Ode aan Ekkergem
Cirkulerend in Gent, studenten verhalen over hun stad
Gisteren ging ik met mijn hond wandelen. In de Groene Vallei vergeet je even dat je in de stad bent. In de stadsjungle, zoals het wilde gedeelte van het park ook wel eens genoemd wordt, waan je je afgesloten van de buitenwereld. Vroeger stond hier de textielfabriek La Lys, wat zoveel betekent als ‘de Leie’, maar dan in héél deftig Gents. Toen die werd afgebroken, bleef het terrein braak liggen en verwilderde het volledig. De perfecte plaats om even te onthaasten. Mijn hond trekt weer aan zijn lijn. Het liefst rent hij heel snel door het lange gras. Een National Geographic-achtig beeld in een Gents park.
We steken de Nieuwe Wandeling over. Aan de gevangenis staat een rij wachtenden voor de poort: vaders, moeders, echtgenoten, kinderen. Soms is er een vakbondsactie aan de gang en staan er mensen in groene en rode truitjes en vaak ook een cameraploeg. Deze gevangenis werd gebouwd in 1860. Voordien werden de gevangenen gehuisvest in het Rasphuis aan de Coupure. Ze raspten er Indisch en Braziliaans hout dat moest dienen voor de verfindustrie. Een van de zijstraten van de Coupure heet nog altijd de Rasphuisstraat.
Op de plaats waar vroeger het Rasphuis stond, is nu de landbouwfaculteit van de Gentse Universiteit gevestigd. Jawel, daar waar ik twee jaar geleden elke donderdag ging werken in de keuken van het studentenrestaurant. Als ik er aan terugdenk, ruik ik nog steeds de vochtige, doordringende geur die er hing. Hij bleef hangen in je kleren, je haar, je neus. Enkel een lange, grondige douchebeurt kon die geur verjagen.
We wandelen naar huis. Ekkergem is een gezellige buurt met arbeidershuisjes, waar nu veel studenten wonen. Tot in de negentiende eeuw was het een groen paradijs met lusttuinen en buitenverblijven van welgestelde Gentenaars. Dat is nu alleen nog te merken aan enkele straatnamen, zoals de Spiegelhofstraat en de Wintertuinstraat. In die tijd maakte deze buurt deel uit van het veel uitgestrektere Akkergem. Een gebied dat eeuwen geleden één grote akker was. Later werden er in deze buurt armenhuizen en ziekenhuizen opgericht. De Krijgsgasthuisstraat verwijst nog naar het ziekenhuis waar tijdens de Eerste Wereldoorlog gewonde soldaten werden verzorgd.
In de Ekkergemstraat stop ik even bij de bakker. De enige middenstander in de wijk. Vroeger had je nog een slager en een kruidenier, maar die werden uiteindelijk weggeconcurreerd door de grootwarenhuizen in de buurt. Ik geniet van de heerlijkste geur ter wereld: vers gebakken brood. De bejaarde vrouw voor me klaagt over enkele studenten die vorige nacht blijkbaar iets te luidruchtig zijn thuisgekomen. De studentes in de rij glimlachen naar elkaar. “Ik hoop dat ik later niet zo’n verbitterd oudje word,†zie ik ze denken.
Als we thuis zijn, komt onwillekeurig het beeld van een negentiende-eeuwse danszaal bij me op. Zo’n zaal was hier toen namelijk te vinden. Een oud Gents liedje herinnert er nog aan:
“En moeder zit in ’t hof,
en wij die goan goan dansen
al noar het Spiegelhof.â€
Ik leg een cd’tje op en maak van m’n woonkamer m’n eigen danszaal.
Info
©irkulerend in Gent, Studenten verhalen over hun stad
Hogeschool Gent
2005, p. 13-14
Intro & eerste aflevering
© 2006 GENTBLOGT VZW
Groene Vallei, een knap stuk verwilderd groen in het centrum (of misschien net buiten – voor interpretatie vatbaar) van Gent. Woon er zelf op een boogscheut vandaan en ga er ‘s zomers wel eens rondwandelen.
Enkel doodjammer van dat gigantisch blok beton dat ze aan de kant van de Phoenixbrug aan het neerpoten zijn. Hopelijk schiet er nog wat van het groen over na afwerking alhoewel ik het tegendeel vrees… Ik hoor de toekomstige bewoners al klagen over ‘overlast’ (lees : wandelaars genietend van het weinige groen dat nog rest in een stad)…
Heel juist Mich!
Het is een schande dat daar aan de Phoenixbrug gebouwd wordt. Het park of beter wildernis had volledig intakt moeten blijven, eens pure natuur in de stad, waar hebben we dat nog! Zelfs in de winter is het er aangenaam wandelen.
Hei luitjes, het klopt, het is (voorlopig was) een ongelooflijk stukje groen.
Maar weet dat er in de loop van de jaren etttelijke plannen geweest zijn om op die zeer dure bouwgrond lucratieve bouwsels recht te zetten. Aanvankelijk ging het zelfs volledig vol flatgebouwen staan.
Dank zij de actiegroep Groene Vallei Groen is er echter een zeer eerbaar compromis tot stand gekomen. En die bouw moeten we er maar bij nemen zeker?
Feit is dat de uiteindelijke plannen voor de Groene Vallei (zijnde een dynamisch ecologisch stadspark) door de groendienst samen met de actiegroep Groene Vallei Groen uitgewerkt zijn. En op papier zien ze er alvast zeer OK uit.
Het zal wat opgekuister zijn dan het altijd was, maar dat is eigenlijk ook wel nodig wil het terrein door meer mensen dan de hondenbezitters gebruikt worden.
Dag Mich en Roland
Ik begrijp wel dat jullie niet gelukkig zijn met nog wat “beton in ‘t stad, maar zoals Stef zegt zal het er inderdaad wat opgekuister uitzien. Geef toe, zoals voorheen was het toch ook niet ideaal: inplaats van met beton stond het vroeger vol met ijzer ( wild geparkeerde auto’s), leuk dat je er kunt onthaasten, maar je moet heel goed uitkijken om niet in nen drol te stappen, blijkbaar zijn ook een aantal mensen van menig dat het een containerpark is (zakjes met afval alom). Als de mensen die daar komen wonen oog hebben voor die laatste 2 problemen zou het misschien nog een goede zaak kunnen worden voor de tegenstanders. Die appartementen zijn echt niet gratis en ik denk dat mensen die zo’n som betalen om op deze plaats te wonen, wel respect zullen hebben voor het stukje natuur.