RSSABC van Gent: T
Oei, we moeten het weer toegeven: het is weer veel te lang geleden, dat we nog eens een letter uit het alfabet hebben gepresenteerd. Maar goed, we beloven u alvast (min of meer) dat de ‘zet’ eraan komt voor de zomer is gepasseerd.
Allez, ‘t is aan u. De commentaren staan wijd open!
(De vorige afleveringen van Het Alfabet van Gent staan mooi geïndexeerd op een overzichtelijke pagina.)
- Tap en Tepel: Drinkgelegenheid in het Gentse
- Taptoe: Gents marionettentheater met Pierke Pierlala als bekend gezicht
- Tartuffe: schlagerzangers in alle vormen, kleuren en geuren
- Tavernier, Frans: aannemer van Sint-Andries, vermeldt het straatbordje
- Technologiepark: speeltuin van unief van Gent
- Temmerman Gilbert en Karin: nog een politieke clan (nonkel en nicht), sos
- Tempelhof: plaats in Gent waar de Tempeliers ooit zouden hebben gewoond
- Termont, Daniel: burgervader, sos
- Terneuzen: bestemming van kanaal
- Terrassen: op de graslei, op de korenmarkt, op de vrijdagsmarkt, op sint-baafs…overal terrassen
- Tequila: beruchte fuifplaats voor studenten
- Tetraeder: concertzaal van de Stichting Logos
- Textielindustrie: roemrijk en berucht verleden van deze stad
- Thierry, Michel: stichter van het schoolmuseum
- Tiens Tiens: tijdschrift…
- Tierenteyn: world famous mosterd! Gelegen langs de Groentenmarkt.
- Timefestival: Tweejaarlijks kunstenfestival dat u niet mag missen.
- Tolhuisje: smalste café van Gent gelegen langs de Graslei, 17de eeuws, voormalige tolplaats
- Toreken: Oftewel het Hudevettershuus aan de vrijdagsmarkt met een zeemeermin erop!
- Tour de France: in 2007 ligt Gent een beetje in Frankrijk.
- Toeristen: jaar na jaar talrijker in de stad aanwezig
- Trefpunt: organisator van de Gentse feesten, alias café. Zie ook: Martiko.
- Triest, Antoon: Gentse Bisschop en de man achter de Berg van Barmhartigheid
- Troela: zoet drankje geliefd in studentenmiddens
- Trollenkelder: huisvesting van sympathiek volkje dat gerstennat serveert
- Trolley: bus op elektriciteit. Komt altijd te laat.
- Trouw en Liefde: devies in Gents wapenschild
- Tsjeef: Gentse medemens die op de foute partij stemt (volgens de ‘sossen’ en de ‘bluiwen’)
- Tsjoeleboele: bier schooiende verlepte schoonheid
- Tsjoezeplekke: zuigplek, gevolg van gezoen
- Turk, Den: oudste café van Gent. Had een poos geleden enige verzakkingsproblemen.
- Tusschen Bruggen: middeleeuwse benaming voor wat wij nu kennen als de Graslei/Korenlei
- Twiedekker: Gentse UFO. Meestal gebruikt in de uitroep: “Keijk, keijk! Nen Twiedekker!”
- Twieoo: fuifkot in studentenbuurt, trekt regelmatig zwartejassen.
© 2007 GENTBLOGT VZW
Topsporthal: Voor de sportieve mens, aan de Blaarmeersen.
Tolpoort: Wat ooit een betalende doorgang in de vestigingsmuur moet geweest zijn.
Tweebruggen: Hotelschool in de tweebruggenstraat
De Torens van Gent (aan u om in te vullen hoeveel het er nu eigenlijk zijn…)
Te mooi weer, geen inspiratie !
Tap en Tepel: al twee jaar dicht! De ruiten vertonen de laatste dagen de gevolgen van aggressieve mokerslagen.
Tekenterter ? Ooit gehoord maar ken de betekenis er niet van (is dat Gents of “boers”?).
Nen tekenterter is nen ambetanterik, ne zagevent, ik denk wel dat het Gents is.
Tweebruggen ook Onze-Lieve-Vrouwe-instituut in de Tweebruggenstraat
Volgend het Nieuw Gents Idiotikon van Edmond Cocquyt is een tekenterter een ongedurig iemand of ook een oude man die moeilijk gaat.Het komt van een visser die op de grond trampelt om de teken (aardwormen) naar boven te doen komen. Het is een typisch Gents woord denk ik.
De naam Tweebruggenstraat werd zo genoemd omdat men langs daar naar twee opeenvolgende bruggen ging, nl. deze over de Visserij en deze over de Nederschelde.
- Tabula Rasa: jeugdhuis in Wondelgem.
- Tallinn: hoofdstad van Estland waarmee Gent jumileerde.
