Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent: Série 1 (19): Lieven Bauwensplein

vrijdag 30 augustus 2013 16u13 | Arthur De Decker (tekst), Jos Tavernier (beeld) | 9 reacties
Trefwoorden: , , , .

Elke week overloopt Gentblogt Albert Sugg’s Série 1-postkaarten van Gent tijdens de Belle époque. In deel 19 laat Arthur De Decker enkele kaarten Van Albert Sugg de revue passeren die ons de omgeving tonen van het Lieven Bauwensplein in de Belle Epoque en Jos Tavernier toont ons hoe dat er nu uit ziet.

De vorige 18 afleveringen zijn terug te vinden in het archief van Gentblogt.

Serie 1 nr. 24 Laurentplein, oostkant

Serie 1 nr. 24 Laurentplein, oostkant

Hier zien we de oostzijde van het François Laurentplein met achteraan de Sint-Baafskathedraal en daar voor het provinciehuis en rechts daarvan het Lieven Bauwensplein..

De noordzijde van het plein heette vroeger (reeds voor 1812) de Nederscheldestraat (Van Brabantstraat tot Bij Sint-Baefs),de zuidkant was de Nederscheldekaai (van Krommenescche tot Brabantstraat). Tussen beide lag de Nederschelde.

In 1882-1884 werd de Nederschelde tussen de oude Brabantbrug en het Geraard  de Duivelsteen overwelfd. Deze ingreep  maakte deel uit van het Zollikofer-De Vigneplan, dat de hele buurt tussen zuidstation (zie vorige aflevering ) en het stadscentrum wilde saneren en moderniseren. Bij deze grootschalige werken, waarbij een tweeledige overwelving zou  zorgen  voor het ontstaan van het nieuwe  rechthoekig François Laurentplein, waren heel wat bouwvaklieden betrokken. Hierbij werd de oude watermolen (Braamgaten) gesloopt. Het overwelven van vervuilde waterlopen kaderde in de gezondmakende burgerlijke stedenbouwkunde van die tijd. 15 jaar voordien was de overwelving van de Zenne in Brussel het grote voorbeeld geweest.

Tot het begin van de jaren 1200 vormde de Nederschelde de grens van de stad Gent. Op de grens naar het hertogdom Brabant stond daar één van de vier stadspoorten, de Brabantpoort. Daarnaast bouwde het stadsbestuur omstreeks 1300 een watermolen. De Gentenaars konden er hun graan laten malen. In de tweede helft van de vorige eeuw liep de bedrijvigheid zo sterk terug, dat het stadsbestuur in 1874 besloot de molen stil te leggen.

Het nieuwe plein kreeg de naam van de toen nog levende jurist en hoogleraar François Laurent (1810-1887). Deze Luxemburger werd in 1836 tot hoogleraar aan de Gentse universiteit benoemd en maakte naam met zijn volumineuze publicaties over het burgerlijk recht. Hij interesseerde zich sterk voor het stedelijk onderwijs, omdat hij geloofde dat men het arbeidersvraagstuk kon oplossen door het proletariaat goed op te voeden. Het stadsbestuur had op 18 oktober 1884 reeds bij resolutie bepaald dat hij zich verdienstelijk had gemaakt jegens de stad Gent. Na zijn dood kreeg ook de stadsschool in de onderstraat zij naam. In 1908 werd op het Laurentplein een monument ingehuldigd ter ere van deze illustere Gentenaar. Het is een werk van de Gentse beeldhouwer Julius-Pierre van Biesbroeck (1873-1965) dat in 1907 werd gegoten door de Fondérie Nationale des Bronzes. Het werd opgesteld voor de winkel waar Albert Sugg ooit woonde.

24 gouvernement op laurentplein

Auto’s, het is eens wat anders dan Baskische geiten.

Deze parking zal binnenkort verdwijnen bij het terug openleggen van de Nederschelde hier.

Serie 1 nr. 65 Standbeeld Lieven Bauwens (1769-1822-De Vigne-Quyo)

Serie 1 nr. 65 Standbeeld Lieven Bauwens (1769-1822-De Vigne-Quyo)

Hier zien we de resultaten van het plan van Zollikofer-De Vigne, uitgevoerd onder het burgemeesterschap van Hippolute Lippens door de “Compagnie Immobilière de Belgique”. We zien het Lieven Bauwensplein met het standbeeld van Lieven Bauwens in het in april 1902 aangelegd tuintje met daar achter de winkel van Nagels en Esders, toen een van de  grootste en vermaardste winkels van kledij op maat. Het werd rond 1965 afgebroken en vervangen door een appartementsblok met gelijkvloers een benzinestation.

J.J. Steyaert beschreef Lieven Bauwens in zijn boek “Beschrijving der stad Gend” van 1838 als volgt:

(Geb. 1769, overl. Te Parys in 1822), Het is dezen vaderlands lievenden Gentenaer, die de mekanieken tot het spinnen der katoen, uyt Engeland in gevaer zyns levens naer Nederland overbragt, en dadelyk te Gend de eerste katoenspinnery daermede oprigtte; en eerlang onbaetzuchtig zyne geheymen aen andere mededeelde.

