Kortsluiting
Weet u wat een sneutrino is? Nee, het is geen hip keukenapparaat. Het is de supersymmetrische partner van de neutrino. Sinds ik er gisteren over las in mijn cursus heb ik besloten dit woordje ingang te doen vinden in het dagelijks taalgebruik. Buiten het keukenapparaat zijn al ‘enorme seut’ en ‘superheld die je komt redden van liefdesverdriet’ als betekenis bedacht. Suggesties zijn altijd welkom.
En nee, ik ben geen burgie. Maar ook wij filosofen krijgen op de valreep een cursus theoretische fysica voor dummies op ons bord. Vandaar dat ik deze week zat te lezen over quarks in alle kleuren en smaken, en hoe zorgvuldig gebroken symmetrie ervoor zorgt dat ons universum niet ineenstuikt. Terwijl deze dingen tot me doordrongen, begon ik mezelf ongelofelijk slim te vinden. Veel wetenschappers zullen je zeggen dat ze zich nederig voelen bij het aanschouwen van hun werk. Zo maakte ik onlangs kennis met een vriendelijke deeltjesfysicus. Hij werkt met de aller-, allerkleinste deeltjes die we kennen, maar beweert nog zich daarbij nietig te voelen. Dat gaat er bij mij dus niet in.
Net toen ik last begon te krijgen van lichte grootheidswaanzin, bleek echter mijn licht niet te werken. Helaas had het niets te maken met een kapotte gloeilamp. Want ook mijn stereo, computer en wekker hadden het begeven. Een snelle blik op de zekeringen leerde mij niets. Het kostte precies een nanoseconde om mijn trots in te slikken. ‘Help! Ik ben een vrouw, en mijn stroom is uitgevallen!’ Mijn lieve stoere ex-vriendje was zo vriendelijk meteen op de fiets te springen. Vrouwen in nood zijn helemaal zijn ding.
Een half uurtje later voelde ik me volledig ontredderd. Al is mijn ex-vriendje nog zo behulpzaam, hij is ook maar een germanist. Veel verder dan de conclusie dat de hoofdzekering waarschijnlijk gesmolten was en vervangen moest worden, kwam hij niet. Ik kon niets anders doen dan mijn ex een brownie aanbieden voor de moeite. Ik verdacht trouwens mijn nieuwe oven, waarin ik die brownies had gebakken, van het veroorzaken van deze kortsluiting. Daar zaten we dan. Twee intellectuelen, vol van inzicht in het universum en de menselijke leefwereld. Maar bij stroompanne weten we niet wat te doen. Gelukkig had ik nog een grote schaal vol overheerlijke brownies. In weerwil van de feiten zette ik die terug in mijn frigo.
Na de brownie moest ik hem snel de deur uitjagen, want ik zou immers naar de lezing van de Vereniging Voor Natuurkunde gaan. Die organiseerde een lezing over spontane symmetriebreking. Laat dat nu net een onderwerp uit mijn cursus zijn waarover ik wel wat bijscholing kon gebruiken. Gast van de avond was professor Englert van de ULB. Degenen die de pronostieken voor Nobelprijzen volgen, klinkt zijn naam wellicht bekend in de oren. Iedere keer dat hij een collega noemde die al aan de beurt was geweest, droop de afgunst dan ook van zijn stem. Ik was heel trots dat ik de inleiding kon volgen. Maar ergens halverwege raakte ik de draad volledig kwijt. Bij de stukken die mij het meest obscuur in de oren klonken, begon de vriendelijke deeltjesfysicus, die naast mij zat, heftig te knikken. Mijn zelfvertrouwen bereikte een dieptepunt.
En toen gebeurde het: de powerpointslides begonnen sneller vooruit te gaan dan iemand van ons kon volgen. De blik in de ogen van professor Englert herkende ik maar al te goed: ontreddering. Mijn eigenwaarde was op het nippertje gered. En bij de uitleiding kon ik de draad weer oppakken. Natuurlijk wilde ik daarna het liefst terug naar mijn kot om de wereldorde van 1815 tot 1945 te blokken. Maar aangezien ik geen licht meer had, was dat onmogelijk. Ik ging dus op café met een groep burgies. Niemand van hen wist hoe hij mijn licht moest repareren, behalve professor Englert zelf. Lachend nodigde ik hem uit om naar mijn kot te komen, en ondanks zijn vijfenzeventig jaar meende ik dat hij dat na twee Westmalles geen onaantrekkelijk idee vond. Meisjes, kijk uit voor toekomstige Nobelprijswinnaars.
De volgende ochtend werd ik wakker gebeld op een veel te vroeg tijdstip. Mijn oplichtende schermpje gaf de naam van de vriendelijke deeltjesfysicus weer. Het kostte me iets meer dan een nanoseconde om te beseffen dat hij niet belde om het gesprek over magnetisme dat we enkele uren geleden voor mijn deur hadden gevoerd voort te zetten. Nee, ik had hem mijn nummer gegeven met de opdracht mij ’s ochtends te bellen. Mijn wekker was immers uitgevallen. Terwijl ik hem slaapdronken bedankte, hoorde ik druppels op mijn vloer vallen. Vrezend voor het ergste, opende ik mijn frigo. Jawel hoor. Mijn diepvries was beginnen ontdooien, en de grote schaal met overheerlijke brownies baadde in stinkend vocht. Ook dat nog.
© 2006 GENTBLOGT VZW
Een schitterend stukje proza. Heel leuk geschreven ! En na de storende fouten her en der (‘dingde’ mee, klap op de ‘vuurpeil’, etc) ook op dat vlak een verademing. Meer van dat !
Tof om zo eens een verhaaltje te lezen tussen het studeren door!