- Tanghe Jenny (°Manage 5/9/1926): toneeldame die in het showmilieu verzeilde via de Minardschouwburg.
- Tavernier Lieven (°1947): schreef het definitieve Gentse stadslied De fanfare van honger en dorst voor Jan De Wilde. Zie verder: https://www.lieventavernier.be/.
- Taxistop: voor snoepreisjes, huizenruil en carpooling één adres: https://www.taxistop.be/1/about/1offices.htm.
- Teerlinck Paul (°Brakel 1/4/1951): stadssecretaris van Gent sedert 2001.
- Tele Atlas: leverancier van digitale kaarten en dynamisch geografisch materiaal voor navigatiediensten opgericht door de Gentenaar Alain De Taeye (zie:https://www.teleatlas.com/WhyTeleAtlas/ManagementTeam/TA003971) en nu gehuisvest in de Zuiderpoort (335 personeelsleden).
- Tell Willem: een zijstraat van de Bagattenstraat werd in 1867 genoemd naar het aldaar gelegen lokaal van de schuttersgilde met kenspreuk: Willem Tell, de legendarische 14de eeuwse held van de Zwitserse onafhankelijkheid.
- Temmerman Erik: zoon van burgemeester Gilbert en was 25 jaar directeur van kunstencentrum Vooruit.
- Temmerman Marleen (°Lokeren 24/3/1953): Gentse hoogleraar en verloskundige, met politieke aspiraties. Bekend voor o.a. haar inzet voor aids-patienten in Kenia.
- Tempelier: bruine kroeg in de Meersenierstraat rijk aan streekbieren.
- Terplaten: oude plaatsnaam aan de Schelde waar deze stroom de stadsmuren binnenkwam en waar een zandbank of “plaete†was.
- Theresianenstraat: zijstraatje aan de Coupure Rechts dat zijn naam dankt aan het Carmelitessenklooster wwarvan de orde werd hervormd door de H. Theresia.
- Thiery Herman (°Gent 2/9/1912): echte naam van de auteur Johan Daisne, bekend voor zijn magisch realisme. Werd vanaf 1945 Gentse hoofdbibliothecaris.
- Tiberghien Willy (°Petegem a/d Leie 24/3/1945): oprichter van de Poëziekrant en het Gentse Poëziecentrum.
- Tichelrei: aanlegplaats waar stenen en tegels aangevoerd werden.
- Tijuana: discotheek in de Schuurkensstraat . https://www.netevents.be/Yellow.Detail.cfm?YellowID=4060&lang=nl
- Tinnenpotstraat: deze straat in de wijk Prinsenhof ontleent zijn naam aan de brouwerij met die naam die zich daar in 1452 bevond. Daar is ook een theater met die naam.
- Toemaattragel: deze naam duidt op weiden die door indijking en stuwen op de Schelde werden gewonnen en waarop nagras kon worden geoogst.
- Toevlucht van Maria: Refuge op de coupure, nu rusthuis.
- Tonneke: volks café in de Lange Violettenstraat.
- Tooghuis: 18de eeuws gebouw op de Vrijdagsmarkt met barokke toegangspoort . Van hier uit sprak de overheid de op de Vrijdagmarkt samengestroomde bevolking toe.
- Torenrij: wereldberoemd in Gent.
- Torenwachters: staan op de 4 hoeken van het belfort en op de reclame van het Gemeentekrediet.
- Totse: kus
- Toverdoos (De): Vrije academie in de Lange Violettenstraat met Arnold achter de toog.
- Triest Petrus (°Brussel 31/8/1760-Gent 24/6/1836): kanunnik die zijn naam leende aan een Hof in Gentbrugge.
- Triomfante: klok op het Braunplein. Werd gegoten in 1660 door Peter Hemoney uit Zutphen en liep in 1914 een barst op die onlangs werd hersteld.
- Truust (een potse-): een kopje koffie.
- Tseezeke: Jezuske
- Tseezekestote of -muile: schijnheiligaard.
- Tseezekesbruud: hostie.
- Tsiepmuile of –konte: iemand die veel en vaak schreit.
- Tsintsoakopsnieuwstroate: Sint-Jacobsnieuwstraat.
- Tsoezemienen: verbastering van Fr. Jasmin, seringen.
- Turrepoortsteeg: zijstraat Hoogstraat, zo genoemd naar de 13de eeuwse poort op de Houtlei die in 1841 werd afgebroken.
- Tussen ’t Pas: oude plaatsnaam in omgeving Sint Jorisbrug. Pas betekent hier doorgang.
- Tuverekse: toverheks.
