Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent: Série 1 (13) De Lieve
Elke week overloopt Gentblogt Albert Sugg’s Série 1-postkaarten van Gent tijdens de Belle époque. U vindt deel 1 tot 12 in ons archief. In aflevering 13 tonen we enkele Suggkaarten uit de serie 1 die handelen over de Gentse Lieve. Arthur De Decker geeft wat achtergrond info en Jos Tavernier geeft een actueel beeld ervan.
De Lieve is geen rivier maar een kanaal met een eeuwenoude geschiedenis. Naarmate Gent, dankzij de lakennijverheid, zijn welstand en bevolking zag aangroeien, werd de aanvoer van levensmiddelen steeds belangrijker. Brugge kon zich langzaam opwerken tot de belangrijkste handelshaven van Vlaanderen. Via de inham van het Zwin die tot in Damme doordrong, was Brugge rechtstreeks met de zee verbonden.
De Gentenaars wilden deze boot niet missen en besloten een kanaal te graven naar Damme, 45 km lang. In die tijd gebeurde dat werk nog met de spade en dat verklaart waarom Gent 7 jaar nodig had om dit plan te realiseren. De Lieve raakte af in 1267.
Omdat Gent alles betaald had, was het schepencollege meester over het hele kanaal. Het waakte er angstvallig over dat niemand anders van zijn investering kon profiteren. Nauwelijks een goeie meter diep was dit kanaal alleen voor kleinere schepen bevaarbaar. Deze mochten niet meer dan 5 tonnen wijn meenemen (4,3 ton). Ze vervoerden vooral de specialiteiten van de twee eindpunten: graan uit Gent, wijn en haring uit Damme.
Om de hoogteverschillen te overbruggen kreeg de Lieve diverse stuwen of rabotten. De enige stuw die bewaard bleef, is het versterkte rabot op de plaats waar de Lieve de Gentse stadsmuur doorsneed, doch daarover meer in een latere aflevering. En zo komen we bij onze eerste Suggkaart van deze week terecht.
Niet ver van het Rabot aan de Lieve staat de Donkere Poort. De fotograaf die op de Sint-Antoniusbrug stond, had veel bekijks van de buurtkinderen. Deze onderdoorgang is een 15de eeuwse laat-gotisch poortgebouw, gerestaureerd in 1899, recent voor deze foto werd genomen, en is de enige nog bewaarde poort van het Prinsenhof.
Het links aansluitende, thans prachtig gerestaureerde Sastehuis is in 1750 in rococostijl opgetrokken op oudere gewelfde kelders. Het was het woonhuis van de familie van Acker en werd later een opvangtehuis voor vrouwen (Klemenswerk). Dit herenhuis werd samen met de Donkere Poort in 1981 beschermd als monument. Tegelijkertijd werd toen de aanpalende voormalige brouwerij Gebroeders Vanden Berghe, de voormalige katoenspinnerij Vanden Broecke-Grenier (rechts op de foto) en het bouwblok gevat tussen Bachten Walle, Rabot, Sanderswal en de Lieve, als stadszicht beschermd wegens hun industrieel-archeologische waarde.
Van het ensemble van de gebouwen dat het voormalig Prinsenhof vormde is de “donkere poort†de noordelijke toegang. Het domein , aanvankelijk het “Hof ten Walleâ€, zou reeds in de 13de eeuw ontstaan zijn. Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen, richtte er omstreeks 1353 zijn residentie in en zo werd de residentie de verblijfplaats van de graven. De benaming “Prinsenhof†dateert echter van na de geboorte van Karel V op 24 februari 1500.
Dat Keizer Karel zou zijn geboren in een kamertje boven de Donkere Poort, zoals gesuggereerd in het bijschrift op de Suggkaart, berust op fantasie uit een volksvertelling. Dat de wieg ergens in een toren van het Prinsenhof stond is al meer aanneembaar. Sommige snoodaards beweren dat Karel, “dankzij†wie de Gentenaars zich later stroppendragers lieten noemen, op weg naar Gent, in Eeklo zou zijn geboren. Ik ga echter liever dit gevoelig onderwerp uit de weg…
Dit is wat de toeristen in de zomer van op het water te zien krijgen van de beroemde Donkere Poort. Zoek de poort. Ze gaan dus best aan wal om een en ander van dichterbij te bekijken. In de doorgang van de poort zullen ze dan twee gedenkplaten ontdekken als aanklacht tegen de terechtstellingen in de zo bloedige 16de eeuw te Gent. De gedenkplaten werden er gehangen door de stad Gent. De ene plaat draagt als titel “Op bevel van Keizer Karel V terechtgestelden in Gent†met als ondertitel “Wegens opstand terechtgestelde Gentenaarsâ€.
