulans moeten zijn geweest om dit erfgoed met zorg te behandelen. Maar dit weerhield het stadsbestuur er niet van om in 2012 ernaast een stadshal neer te poten (kostprijs 3,7 miljoen euro) zonder daarover het advies in te winnen van de Unesco. Het International Council of Monuments and Sites (Icomos), een organisatie met een adviserende rol bij de Unesco, betreurde dat de stadshal werd ontworpen om het stadsbeeld te overheersen i.p.v. het belfort tot zijn recht te laten komen. Zelfs schepen Christophe Peeters schreef  hierover op zijn website: “Die stadshal is als een tang op een varken. Ze belemmert het uitzicht op de torens van Gent en op de gevel van het stadhuis.”

20130627_sugg4

Bijna 100.000 bezoekers klimmen jaarlijks in de belforttoren, maar veel Gentenaars weten niet wat er in de toren te zien is. Daarom deze informatie: een bezoek aan de toren begint in de kelder met bezoek aan het secreet (een goed afgeschermde archiefkamer waar de rechten en vrijheden van de stad werden bewaard) en eindigt op de galerij met panoramisch  uitzicht op de stad. Er is een lift aanwezig.

In de torenwachterskamers bevinden zich o.a. de oude draken en maquettes van de spits. Het belfort herbergt ook een klokkenmuseum en een beiaard. De historische 17de-eeuwse klokken , gegoten door de klokkengieter Pieter Hemony, werden er opgehangen. Een filmopname verduidelijkt het proces van het klokkengieten en de werking van de speeltrommel. Omdat de beiaardkamer niet toegankelijk is, worden ook opnames getoond van de beiaarddienst in actie. Op alle verdiepingen belichten panelen de rol en de betekenis van het belfort.

Het belfort is dagelijks te bezoeken van 10u tot 18u: basistarief 5 € .Reductietarief 3.75 € voor inwoners van Gent,groepen (vanaf 15 personen), senioren (55+)en jongeren (19-26). Gratis voor inwoners van Gent (zondag 10u-13u), begeleiders van gehandicapten,  CityCard Gent (ook te koop aan het onthaal Belfort) en jongeren t.e.m. 18 jaar.  Dagelijkse gegidste rondleidingen: 3 € bovenop toegangsprijs .

Serie 1 nr. 268 De Halle, achtergevel (1903) De Mammelokker (1741). Het Belfort (1300-1373)

Serie 1 nr. 268 De Halle, achtergevel (1903) De Mammelokker (1741). Het Belfort (1300-1373)

De klokken in de belforttoren waren zeer belangrijk. Zij regelden immers heel het openbaar leven. Zij werden zo belangrijk geacht dat, als een vorst een stad betrapte, niet zozeer het belfort geviseerd werd maar de klokken, die men liet wegnemen.

Mettertijd werd  de toren verrijkt met een uurwerk, een beiaard en een speeltrommel. Het huidige klokkenspel telt 52 klokken waarvan 25 nieuwe (1980); de overige werden in 1659-1660 gegoten. De beroemde “klokke Roeland”, ook “Grote Triomfante” genoemd,  werd in 1315 vervaardigd maar pas in 1324 in de toren opgehangen. Een nieuwe klok verving het eerste exemplaar in 1660 maar werd  beschadigd bij het inluiden van de Gentse Feesten in juni 1914.

Tot in 1948 bleef de Gentse triomfklok er werkloos bijhangen. In dat jaar deed het Koninklijk Verbond der Gebuurtedekenijen een oproep tot de Gentse bevolking om de Roelandklok te laten herleven. Het opteerde voor een nieuwe klok, zodat de oude in het museum bewaard kon worden. Dank zij de campagne door de Wettelijk Erkende Vereniging der Handelaars in Oudheden en Tweedehandsvoorwerpen gevoerd, kon metaal worden aangekocht voor een nieuwe Roeland. Deze nieuwe Roelandsklok  van 1948  weegt 6.200 kg. De gebarsten Roeland kreeg als afzonderlijk openluchtmonument een plaats bij de Sint-Niklaaskerk in 1950.

Sinds de restauratie van de beiaard in 1982 hangt de nieuwe Roeland opnieuw alleen in de zaal der luidklokken.

