Straatnamen met een verhaal

woensdag 25 april 2007 14u41 | Peter Depoorter | 14 reacties
Trefwoorden: , , .

Zoals enkele weken geleden aangekondigd gingen we zaterdag op stap met Gentblogt. Geen gebouw deze maal, maar een heuse wandeling. Een straatnamenwandeling!

De zon was volop van de partij, evenals onze enthousiaste lezers en natuurlijk onze gids; Geert Vandamme van Vzw De Trap.

Een straat zonder naam?

We hadden afgesproken in de Zonder Naamstraat, en diegene die denkt dat deze straat nu echt geen naam heeft, zit er dik naast. De straat is immers een eerbetoon aan de voormalige Gentse liefdadigheidsmaatschappij Zonder naam, niet zonder hart. Naast deze straat en een herdenkingsmonument op de Westerbegraafplaats zijn er de dag van vandaag geen sporen van deze liberale vereniging meer te vinden.

We leerden heel wat bij, onder andere dat ze pas in 1785 straten begonnen te benoemen en de grootste reden daarvoor was het kunnen innen van belastingen… Maar ook dat Reke een trekweg voor schepen is en Ham een benaming voor een drassig gebied. Een straatnaam die de Fransen smakelijk vertaalden naar Rue du Jambon

Zeemeermin?

Even hadden we discussie over Minnemeers, maar alle mooie verhalen over idyllische zeemeerminnen moeten we jammer genoeg naar het rijk der fabeltjes verwijzen. Er is niets van aan, we hebben maar één Gentse zeemeermin en hier leest u er meer over. Minne is gewoon een verbastering van het woord gemene, dus een gedeelde, aan de gehele bevolking behorende meers. Tja, geschiedenis kan soms saai zijn…

Een groot deel van onze straten maakten vroeger deel uit van de vesten rond Gent, wat je ook kan afleiden uit de straatnamen. Net zoals de Ottogracht, die eveneens als verdedigingsgracht werd gegraven. Maar Ottogracht was niet de oorspronkelijke naam, we spraken immers van Sint-Jacobsgracht. Tot éne broeder van Sint-Baafs een boek zou hebben geschreven waarin hij sprak van Ottogracht, naar een voormalig Duits keizer. En deze naam werd overgenomen, tot zelfs eeuwen na het dempen van de gracht…

Toont wat gij kunt, en men zal u zeggen wie gij zijt

Even later komen we in het Wolfstraatje, de straat naar het verdwenen Wolfsteen, maar heden ten dage vooral gekenmerkt door de huizen van bouwmeester Semey (Semeij). Semey was een overtuigd nationalist en liet blijkbaar geen mogelijkheid onbetuigd om dat ook te uiten. Getuige daarvan de talloze spreuken op de huizen van de Wolfstraat.

En tot voor zaterdag verkeerde iedereen in de waan dat Erpel een scheldwoord was. Dat maakt de huizen in de Erpelsteeg wellicht ook niet zo geliefd bij kandidaat-kopers, maar blijkbaar is een Erpel gewoon een mannetjeseend!
Dus moet het gebied rond die straat in vroegere tijden ook vrij nat geweest zijn? Inderdaad, de achterliggende straat heet immers Kwaadham

En zo gaat het verder, want zowat iedere straat in Gent heeft zijn eigen anekdote.
In de Serpentstraat woont geen slangenvrouw, maar deze voormalige winkelstraat is gewoon genoemd naar een inmiddels verdwenen herberg; Het Serpent. En wist u trouwens dat de Wijzemanstraat geen toespeling is op één van onze voormalige burgemeesters, maar betrekking heeft op Jacob van Artevelde?

Natuurlijk wist u dat, maar weet u ook de oorsprong van de Kozijntjesstraat? Woonden hier wat dronkelappen met last van jicht? Of was dit eerder een alternatief voor het Glazen Straatje met vrouwen in de (raam)kozijnen? Of waren de bewoners gewoon allemaal neven van elkaar?

© 2007 GENTBLOGT VZW

14 reacties »

  1. Reactie van Jeronimo

    best wel interessante wandeling met leuke weetjes ;-)

  2. Reactie van Josie

    En zo komen ook zijn die de wandeling gemist hebben achter een aantal van die weetjes ;-)

  3. Reactie van Jean Marie DE WULF

    “Zonder Naam, niet zonder Hart” of dan: “les sans noms , mais non sans coeur” werd gesticht in 1855. Het is een liberale liefdadigheidsinstelling uit een armoedige periode. Ze bouwden een gratis school in de Sint Machariuswijk. De historiek werd vermeld door Gustaaf Coryn in 1860 bij blijde inhuldiging ervan. Die instelling zou nu nog een diskreet leven leiden.