Deze plaat vermeld niet minder dan 17 namen van personen die in 1540 onthoofd werden en één die in 1545 verbrand werd. Het jaartal 1540 slaat uiteraard op de opstand tegen Keizer Karel V in de voorafgaande jaren, die bestraft werd met de Carolijnse Concessie van 30 april 1540.
De andere plaat rechts draagt als hoofding “Wegens protestantisme terechtgestelden te Gentâ€. Daarna volgt een lijst met 38 namen waarvan elf onthoofd werden, 26 verbrand en één levend begraven. Overwegend zijn dit de namen van mannen, maar er staan ook enkele vrouwen tussen, o.a. een vrouw die levend begraven werd (Anna van de Velde).
Het gebouw rechts van de Donkere Poort is de voornoemde katoendrukkerij Vanden Broecke-Grenier, ontstaan ca 1825 en in 1850-1851 uitgebreid met een katoenspinnerij en een -weverij. Sedert het einde van de 19de eeuw kwam de fabriek in handen van de textielfamilie Van Acker-Vanden Broecke. Toen de fabriek in 1971 werd stilgelegd, heeft de stad Gent het bedrijf in 1976 aangekocht. In 1983 is men begonnen met de afbraak  van de spinnerijgebouwen. Op het vrijgekomen terrein bouwde men 15 privéwoningen en 4 appartementen die in 1994 werden ingenomen als sociale woningen.
Van de oorspronkelijke industriële gebouwen aan het Prinsenhof rest nu vrijwel niets meer. De oudste nog bestaande constructies zijn de vierkante met ijzeren banden versterkte fabrieksschouw met daarnaast het stoommachinehuis, allebei daterend van 1896, doch grondig verbouwd tijdens het begin van de 20ste eeuw.
Ten zuidoosten van de schouw en aanleunend aan de zijgevel van het machinehuis bevindt zich het ketelhuis waarin nog een stoomketel staat van het Lancashiretype. In 1993 werden de machinekamer, het ketelhuis, de transmissiegang en de vierkante schoorsteen alsnog als monument beschermd. Het ketelhuis werd nadien enkele jaren gebruikt als beeldhouwersatelier (loods 13 van het Beeldhouwerscollectief). In 1999 kwam het in privébezit. Het aanvankelijk voornemen om er een rustige horecazaak in onder te brengen, bleek achteraf geëvolueerd tot het uitbaten van een fuifzaal waardoor het naastliggende nieuwe woonerf een helse uitgangsbuurt was geworden. De zaak werd gesloten en wacht in zo ver ik weet sindsdien op een nieuwe functie.
De Sint-Antoniuskaai met de Lieve gezien vanaf de Sint-Antoniusbrug. Achteraan is de toren van de Sint-Stephanuskerk van de Augustijnen zichtbaar. In het witte gebouw voor het klooster verbleef de bruggendraaier van de beide bruggen aan de Lievekaai.
De vier huizen links werden kort na 1900 gesloopt en vervangen door een verffabriek (NV Lippens).
Waar het rondboogpoortje zichtbaar is, bevond zich de ingang tot een steegbeluik.
De Sint-Antoniuskaai is de kaai van “het hof†waarmee het Sint-Antoniusgesticht wordt bedoeld. Deze kaai, die in de Middeleeuwen eenvoudig werd aangeduid als “up de Lieve†, kreeg haar naam door de Gilde van Sint-Antonius , een schuttersvereniging (de kolveniers) die werd opgericht in 1488 en eerst de “donderbusse†oefende aan Einde Were en in 1592 naar hier verhuisde waar ze in 1639 een gebouw optrokken dat zij “Sint-Antoone†doopten. In 1703 werd de gilde afgeschaft en het hof omgebouwd, eerst in een krijgshospitaal en in de 1777 in een gesticht voor bejaarde lieden.