- Twaalfapostelenstraat: volgens sommigen ironische naam voor een rij lage werkmanswoningen langs het oude tracé van de heerweg Gent-Kortrijk in Sint Denijs Westrem. Twaalfapostelen is echter in het Gents ook een soort kruid…
- Twaalfkamerenstraat: ontleent zijn naam aan de kameren of zeer eenvoudige woningen die zich daar, van af de 14de eeuw, bevonden
Tram viere : alle gentse veertigers zullen wel weten wat dit betekent
- Taboart: slaapklied
- tablo: zuiets zuals ‘tlam gods, moar wa klainer;
- taboe: doar meugde nie oankome!
- talent: zoen ze da nog hen in ‘t stadhuis?
- Tamboer: ne marktekroamer uit Maldegem die in Gent vrie vele verkocht hee.
- Tarzan: dendiene die schreeuwdige in den tijd van Over the edge van Jan Hoet.
- Taxe: veel te veel!
- Taxi: volgens d’iene veel te vele, volgens d’andere veel te wanig. Allessins: te diere.
- Tennisveld: vroeger aan de Chalet du Sud, waar nu de auto’s de stad binnenrijden aan de Zuid.
- tatoo’s: te zien op de “plage tatouage” of de Blaarmeersen.
- tournée: beter gekend onder “Tournée générale”.
- TGV=HST of Thalys naar Parijs
- Trattoria: tragisch uitgebrandde Italiaanse restaurant aan de Zuid, ong 1970.
- trimester= kwartaal
Tsjeef: Gentse medemens die op de foute partij stemt (volgens de ’sossen’ en de ‘bluiwen’)
zoals in: https://www.groetenuitgent.tk
totten: kussen
tottentrekker: beleefder woord voor muilentrekker
Beste,
Hier een kleine bemerking over het eerder mysterieuze en onder druk verdwenen T&Tepel.De man hierachter werd naar mijn bescheiden mening door duistere krachten onder druk gezet.Ik een dat recht moet geschieden en dat de waarheid over deze op idealistiche geschoeide non-profit organisatie het daglicht moet zien.Er zijn mensen die deze denkpiste genegen zijn en de fakkel overwegen opnieuw aan te steken Er is meer dan ooit nood dergelijke ideeen te steunen en te helpen realiserenContact kan via hoger vermeld e-mailadres
mvg
graag zou ik hebben dat je die “mysterieuze en door duistere krachten” verdwenen uitbating eens situeert.
onze “vriend” was anarchist, waar niets vreemd mee is, en is toen uiterst rechts geworden. zijn vlaggen en papiertjes voor het venster waren duidelijk.
dat hij geen klanten meer binnenkreeg, als hij dan toch eens open was, is niet verwonderlijk.
was hij eens open, je mocht al blij zijn dat je iets kreeg. (mijn chin.vrouw en ik kunnen er van meespreken)
sorry, leg eens uit welk gedachtengoed jullie gaan uitdragen in de tap en tepel.
graag.
Raar, raar! Ik heb het jaren naéén moeilijk gehad met Hendrik.
Hij had het schijnbaar ook moeilijk met mij, de vuile vieze bourgeois die in zijn buurt hier en daar toch iets probeerde te doen.
Op een dag ben ik met een initiatief voor de dag gekomen waar Hendrik volledig kon achter staan, en van een passieve vijandschap, is een passieve vriendschap ontstaan, misschien van hem ongewild, ik weet het niet, en ik zou het moeilijk hebben moest hij die weigeren. Ik weet het echt niet.
Zijn gedachtengoed kan ik volgen, maar zeker niet goedkeuren.
Waaarom zijn zaak gesloten is, daar ken ik het fijne niet van, en daarbij het gaat mij niet aan.
Als het gaat over dat plakaat: “zonder tsjeef dreef” heb ik er wel een zware opmerking op: sommigen lachen erom, ik niet. Dat is aanstootgevend en rechtstreeks vijandig tegenover sommige mensen, met een karakter van uitsluiting, volledig in dezelfde lijn als wat we veroordelen bij sommige extreemrechtse tendensen.
Wij kennen het officiëel plaatje “zonder haat straat”, en daar sta ik natuurlijk wel volledig achter.
Dag Jean Marie,
In de “Zonder Haat straat” kan ik mij voor een groot deel terug vinden omdat ik tegen resoluut tegen haat en discriminatie gekant ben. Maar er ontstaat wel de foute indruk dat er straten met haat zijn, en dat geeft mij een fout gevoel, of een foute indruk t.o.v. verdraagzaamheid.
De ‘Zonder Tjeef dreef’ is denigrerend omdat ze ten eerste nodeloos kwetst. Bovendien roept dit soort ‘afgeleiden’ op tegen datgene waar de ‘Zonder Haat straat’ voor staat.
