Vreemde vogel daalt neder te G
Er loopt een dunne lijn tussen ‘uitverkocht’ en ‘volgestouwd’.
Jonge God Sufjan Stevens bezorgde de concertzaal van de Vooruit reeds geruime tijd op voorhand eerstgenoemd label, en daardoor meteen ook heel wat te laat op de kar gesprongen volgelingen het nodige geween en tandengeknars.
Het onrecht van een terechte hype, zou men denken, ware het niet van de vaak overtrokken, al te idolate reacties vanwege een deel van de wél aanwezigen. Een nieuw nummer aankondigende noot of een niet eens zo grappige bindtekst: alles mag rekenen op dezelfde, ongenuanceerde bijval. Zonde, want verstikkend voor de onmiskenbaar aanwezige genialiteit van de artiest in kwestie.
Geen genialiteit zonder een ver doorgedreven vorm van geschiftheid ook uiteraard, getuige het wel heel ambitieuze plan om aan elke staat van de VS een album te wijden. Voorlopig passeerden enkel Michigan (zijn geboortestaat) en Illinois de knotsgekke revue, te meer daar hij zich nu en dan ook nog eens de vrijheid permitteert een CD uit te brengen die niet in het zonet aangehaalde rijtje thuishoort.
In Gent put Sufjan Stevens uit gans zijn oeuvre, in tegenstelling tot vorig jaar in Brussel toen hij zich in hoofdzaak beperkte tot songs uit Come on feel the Illinoise en het op magistraal maffe wijze bont maakte met zijn speciaal voor de gelegenheid tot ‘Illinoisemakers‘ herdoopte begeleidingsband.
In de dubbele cijfers overigens, die begeleidingsband, zowel kwantitatief als kwalitatief. Een 10 over heel de lijn voor een ruim uitgevallen voetbalteam dat aanspraak mag maken op een klasse apart. Als padvinders uitgedost en voorzien van wijdse, kleurrijke vlindervleugels betreden blazers, slaanders en snaarders het podium van de Vooruit. Onder hen ook de vrouwelijke patroonheilige St Vincent, eerder op de avond reeds als opwarmertje fungerend voor de goddelijke Sufjan zelve, de scoutsleider van dienst.
Geen vlinder- maar vogelvleugels trouwens bij Stevens, wellicht ingegeven door een ongekende obsessie voor elke vorm van gevederte, maar naar eigen zeggen ook een beetje om niet herkend en aangevallen te worden door de ‘predatory bird-wasp‘, één van de hoogst opmerkelijke creaturen ontsproten aan zijn uitermate fantasierijk brein.
De aangrijpende verhalen zijn evenwel niet altijd en uitsluitend op verzinsels gestoeld. Integendeel… Tonnen historische, aardrijkskundige, sociologische en literaire research gaan zijn meesterwerkjes vooraf.
De verteller getroost zich vanavond niet de moeite alle nummers met naam en toenaam aan te kondigen, want vaak zijn de titels zowat even uitgesponnen als de songs zelf. For the Widows in Paradise, For the Fatherless in Ypsilanti, opgesmukt met een bezwerende banjo en Detroit, Lift Up Your Weary Head! (Rebuild! Restore! Reconsider!), een hommage aan zijn geboortestad, spreken in dit verband letterlijk boekdelen.
Didactisch materiaal wordt intussen de zaal in gezwierd. Opblaaskerstmannen tijdens het mistroostige, zelf geschreven kerstlied That Was the Worst Christmas Ever! en opblaassupermannen tijdens The Man of Metropolis Steals Our Hearts.
Ondertussen vullen projecties allerhande de wand achter de band. Veel wolken, vleugels, vliegers en vogels; hoeft het gezegd… Hemels en hoog, net als Stevens’ stem bij wijlen, zeker in de breekbare orgelpunten van zijn set: Casimir Pulaski Day, en het enige, enig mooie bisnummer John Wayne Gacy, Jr, van elkaar gescheiden door een uptempo, breed georkestreerde versie van Chicago.
Vreemde kwieten bevolken het universum van Sufjan Stevens, waarin God nooit veraf is. De zijingangen van de concertzaal deden voor even denken aan biechtstoelen, waarbij de massa knielde voor de zieltjeswinnende biechtvader annex opperkwiet die zag dat het degelijk was. Amen.
Concert Sufjan Stevens, gezien op zondag 5 november in de Concertzaal van de Vooruit
Foto’s: Joachim Beckers; zie ook deze flickr set
© 2006 GENTBLOGT VZW
*Inwendig vloekend tegen zijn gierige zelve.*
Prachtig concert, het nieuwe nummer dat hij speelde is fantastisch en John Wayne Gacey Jr. was pure kippevel.