In 1809 nam er een kloostergemeenschap haar intrek en verzorgde de oudjes. In 1821 werd er een neoclassicistische kapel opgetrokken toegewijd aan St-Vincentius à Paulo. De voormalige paardenstallen werden rond 1848 vergroot en verhoogd en aan de westzijde werd een ziekenzaal aangebouwd. Het tehuis Sint–Antonius werd in 1943 beschermd als monument. Het kwam in handen van de Commissie der Burgerlijke godshuizen , thans OCMW.
De verffabriek Lippens op de hoek Sint-Antoniuskaai/Kolveniersgang verhuisde in 2008 naar Evergem en de fabrieksgebouwen werden opgekocht door de projectontwikkelaar Orbis. De stad hoopte in 2008 nog dat het oude Manchestergebouw zou bewaard blijven en de modernere laagbouw zou worden gesloopt.
Maar de rechter oordeelde daar anders over zoals te zien op de recente foto van Jos Tavernier, genomen van op De Brug der Keizerlijke Geneugten. Volgens de gewezen schepen van Monumentenzorg, Lieven Decaluwe, toonde dit nog maar eens aan hoe moeilijk de strijd soms is om niet beschermde maar toch belangrijke gebouwen in onze stad te bewaren
Waar vroeger het steegbeluik en het Sint-Antoniushospitaal was staat nu het Sint-Antoniushof. Â In 1993 werd met de afbraak van de achterliggende gebouwen begonnen en op de vrijgekomen gronden werden 88 bejaardenflats gebouwd die sedert 1997 bewoonbaar zijn. In 2010 verhoogde het OCMW eenzijdig de dagprijzen van deze flats. Enkele bewoners trokken naar de rechtbank en haalden gelijk: het OCMW moest het verschil terugbetalen voor 32 huurders (ca 12.000 eur). Ook het OCMW moet het burgerlijk recht volgen.
Jan Wijnants en Hans Debrock restaureerden het gildehuis in 1998 en herstelden de gevel in al zijn kleurenpracht (niet te zien op de foto). Het zijn nu appartementen en kantoren.
De voornoemde Sint-Vincentiuskapel fungeert nu als Cultuurkapel waar men bijvoorbeeld tijdens de komende Gentse Feesten van 21 tot 28 juli telkens om 15u een optreden kan bijwonen van Fred Geirnaert die een programma voorstelt “van Charles Trenet tot Romain Deconinckâ€. Reservatie via Uitbureau.
Aan De Brug der Keizerlijke Geneugten ga ik niet veel woorden vuil maken. Ik heb een aversie tegen overbodige bruggen waarbij gemeenschapsgeld wordt vermorst zonder inspraak van de bewoners.
Sugg toont de Lievekom van op de Academiebrug. Die kom besloeg voordien ongeveer de ruimte waar men nu niet mag parkeren. In 1583 gaf het schepencollege de toestemming “omme te gaen maeckene, vanaen het hof van sente anthone totte aen de lief-brugghe een scoone ende diepe caeye, omme alle de scepen bequaemelick te connen lossen. Hiertoe wierd oock de straete verbreet ende de huysen afghebrocken ende inghecortâ€.
Zo ontstond tussen 1583 en 1611 de genaamde Lievekom, een los- en laadplaats in een gebogen vorm. De haven tussen bruggen op de Graslei kon de trafiek namelijk niet meer aan. Aan de Lievekom stond zelfs een kraan met een traprad die tot in de 18de eeuw bleef bestaan. Toen echter op het einde van de 18de eeuw het keizerlijk Entrepot aan de Coupure gebouwd werd, verloor de Lievekaai haar belang als stedelijke losplaats.
In 1834 besliste het stadsbestuur de zwaaikom tussen Lievebrug (achteraan) en Academiebrug te dempen. Men behield alleen een doorgang voor de schepen. De gronden van de kom, waarvan de omtrek in de kasseien op deze postkaart zichtbaar bleef, werd een parkeerruimte voor verhuiswagens en huurkarren om handel te doen. Een reglement van 1836 verplichtte de voerlieden hun wagens op de Lievekaai te plaatsen “op een rechte lijn met de dissel in de hoogteâ€. Dit plein werd later beplant met treurwilgen.