We zijn verstandig genoeg om bepaalde woorden in publiek te gebruiken. Woorden zoals ‘geus’ of ‘tjeef’ mogen tijdens een discussie gerust gebruikt worden maar je hoeft ze niet te pas en te onpas publiceren.
jm. en guido,
even relativeren.
tjeef is geen partijgebonden woord.
tjeven zijn mensen die zich achter hun “geloof” verbergen.
in de week mooi binnen de lijntjes kleuren, wel, getrouwd zijn, maar toch een vriendin.
zondag naar de kerk gaan. vandaag je een hand geven, maar morgen met je vrouw of dochter naar bed gaan.
nu een zaak afsluiten, morgen je in ‘t zak zetten.
steeds wel op de eerste rij in de kerk.
en zo zijn er veel.
dus als ik hier ook in china een papiertje hangen heb, “zonder tjeef.straat” dan heb ik het niet tegen de mensen van st.jozef, maar tegen de schijnheiligaards.
mij kunnen ze er zeker niet op betrappen, want ik heb geen geloof waar ik me kan achter verschuilen.
rony, zo ken ik de wereld niet, en ik denk (ik wilde schrijven: ik geloof) dat ze toch voor het overgroot deel toch regelmatig verloopt volgens de rustige wetten van moraal en natuur.
Nen tsjeef, da kan nen brave vent, een flink meisken mee goeie manieren zijn, en daarom niet schijnheilig.
(10% afwijkingen op het gescrevene toegelaten.)
beste, tjeef is een verwijt.
nadien zijn de katholieken dat als positief gaan gebruiken. zoals geuzen.
de liberalen hebben dat toch gebruikt om te zeggen: “die van st.jozef, sjeef op zijn gents, en dat was heus niet positief.
dat jij je nu graag tjeef noemt, ok, dan ben ik geus. ( een stropend, stelend groepje, dat in navolging van vele stropersbenden, onder de mom van de oranje bezetting, de scheldemonding onveilig maakte) maar ja, ondertussen is het wel mijn trotse naam geworden.
Jongens toch,
Nu ik mijn reactie nalees zou je misschien denken dat ik mijn gewaardeerde vriend Jean Marie met het vingertje nawijs, niets is minder waar. Excuseer me voor het misverstand.
Onder publiceren bedoelde ik het effectief gebruiken op een gedrukt medium en/of het openbaar afficheren. Ik zat gewoon wat te vitten op mensen die ‘tjeef’ te pas en te onpas gebruiken en zeker als het is met een verwijzing naar de ‘Zonder Haat straat’ affiche. Laat die daar buiten. Voor het rest geniet ik samen met de andere Gentbloggers over de verklaring van het woord, misschien zijn er nog ex-misdienaars die hun mening willen geven?
Ik weet dat de heer Casier in navolging van de heer de Hemptinne van het woord “tsjeef” een eretitel wilde maken zoals anderen het van de naam “geus”. Ze hebben er zelfs eenliedje van gemaakt.
Wat ik hier bedoel is dat men hier niet tolerant, verdraagzaam voorkomt als men de andere met zijn verschil/omwille van zijn geloof wil uitsluiten. Zolang dat diene gelovige niet opdringerig wordt moet het toch geen probleem zijn?
Maar aub maak van mij toch geen kwezel! ;)
Dit liedje won vanavond terecht “zo is er maar één”, in een prachtige uitvoering van Thé Lau.
Fanfare van honger en dorst
(Lieven Tavernier / Jan De Wilde)
We liepen in Gent rond, we waren met zessen,
we kwamen van nergens, gingen nergens naartoe,
vanaf de terrassen, in de koffiehuizen
bekeken we de mensen en hun drukke gedoe.
We liepen met ons hoofd in de wolken
en werden dan wakker met honger en dorst
en iedereen riep: kijk daar loopt de fanfare,
de fanfare van honger en dorst.
We hadden geen geld om eten te kopen
maar we wisten vor alles het beste adres,
mosselen bij Leentje en frieten bij Helga
en Annie bewaarde voor ons wel een fles.
En iedere nacht nacht, nog net voor het slapen,
de laatste vijf frank in Eddies joeboks
“A hards rain’s gonna fall”, we zongen ‘t allemaal samen,
de fanfare van honger en dorst.
En kwam er eens een vrouw die een van ons meenam,
dan namen we afscheid en zegden vaarwel,
de fanfare trok verder met minder leden,
de toon in mineur, we begrepen dat wel.
Maar er was nooit een vrouw die mooier kon zingen
dan onze fanfare van honger en dorst
en het duurde nooit lang of we waren weer samen
met de fanfare van honger en dorst.
Wie van ons had ooit durven denken
dat iedereen van ons voorgoed weg zou gaan,
we hebben toen zelf de fanfare ontbonden,
we hebben als iedereen de prijs zwaar betaald.
De prijs van de vrijheid: in ruil voor wat centen,
een baan bij de bank, een auto, een kind,
maar ergens in de stad zingt een nieuwe fanfare,
een nieuwe fanfare van honger en dorst,
een nieuwe fanfare van honger en dorst.