Il Barbiere di Siviglia: opera voor beginners
Waar ik aan denk als u “opera” zegt? Aan deftig opgedirkte mensen. Aan uitgesponnen voorstellingen van vier uur. Aan een tot tranen toe ontroerd publiek. Aan dikke dames in barokke jurken die kristallen glazen laten springen met hun stem. Aan gala-kledij en monocles en tragiek en over-acting. Kortom: clichés, clichés, clichés. Als een kind van mijn tijd wijs ik voor dit denkbeeld beschuldigend naar die dekselse televisie- en filmindustrie. Zij hebben het me opgedrongen, meneer.
Maar bon, enige nuance in en bijstelling van mijn ideeën over opera was bijgevolg dringend aan de orde. Het is bovendien een ware schande: hoewel ik van nature nogal uithuizig (hallo, eufemisme) ben, was ik tot deze week nog nooit écht naar de opera geweest.
Het gebouw zelf, op de Kouter, daar heb ik ooit wel eens een concert gezien, maar zo’n echte opera of operette met zingende mensen op het podium en chique volk in de zaal: ik was tot dinsdag een volledige leek op dat gebied. Verwacht hier dus zeker geen uiteenzetting over sopranen, tenoren en baritons. Evenmin zal ik mij wagen aan bespiegelingen over interpretaties en uitvoering door het orkest: ik ken daar simpelweg te weinig van en laat het dan ook met plezier aan kenner Bruno over, die vanavond gaat kijken. Ik beperk me gemakkelijkheidshalve tot mijn indrukken.
“Il Barbiere di Siviglia”. De coiffeur van Sevilla.
Een opera van Gioacchino Rossini, een 19e eeuwse Italiaanse meneer die er zo 39 componeerde in 20 jaar.
Volgens het programmaboekje “een commedia in twee bedrijven, een libretto van Cesare Sterbine naar een tekst van Beaumarchais. ”
Meteen een mondvol, me dunkt. En in één zin drie termen die ik moest googlen (niets gevonden over die Sterbine, trouwens).
Het verhaal laat zich dan wel weer in een paar eenvoudige woorden vertellen: jonge man houdt van meisje en wil heur versieren. Meisje wil wel, maar dan weer niet en dan weer wel. Oude man aast ook op meisje en wil met haar trouwen. Jonge man en oude man hebben beide een paar sluwe handlangers die helpen bij de veroveringstocht. Niet echt een origineel verhaal met interessante wendingen dus, en dat brengt ons meteen bij de eerste grote vaststelling van de avond: naar de opera ga je niet voor de spannende plot.
De tweede vaststelling gooien we er meteen achteraan: je hoeft niet noodzakelijk opgedirkt te zijn of een gala-jurk aan te trekken om binnen te mogen in de opera. Hoewel ik zelf iedere gelegenheid aangrijp om mijn wederhelft in een pak te hijsen (dit uitje was alweer een uitstekend excuus), is dat ondertussen blijkbaar niet echt meer nodig. We mogen dus van geluk spreken dat ik die boa had thuisgelaten.
Het publiek was niet het enige wat niet met mijn behoorlijk eenzijdig beeld strookte. Wat op het podium te zien was, was allerminst conventioneel te noemen. Niet de verwachte 19e eeuwse setting en weelderige hoepeljurken, maar een fifties decor en dito kostuums: vespa’s, netkousen, vintage kappersstoelen en kleurige pruiken. We voelden ons meteen thuis.
Ook de uitvoering zelf bleek speels en creatief. Guy Joosten, regisseur van dienst, heeft een loopbaan bij Blauwe Maandag Compagnie achter de rug, wat natuurlijk kan tellen als referentie. Deze jongeling debuteerde bovendien op 28-jarige leeftijd als operaregisseur en hoewel ik daar dus niets van ken, lijkt het me behoorlijk piep.
Geen slechte carrière-zet bovendien, want deze stiel ligt hem – naar mijn bescheiden mening- volledig. Zijn regie maakte van “De Barbier Van Sevilla” een heus feestje. Grappig en vlot, met voldoende tempo en pittige details: bijzonder geschikt voor een beginnend toeschouwer. Voeg daarbij wat mooie muziek, een paar krachtige stemmen en hier en daar een breekbare aria en u heeft een geslaagd avondje cultuur.
Meer van dat!
Info:
“Il Barbiere di Siviglia”.
donderdag 09 juni, zaterdag 11 juni (Uitverkocht), dinsdag 14 juni, vrijdag 17 juni, zondag 19 juni in de Gentse Opera.
Meer inlichtingen via het bespreekbureau in de Schouwburgstraat, 070 22 02 02, info@vlaamseopera.be
(foto’s: Vlaamse Opera)
© 2005 GENTBLOGT VZW
Wel i. ik treed jou volledig bij in je enthousiaste beschrijving van een op non-conventionele wijze gebrachte opera.
Ik was vroeger (in den goeie ? ouwe tijd) fervent operagangster en zat, samen met mijn moeder, elke week op ‘t kiekenskot (helemaal de allerhoogste rij, vlak onder ‘t dak).
In die tijd (1950-60) was de regie ZO potsierig melo-dramatisch dat het hem dikwijls op mijn lachspieren zette tot grote consternatie van mijn moeder natuurlijk.
Toen ik mijn eigen baas werd beperkte ik me alleen tot het beluisteren van de muziek maar toch, die beelden zaten op mijn netvlies geprint.
Het is maar goed dat men tegenwoordig de regie aanpast in aanneembare hedendaagse contexten wil men de jongeren nog betrekken bij het operagebeuren. Aan de foto te zien is men daar ook in geslaagd bij dit zeer pittig, ondeugend werk van Mozart.
Van een geslaagde recensie gesproken … ik heb er zelf ook al helemaal zin in.
Zonder evenwel Cultuur met grote C met gemekker over een prijskaartje te willen banaliseren: waar mogen we ons, prijsgewijs, aan verwachten?
ik zou het niet weten, wij zijn naar de generale repetitie geweest. Maar iemand anders zal daar ongetwijfeld op kunnen antwoorden…
Was zelf ook aanwezig op de generale. Heb enorm genoten van Stéphanie Houtzeel alias Rosina. Een zeer waardige afsluiter van dit seizoen!
Prijzen kan je vinden op de site Klijn. Vanaf een euro of 8 (kiekenskot) tot +- 90 € voor de parterre..
*bloos*
sorry …
@iris: lesje niet goed geleerd: deze is echt van Rossini!
Mozart heeft die andere gecomponeerd: ‘Le noze di Figaro’!
about i: Gent Blogt mag zich verheugen in de schrijfstijl en sprankelende interventies van deze redactrice! Normaal zou ik zeggen ‘meer van dat’ maar ik hou nogal van dat duiveltje uit een doosje aspect dat ze bij diverse items toepast dus ik hou het bij ‘doe zo voort’.
@guy, bedankt voor je terechtwijzing. Ik vind de speelse klanken van Rossini veelal terug bij Mozart, vandaar mijn verwarring.
‘t Zou niet mogen nochtans, ik die mijn jeugd gedeeltelijk ‘s zondags op de operastoelen versleet (en op ‘t kiekenskot waren ze niet in pluche !)