In 2002 kreeg de Nederlandse firma “De Koninklijke Eijsbouts” de opdracht om de oude gebarsten klok op het plein te herstellen. Dit kon worden verwezenlijkt door een gesofistikeerde technologische aanpak. De Rijksdienst Monumentenzorg droeg 60% van de kosten op voorwaarde dat de klok opnieuw in het Belfort zou terechtkomen. Op pasen 2003 werd de gerestaureerde klokke Roeland van Hemony feestelijk terug op zijn sokkel geplaatst op het Emile Braunplein in de hoop dat deze beschermde banklok in 2005 terug zou klinken in de beiaardstoel van het Gentse Belfort en dus herenigd met de twee andere 17de-eeuwse triomfanten van Pieter Hemony: de Filips en de Bertholf. t’ Kan verkeren…

20130627_sugg6

In 2009 werd de perfect gerestaureerde Roeland weggehaald van het Emile Braunplein om plaats te maken voor de werken in het kader van project KoBra. Aan de pastorie van de Sint-Niklaaskerk werd een kleine  betonnen klokkentoren gebouwd (waar ook een lift in zit) om er de veel zwaardere “Mathildisklok” (10 ton) in op te hangen (niet te zien op de foto).

Maar de Beiaardkring, die de Mathildisklok in Nederland liet maken, weigerde die klok naar Gent te halen als die niet in het Belfort komt te hangen. Dus werd in juli 2012 de gerestaureerde  klokke Roelant (6 ton) in de nieuwe klokkentoren gehangen en werd in de klokkenstoel een mechanisme aangebracht om de klok te kunnen aanslaan.

Echt luiden zal de klok daar dus nooit doen. Naar verluidt zal de klok  zoals vroeger worden aangeslagen  bij bijzondere gelegenheden, bijvoorbeeld bij het begin van de Gentse Feesten of om solidariteit te betuigen. Ze zal deze dus de eerste jaren niet terug in het Belfort worden opgehangen tenzij die betonnen periscoop naast de stadshal alsnog wordt afgebroken zoals sommigen hopen. Dit klokkenverhaal krijgt dus zeker nog een vervolg.

Serie 1 nr. 313 Het Belfort (basis 1300-1375, spits 1854)

Serie 1 nr. 313 Het Belfort (basis 1300-1375, spits 1854)

Belforten in België en Frankrijk zijn een ongeëvenaard geheel van 56 torens, dat door de UNESCO is aangewezen als Werelderfgoed, in erkenning van een architectonische manifestatie van een opkomende burgerlijke onafhankelijkheid van feodale en religieuze invloeden in het historisch Vlaanderen en naburige gebieden, wat leidde tot een mate van lokale democratie die van groot belang is geweest in de geschiedenis van de mensheid.

Naast burgerlijke belforten bevat de lijst drie kerktorens die tevens dienden als uitkijktoren of alarmbeltoren: de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen, de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen, en de Sint-Leonarduskerk in Zoutleeuw – alle drie in Vlaanderen.

In 1999 nam de UNESCO 26 Vlaamse en 6 Waalse torens op in de lijst Belforten in Vlaanderen en Wallonië. In 2005 werden het belfort van het Waalse Gembloers en 23 belforten in het noorden van Frankrijk toegevoegd aan de lijst. Deze werd dan hernoemd tot Belforten in België en Frankrijk. Een opmerkelijke afwezige op de lijst is het Belfort van het Stadhuis van Brussel, maar het maakte al deel uit van het werelderfgoed Grote Markt. In januari 2010 gingen er stemmen op om ook het enige belfort van Nederland, het Belfort van Sluis in Zeeuws-Vlaanderen toe te voegen.

20130627_sugg8

Als uitsmijter. Nu nog zingen de Gentenaars bij grote gebeurtenissen de beroemde Klokke Roeland-ode van Albrecht Rodenbach:

(Voorzang)
“Boven Gent rijst
Eenzaam en grijsd
’t oud Belfort, zinbeeld van ’t verleden,
Somber en groots,
Steeds stom en doods,
Treurt de oude Reus op ’t Gent van heden.
Maar soms hij rilt
En eensklaps gilt
Zijn bronzen stemme door de stede.”

(toezang)
“Trilt in uw graf, trilt, gentse helden,
Gij, Jan Hyoens, gij , Artevelden:
“mij name is Roeland, ‘k kleppe brand
En luide storm in Vlaanderenland.”