Het Augustijnenklooster overheerst de Augustijnenkaai links. Wie goed kijkt kan een boog in de kaaimuur zien. Daar liep een oude arm van de Lieve onder het klooster door.
Achteraan zien we de drie torens van Gent, met tussenin het Gravensteen en rechts nog een resem torens. Krijg dat nu maar eens op één foto!
Achteraan links aan de Lievebrug staat een trapgevel met als adres Lievestraat 2. Het is sedert 1981 een beschermd monument. Het werd opgetrokken in de 17de eeuw maar heeft een 16de-eeuwse kern, overwelfde kelders en een gotisch trappenhuis.
Met het oog op de wereldtentoonstelling te Gent in 1913 werd deze woning grondig gerestaureerd door Amand Janssens (1881-1953) met gebruik van nieuw materiaal. Het kreeg aldus een neorennaissance “conventiegevel†zoals zo vele andere in de buurt van het Gravensteen. Het stadsbestuur beloofde toen alle voor de tentoonstelling gezichtsbepalende gevels nog honderd jaar voor een kleine vergoeding (1 Bfr) te onderhouden. Om aan die ongelukkige belofte te voldoen beloofde de stad op de valreep in 2011 nog één keer te helpen met de renovatie van dit imposante waterhuis. Dan wordt de conventie opgeheven. Het huis werd in dat jaar namelijk gekocht door ex-premier Guy Verhofstadt, zijn vrouw en kinderen, samen met nog twee stellen.
Zoals je achteraan kunt zien is het huis Lievestraat 2 van de blauwe minister van staat ondertussen in het rood geschilderd en grondig gerestaureerd.
Als uitsmijter een gedicht van Riet Wille:
Titel onderaan
Als een beschermende arm
Ligt ze om het Prinsenhof.
Mensen op bruggen zwaaien:
Naar de plezierbootjes,
Lachende toeristen, kwakende eenden, golvend groen, en water van
De Lieve.
© 2013 GENTBLOGT VZW
Het oude Manchestergebouw van de verffabriek Lippens is wel bewaard: zie https://www.lievehof.be
Mijn excuses. U heeft uiteraard gelijk. Stond trouwens eerder reeds op Gent Blogt:
“Rechter verbiedt slopen verffabriek Lippens”.
De verffabriek Lippens stond voordien in het Tempelhof. Bij de bouw van de serviceflats aldaar moest het gebouw en bedrijf verdwijnen voor een parkeerruimte. De familie Lippens kocht dan de oude gebouwen van de “teerpapier”-fabriek UPM of Usines Pol Madou. Dit stond op de hoek van Kolveniersgang en Sint Antoniuskaai. Heel de Sint-Antoniuskaai werd in de jaren 1980 verknoeid door de ingrepen van het OCMW, ondanks grote weerstand van uit de buurt. Zoals op de oude postkaart te zien bezat het een rijkdom aan verschillende stijlen en formaten. Met de laatste ingreep nu met het huidige Lieveproject werd het “massakker” kompleet.
De foto van de huidige Sint-Antoniuskaai werd genomen vanop de Sint-Antoniusbrug en niet vanop de brug der Keizerlijke Geneugtes.
Mijn overgrootmoeder heeft ooit verbleven in het Gildehuis en is er ook overleden.
Deze reeks is een uitnodiging om toerist te zijn in eigen stad.
Zeer interessant! nog van dat! En ik beaam wat BartVG zegt.
Ik schreef het ook al eerder; zalige reeks.
Wij zijn blij jullie te melden dat Vizit, de gidsenorganisatie, een nieuwe stek heeft gevonden in het oude Ketelhuis (of toch in een gedeelte ervan). We zijn van plan in de toekomst verschillende activiteiten te organiseren in het gebouw, oa opendeurdagen. Maar ook wie toevallig passeert, is welkom om eens binnen te piepen.
Hopelijk tot binnenkort!