Gevolgd door volgend gedicht van Prudens Van Duysse (1804-1859):

Chartreuzenklooster, binnen uw eerwaerde panden
Daer snorde ’t spintuyg eerst, door BAUWENS geest bezield,
’t Was hy, die werk en brood bezorgde aen duyzend handen,
Schoon niemand voor zyn grafsteen knielt.
Had hy, geduchten held, zoo menig er vernield,
Als hy er nooddruft heeft gegeven,
Gewis zou hy sints lang in ’t marmren beeld herleven!

Na het overlijden van Lieven Bauwens, nog in 1822, bracht de stad hem een eerste hulde door aan het huidige Frankrijkplein de naam Lieven-Bauwensplein te geven. Vrij vlug opperde men de gedachte op deze plaats een standbeeld te zijner eer op te richten. Reeds in 1837 liet men lijsten rondgaan voor de oprichting van dat monument dat zou komen aan het pas ingehuldigde Zuidstation te Gent.

Toen men echter vaststelde in welke zware financiële moeilijkheden de weduwe van Bauwens (Mary Kenyon) verkeerde, besliste men haar die som te schenken en voorlopig af te zien van een standbeeld. In 1849 maakte Parmentier toch een ontwerp dat werd tentoongesteld in de Gentsche Nijverheidstentoonstelling van dat jaar. Op verzoek van de stad vervaardigde Pierre de Vigne-Quyo (1812-1877) in 1865 een gipsen beeld dat nu nog in het museum Meerhem staat.

De Vigne was ook de ontwerper van het standbeeld van Jacob van Artevelde op de Vrijdagsmarkt. Daar er geen portret van  Lieven Bauwens voorhanden was, nam de Vigne een familielid van Bauwens als model. Het beeld werd bij wijze van proef op de Lieven-Bauwensplaats opgericht, juist tegenover de ingang van het Zuidstation. Na een tweede inschrijving werd het gipsmodel per trein overgebracht naar Brussel om het daar  door de  “Compagnie des Bronzes” in brons te laten gieten.

Omdat het stadsbestuur vreesde dat de Engelse toeristen die uit het zuidstation kwamen zouden ontstemd zijn bij het zien hoe de aartsvijand van Engeland werd vereerd, werd het door de stad Gent  in “de schoonste straat van Gent” nl. de Vlaanderenstraat geplaatst, tussen het Gerard Duivelsteen en het Laurentplein. Uiteindelijk werd op 13 juli 1885 het bronzen standbeeld  op de overwelfde Laurentplaats geplaatst en met een grote plechtigheid onthuld.

In zijn toespraak schetste burgemeester Hyppolite Lippens de betekenis van Lieven Bauwens voor de industriële ontplooiing van Gent en meer speciaal voor de katoennijverheid. Daarnaast sprak ook een woordvoerder van de “Gedecoreerde Werklieden Bond” de talrijk opgekomen arbeiders toe. De plechtigheid zelf verliep in moeilijke omstandigheden daar de buurt in een echte bouwwerf herschapen was door de voornoemde urbanisatieplannen. ‘s Avonds voerde het Van Crombrugghe’s Genootschap het toneelstuk “Lieven Bauwens” op. De auteur was Karel Ondereet (1804-1868), oprichter van de toneelkring “Broedermin en Taelyver”.

In de Gentse Waaistraat werd in 1898 een arduinen gedenksteen aan de gevel van Bauwens geboortehuis aangebracht. Het gevelschrift luidt: “Hier werd geboren Lieven Bauwens, de stichter der Gentsche katoenweverij, eerste meier van Gent, 1769-1822”.

De mythe Lieven Bauwens werd stevig in stand gehouden. Zo werden de Gentse Feesten  van 1922  besloten met een prachtig feest ter herinnering aan de 100ste verjaardag van het overlijden van Lieven Bauwens. Hoogtepunt van het feest was de stoet waarvan de krant melde dat het één van de indrukwekkendste optochten was ooit in Gent gehouden. Van de Vrijdagmarkt trok men naar het standbeeld. Van op het Geeraard de Duivelsteen brachten Thebaanse trompetten Vlaamse Liederen, terwijl aan het beeld redevoeringen worden gehouden. Zij wezen er o.a. op dat alle bevolkingslagen, zowel fabriekseigenaren als arbeiders, de man willen huldigen, die omwille van zijn ondernemerszin zelfs burgemeester van de stad is geweest.

65. Standbeeld Lieven-Bauwens (2)2012

Zo ziet het plein er nu uit. Het benzinestation achter het standbeeld is verdwenen, het lelijk appartementsgebouw spijtig genoeg niet.