De twee overige voorzangen en toezangen bespaar ik u hier. Tijdens de komende Gentse Feesten zal u ze zeker nog in de handen gestopt krijgen om mee te zingen. Doen.

© 2013 GENTBLOGT VZW

20 reacties »

  1. Reactie van Michel Vuijlsteke

    Mooie postkaarten van het Belfort!
    Jammer van die gebouwen naast het stadhuis, ze staan daar echt als een tang op een varken. Zo het uitzicht op de torens van Gent en op de gevel van het stadhuis belemmeren, en al. :)

    • Reactie van jos tavernier

      een antwoord op niveau ;-)

    • Reactie van Vanooteghem Cecile

      nog een die de klok heeft horen luiden maar niet weet waar de klepel hangt. De uitdrukking is slaat als een tang op een varken.

    • Reactie van jos tavernier

      Michel weet als geen ander hoe je op Gentblogt een discussie kan aanzwengelen ;-)

  2. Reactie van 3S

    De overduidelijk negatieve gevoelens van de auteur voor de nieuwe stadshal doen mij vermoeden dat ook de vermelding van de kostprijs past in dit plaatje:
    “Maar dit weerhield het stadsbestuur er niet van om in 2012 ernaast een stadshal neer te poten (kostprijs 3,7 miljoen euro)…”

    Hebben de verschillende bouw- en restauratiefasen van het belfort, torenspits, lakenhalle, de restauratie van beiaard en klokke Roeland… geen geld gekost?
    Was dit toen in verhouding een groter of een kleiner aandeel van het (stads)budget?

    • Reactie van jos tavernier

      de gebouwen waarover u het hebt, maken wel deel uit van ons historisch patrimonium, en dat herstellen en onderhouden is niet meer dan een plicht voor hen die na ons komen.
      Nu blijkt dat de stad zowat 10 miljoen euro te kort komt…Dank dus voor dat bouwwerk, ook namens Robrecht en Daem.

      • Reactie van Bjorn

        Hoe oud moet een bouwwerk zijn om tot het historisch patrimonium te behoren? Maakt een aanvulling / verbouwing van een historisch gebouw onlosmakelijk deel uit van dat gebouw en wordt het daardoor automatisch ook ‘historisch’? Mag een stad de ambitie hebben het patrimonium uit te breiden? Wat mag die ambitie kosten? En wat heeft een mens er aan elke keer op dezelfde nagel te kloppen, in de wetenschap dat er niets aan zal veranderen? Dat lijkt me nu eens een interessant debat, i.t.t. het simpele voor / tegen-gekrijs dat we hier altijd moeten lezen.

        • Reactie van jos tavernier

          geeuw ….

          • Reactie van Bjorn

            Dat was dus ook mijn eerste reactie op de elvendertig keren dat het hier over die stadshal ging, maar ik dacht, ik zal het deze keer eens intelligenter proberen te verwoorden. Sorry voor mijn poging.

      • Reactie van 3S

        Toen belfort, lakenhalle en Mammelokker gebouwd werden, was het helemaal geen historisch patrimonium maar moderne ingrepen.

        Ze kostten naar verhouding veel meer dan 3,7 miljoen euro. Ze veranderden drastisch het stadszicht en belemmerden het uitzicht op de bestaande historische bebouwing, die daarvoor zelfs afgebroken werd.

        Als jullie consequent zijn met deze negatieve manier van denken kunnen jullie alleen maar concluderen dat ze toen nooit zoiets modern als het belfort hadden mogen bouwen…

  3. Reactie van 3S

    Ik wil ook iets positiefs zeggen:
    bedankt voor deze uitgebreide postkaartenreeks en de vele interessante weetjes uit ons verleden!

    • Reactie van rony coekaerts

      volledig mee eens.
      toch één vraagje, als het mag, kan men er toch een stadsplannetje bij zetten aub? het belfort weet ik wel staan maar als je de wirwar van ooit bestaande straten en nieuwe bestemmingen aan mekaar wil verbinden ben je wel een tijdje bezig. meestal met een aha-ervaring, dat wel.

