Julian, de pinguïns en Den Hemel
Cirkulerend in Gent, studenten verhalen over hun stad (12)
Julian studeert Multimedia Computing aan de Northumbria University te Newcastle. Hij is de enige uit zijn richting die stage loopt in het buitenland, en dan nog wel in Gent! Hij heeft een kamertje in de Hertstraat, zijn raam kijkt uit op het Muinkpark. Hij loopt stage bij Group 03, een bedrijfje dat websites bouwt en zijn kantoren heeft in de buurt van zijn kot. Drie jaar geleden liep ik school in Clarinda, Iowa. Ik weet dus wat het betekent buitenlands student te zijn en ontferm me daarom graag over Julian. Ik studeer nu vertaalkunde. Ik woon op kot in de Tijgerstraat, mijn buurman was Romain De Coninck, de bezieler van de Minardschouwburg. Sarah woont op kot in de Leeuwstraat. Pieter woont in de Panterstraat. Lotte in de Olifantstraat.
Het is zaterdag. Julian mag niet uitslapen. Elke zaterdagochtend moet hij om 9 u uit de veren. Net als ik. Wij hebben een studentenjob in café Den Hemel. We doen daar samen de schoonmaak. Julian is er nog niet. We hebben allebei een sleutel, ik kan alvast beginnen. Den Hemel is het huis op de hoek van de Muinkkaai en de F. Bernardstraat, voor Julian eigenlijk om het hoekje. Het café is gebouwd in 1906 in art nouveau-stijl. De ingenieurs, Gentenaars, waren de eersten die woningen bouwden, volledig in beton. Als je er voorbijloopt, moet je eens naar de gevel kijken. De afbuigende topstukken in beton tronen als een kroon in de zon, en zelfs in de wolken. Als je van de Kantienberg komt, staat Den Hemel werkelijk op je te wachten.
Binnen in Den Hemel staat een griezelig ogende maar heel originele trap. De oudste betonnen trap van Gent en het interessantste betonexperiment uit die tijd. De trap krijgt binnenkort een nieuwe verflaag. Een groep kunstenaars in wording, van de Academie geloof ik, mogen er een Stairway to Heaven van maken. Zo wordt toch een stukje geschiedenis mooi in de verf gezet.
Vroeger heette café Den Hemel, ‘De Marseillaise’. Het was toen een bordeel. Freddy, een oud-strijder die zich in die tijd graag tussen de jeugd ophield, heeft er, naar verluidt, met een pluim in zijn achterwerk op de toog gedanst. De gordijnen waren al dicht, maar de arme man had pech. Door een kier tussen de gordijnen had de politie het tafereel kunnen volgen. Hij heeft hiervoor een paar maanden in de gevangenis geslapen. Tenminste, dat wordt toch verteld in Den Hemel.
Mijn lief is pas afgestudeerd, hij is nu architect. Hij heeft een scriptie geschreven over de buurt van het Muinkpark. Ik kan tijdens het poetsen dus lekker opscheppen en Julian, my cleaning lady from Newcastle, alles vertellen over deze buurt.
“Heb je de stenen pinguïns in het parkje al zien staan? Als je door het raam van je kamer kijkt, staan ze recht tegenover je. Een tijd geleden heeft hier een bewoner een project opgezet om de vroegere dierentuin te herdenken. In 1851 was in het Muikpark en de omliggende straten de dierentuin van de Maatschappij der Natuurkundige Historica gevestigd. Daarom hebben alle straatnamen hier een dierennaam. De pinguïns vertellen dus een verhaal. Er staat in het parkje nog een bank die geschilderd is in tijgerstrepen. En ik geloof zelfs dat er nog een bank staat met zebrastrepen. Zelfs op het eindje lopen van je kot naar Den Hemel staat er een huis waarvan de ramen met zebrastrepen zijn beschilderd. De bewoners van dat huis hebben ook aan het project meegewerkt. Gent is de stichter van de dierentuin niet vergeten. Mijn lief zegt dat de naam van de stichter van de dierentuin gegraveerd staat op het fonteintje op de Vrijdagsmarkt. Vanaf de groentestal op de hoek, waar de Turkse verkoper luidkeels zijn waar aanprijst, kan je het fonteintje zien staan.
Naar het schijnt was Betsy, de olifant, de laatste bewoner van de dierentuin. Toen de dierentuin in 1906 werd gesloten, vonden de curators geen onderdak voor Betsy. Ze is uiteindelijk aan een cafébaas verkocht. Maar toen die in geldnood kwam, werd Betsy geslacht. GAIA bestond nog niet. Hier in het park is toen een orgiemaaltijd georganiseerd. Wat van Betsy restte, werd verkocht, tegen 15 centiem per kilo.
Als we klaar zijn in ‘t café trakteren we onszelf op een frisse pint en een sigaret. De zon schijnt, dus gaan we lekker buiten zitten, met de deuren wagenwijd open. Als er voorbijgangers binnen willen komen, zegt Julian doodleuk: Sorry we’re closed! en drinkt nog een slok van zijn pint. Hij staat op om op de toren van de Sint-Pietersabdij het uur af te lezen. Hij moet nog naar zijn andere baantje. Elke zaterdagmiddag loopt hij nog eens binnen op zijn websitebedrijfje. Het is leuk wandelen langs de Muinkkaai, zeker nu de zon schijnt. De tuinen met wijngaard aan de achterkant van de Sint-Pietersabdij liggen te blaken in de zon.
We nemen afscheid en spreken af voor volgende week. Een koppeltje komt nog voorbij gewandeld. Ze vragen de weg naar de Sint-Baafs. Zij willen beslist het Lam Gods gaan bekijken. Fier als een gieter staat Julian op en wijst richting centrum: There are the three towers. Als je het water blijft volgen, de Muinkkaai helemaal door, kom je er wel. Hij moet trouwens toch die kant op en loopt met hen mee.
Julian woont nu niet meer in Gent. Op de behind-the-scenes webpagina van Group 03 staat nu te lezen: “Also by and kudos to Julian wonderful person and a fantastic intern for the past 12 months.†Wie wordt de volgende buitenlandse student in Den Hemel?
Info
©irkulerend in Gent, Studenten verhalen over hun stad
Hogeschool Gent
2005, p. 34-36.
Intro & eerste aflevering
© 2006 GENTBLOGT VZW
Wat is de url van de webpagina van Group 03?
Het zal wel group94 zijn
Waar kan je dat fonteintje vinden op de Vrijdagsmarkt?
Die stadsmythe over die olifantenmaaltijd is nooit meer uit te roeien. Zie:
https://www.gentblogt.be/2006/01/14/jack-of-betsie#more-2037
waar kan ik de scriptie over de buurt van het Muinkpark inkijken?
@dimitri: informeer naar de contactgegevens van de auteur Anouck Maes bij Hogeschool Gent, dep. vertaalkunde, Groot-Brittanniëlaan 45, 9000 Gent, vertaalkunde@hogent.be.