Ondertussen is de mythe rond Lieven Bauwens grotendeels verdwenen . Gedegen onderzoek, o.a. van Ann Suetens in haar licentiaatsthesis van 1972 en later herhaald in het Tijdschrift voor Geschiedenis en Techniek en Industriële Cultuur, jg. 4 (1986), nr. 3, p. 15-62  en jg 5 (1987), nr. 19-20, p.7-34, toonde aan dat de rol van deze figuur toch wel wat overroepen is. Dit werd prachtig in de verf gezet door Wouter Brauns in zijn artikel “De ultieme kapitalist, Lieven Bauwens: weldoener of klootzak?” in de verleden jaar ter ziele gegane andere k(r)ant van Gent, TiensTiens, nr 19, herfst 2009, p. 26-27. Daaruit leren we dat Lieven kil, leugenachtig, egocentrisch, geldzuchtig, paranoïde, gierig en onbekwaam was, een kapitalist in hart en nieren die over lijken ging.

Vraag is dus of dit niet op een of andere manier  zou moeten toegevoegd worden aan dat monument zoals men dat ook voorstelde (ingevolge zijn Congo-politiek) voor het monument van koning Leopold II naast het Zuidpark?

Serie 1 nr. 200 Provinciaal Gouvernement

Serie 1 nr. 200 Provinciaal Gouvernement

Over dit provinciaal gouvernement hadden we het reeds uitgebreid in aflevering 5 bij de Baskische geitenhouders. 

Als u goed kijkt ziet u aan het einde van het Laurentplein de voor die tijd typische krantenkiosk. Deze werd er opgericht in 1894 door Mathilde Vincent. Het was een octogonaal bouwwerkje. “Un pavillon en pichpin, de forme octogene, ornemanté et tres coquet, devant servir à faire du commerce”. Dergelijke “Belle Epoque”-kiosken trof men toen ook aan Bij Sint-Jacobs, op het Emilius Seghersplein, aan de Keizerpoort, in de Kunstlaan, in de Franklin Rooseveltlaan, de Heirnislaan, enz.

De huurprijs vóór de Eerste Wereldoorlog lag tussen 50 en 100 frank per jaar. In 1938 verleende het stadsbestuur aan Gerard Hubert, directeur van de N.V. Algemene Lectuur, als hoogste bieder bij de aanbesteding,  de exploitatievergunning over niet minder dan 18 krantenkiosken. Van 1938 tot aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd de kiosk aan het François Laurentplein beheerd door de N.V. Algemene Lectuur.

Op het einde van de oorlog werden diverse kiosken vernield , o.a. door het springen van bruggen, of geplunderd. Na WO II telde Gent nog 20 kiosken, waar onder deze van het François Laurentplein. De concessieprijs beliep toen driemaal deze van 1939. In 1984 waren enkel de krantenkiosken aan het Koningin Maria Hendrikaplein, de Korenmarkt, de Kouter  en het Laurentplein nog in gebruik. In 2001 moesten de uitbaters van deze laatste kiosk , “Die ochtend” genoemd, maandelijks 17.000 frank huur betalen. Om dit te kunnen betalen werd boven de kiosk een lichtkrant geïnstalleerd waarop je voor 1.000 frank je boodschap de hele dag over het plein kon laten rollen.

200. Provinciaal Gouvernement

Waar is die mooie krantenkiosk uit de Belle Epoque naar toe?

© 2013 GENTBLOGT VZW

9 reacties »

    • Reactie van Frans

      Was dat niet de laatste krantenkiosk in activiteit, de “vervangende” kiosk op de Korenmarkt buiten beschouwing gelaten?

  1. Reactie van Roland

    Verstopt achter die witte bestelwagen?
    Naar Parijs? Daar zie je nog veel van die krantenkiosken.

  2. Reactie van nic deroover

    Het is steeds een ongelooflijk plezier om U te lezen… hartelijk dank voor Uw inzet!!

  3. Reactie van Steven

    De “onbaatzuchtige, vaderlandslievende” acties van Lieven Bauwens zou men nu spionage noemen : “Het is dezen vaderlands lievenden Gentenaer, die de mekanieken tot het spinnen der katoen, uyt Engeland in gevaer zyns levens naer Nederland overbragt, en dadelyk te Gend de eerste katoenspinnery daermede oprigtte; en eerlang onbaetzuchtig zyne geheymen aen andere mededeelde.”

    Zeer interessant stukje alweer. Waarom is het prachtige oude gouvernement verdwenen ?

    • Reactie van Jean Marie De Wulf

      Het werd bij het wegtrekken van de Duitse bezetters in 1944 in brand gestoken met zeer vele compromitterende documenten.

  4. Reactie van Steven

    Compromitterende documenten ?

  5. Reactie van Jean Marie De Wulf

    Steven, een tekeninkske maken?

  6. Reactie van Melchior

    Wat gaan ze doen met provinciehuis wanneer het vertrekt naar Leopoldskazerne?