  4. Reactie van Stan

    Elk land besluit om bepaalde gebouwen of zichten te beschermen en te bewaren voor het nageslacht. De eigenaar heeft dan de plicht om het monument te bewaren en te onderhouden en krijgt daarvoor subsidies. De stad Gent is in vele gevallen een eigenaar die zijn monumenten eerst uitleeft, verwaarloost, soms jarenlang laat aftakelen, verknoeit, laat leeg staan en er dan uiteindelijk nog veel geld probeert voor te krijgen. Gent spendeert echter wel geld om nieuwe prestigeprojecten te bouwen dus het gaat over verplichtingen niet nakomen maar wel andere prioriteiten kiezen. Wat is daar nu toch zo moeilijk aan voor velen om dit te begrijpen…?

    • Reactie van rony coekaerts

      niet moeilijk te begrijpen.
      men zadelt de gemeenschap op met een gebouw waar men zelf de onderhoudskosten nooit van zal kunnen betalen.
      dan roept men achter geld om het te renoveren maar wil wel de volledige zeggenschap behouden over het gebruik ervan. bv. st.baafs.
      voor mij is het simpel: voor de euro’s die gespendeerd worden aan renovatiepremies staat een aandeel tegenover. dan is bv.st.baafs al honderden procenten van de gemeenschap en kunnen die brave vrijwilligers, met alle respect, niet meer beslissen wat er mag gebeuren. trouwens weten wij wat er in het bekertje van de bedelaar komt? net zoals we niet weten wat ze daar ontvangen aan giften.
      een vriend van mij moet buiten zijn kunstwerken tentoonstellen omdat ze binnen niet passen. hij, ik, jullie, hebben ook uiteindelijk ook bijgedragen aan de renovatie van dat gebouw dat ik heus niet weg wil. in tegendeel.
      maar mag men eens duidelijke rekeningen maken aub?
      de baten bij de ene de lasten bij de anderen.

  5. Reactie van S

    Het échte schandaal is die 18de eeuwse Mammelokker, die zomaar voor het 14de eeuwse Belfort werd neergepoot!
    Die Lodewijk XIV-Lodewijk XV-stijl past bij het Belfort en de Lakenhalle als een tang op een varken!
    Wie heeft zoiets vergund? Goed dat er al een deel is afgebroken. Nu de rest nog, zodat het vrije zicht op het Belfort in ere hersteld wordt.
    Opvallend trouwens, hoe in de tekst zedig gezwegen wordt over de kostprijs van die Mammelokker!

    • Reactie van jos tavernier

      Ooit werd in de 19 de eeuw in het schepencollege het plan geopperd om dat oud en lelijk belfort dan maar af te breken.

      • Reactie van S

        Waarschijnlijk door iemand die vond dat het zicht op de Sint-Baafskathedraal erdoor werd verpest…

        Ik wil jou en Arthur trouwens oprecht danken voor deze bijdrage en de andere in de reeks!

        Hopelijk zien jullie de ironie kunnen jullie genoeg afstand nemen om te zien dat deze bijdrage eigenlijk ook een argument pro stadshal is.

  6. Reactie van Arthur De Decker

    Erratum: gelieve “pastorie bij de Sint-Niklaaskerk” te vervangen door “sacristie bij de Sint-Niklaaskerk”.
    Addendum: De Mathildisklok waarvan even sprake werd in opdracht van de beiaardkring Clocke Roeland in 2008 gegoten in de klokkengieterij Koninklijke Eijsbouts in het Nederlandse Asten en kost 180.000 euro. Deze luidklok van 10.000 kg produceert een lage mi en was bestemd voor de beiaard van het Belfort en zou ook het uur luiden. In juli 2008 werd deze klok voor de show even naar Gent gebracht doch momenteel staat ze weer in het Nederandse Asten.Ze is nog niet volledig afbetaald.Het Belfort moet eerst worden versterkt om deze klok te torsen. Daarvoor ontbreekt momenteel het geld.

  7. Reactie van Paul Hermans

    Een nieuw gebouw in een oude stadskern zal altijd controverse oproepen. Een constructie uit de 21e eeuw moet volgens mij de 21e-eeuwse architectuur en tijdsgeest weergeven en niet imiteren. Ik ben Limburger die een vijftal jaar in Gent woont. Wat ik prachtig vind is de diversiteit die Gent tot een unieke stad maakt en geen eenheidsworst zoals die veel meer in Brugge is te zien.