  4. Reactie van Roland

    Interessant eens te grasduinen in de oude straatnamen van Gent … mijn straatje noemt ook naar de naam van het café ooit op de hoek en niet naar het Meetjeslandse dorp Bassevelde. Waarom juist die naam gekozen werd is mij een vraagteken, er waren trouwens vier café’s, op elke hoek één.

  5. Reactie van Eve

    Zo grappig! Als ik mij niet vergis is nen erpel ook een slechtgeluimde man.

  6. Reactie van Frans

    Andere “smakelijke” Franse vertalingen: “Pré d’Amour” voor Minnemeers (namen gebeiteld in de gelijknamige –monumentale- brug) en “ruelle du Canard” voor Erpelsteeg. Maar geen “rue du Jambon pourri” voor “Kwaadham”; wel “rue du Miroir », want destijds « Spiegelstraat ». In de Zonder Naamstraat stond tot een twintigtal jaren geleden de historische Zonder Naamschool die werd gesloopt om plaats te maken voor de “Blokkendoos”. Gelukkig dat een pak Gentse straatnamen “verbasterd” zijn, dat maakt die toponiemen ook zo boeiend.

  7. Reactie van stefaan

    Recentelijk las ik op een webpagina dat de naam “Ryngasse” vermeld staat in het boek ‘De oude Straatnamen van Gent’ (V. Fris, 1925).
    Kan iemand mij meedelen wat F. Fris over deze straat schreef en op welke (archief)bron hij zich eventueel baseerde ? Het zou tevens interessant zijn om te weten of de “Ryngasse” in “Gent’s vroegste geschiedenis in de spiegel van zijn plaatsnamen” (M. Gysseling, 1954) ter sprake komt … Uiteraard is informatie uit andere publicaties ook welkom. Bij voorbaat dank !

  8. Reactie van rolandvdb

    een dikke pluim voor het steeds zo aandachtig nota nemen tijdens rondgangen.

  9. Reactie van S-

    cool stukje

  10. Reactie van Arthur De Decker

    Daar niemand anders voor u die opzoeking wil doen zal ik maar antwoorden:Volgens Victor Fris in “De oude straatnamen van Gent. Een prijsboek voor de schooljeugd” (1925) p176 is Ryngasse een der oudste namen van de Regnessestraat, afgebroken in 1897-1898. Hij verwijst daarvoor naar Diericx, Mémoire sur la Ville, dl.II, blz 85 en hij zegt er bij dat de Stadsrekening van 1323, blz. 383 reeds de Ryngasse vermeld. Over de REgnessestraat schrijft hij p. 168:”was de straat die vroeger achter ‘t Belfort liep, van de St Kansstraat tot het Biezekapelstraatje. De oudste naam is Ringasse (1317), gevolgd door de vormen Rigasse (1350) en Rijgasse (1358); in 1513 vindt men Rijngesse, en in 1538 Rijngnesse.
    F. De Potter doet opmerken dat gasse in het Hoogduitsch straat beteekent, maar vraagt zich af of hier te Gent er kon spraak zijn van eene Rijnstraat?
    Edmond De Busscher beweert in zijn afschrift Etat Religieux à Gand, dat de straat haren naam gekregen heeft van reguliere kanunniken der St Augustijnenorde, Reynessen geheeten, die hier hun huis of klooster hadden en die door de oorlogen der 15de eeuw verdwenen, naar DEventer zouden verhuisd zijn…Maar noch De Potter, noch wij hebben ooit gehoord van het bestaan zulker godsdienst-orde alhier.
    Op de plaats waar vroeger de Regnessenstraat lieo, verheft zich thans de Koinklijke Nederladsche Schouwburg (1899).”
    Over de Rijngasse schrijft Maurits Gysseling inderdaad ook iets in ” Gent’s vroegste geschiedenis in de spiegel van zijn plaatsnamen” (1954). Onder het nr.384 p. 70 staat: “Rijngasse (verdwenen, van Sint-Jansstraat naar Hoogpoort, nu ten dele Biezekapelstraat): inde Rijngasse, 1324, S400/I, 188r-.Deze Hoogduitse naam (gasse betekent “steeg”) zal wel herinneren aan de Rijnlandhandel van de Gentse kooplui. Zie p. 24″ Op blz 24 staat nog enkel in voetnoot 1):”Men zou dienen na te gaan in welke Duitse steden er een Rheingasse is”.
    Een naar een foto getekende afbeelding van de Regnessestraat bevindt zich in de Atlas Goetghebuer in het Stadsarchief en staat in Ghendsche Tydinghen, 1979, nr 6 p. 329. Dat zelfde tijdschrift doch 1972, nr 6 p.61 en 62 citeert het dagblad Vooruit van 1897 over de afbraak van de Regnessenstraat. Merkwaardig genoeg is daar sprake van “het oude gebouw, toebehorende aan de graaf de Limburg Stirum, waar thans het verbandgesticht de Calvarieberg is, en dat vroeger het klooster der Regnessen was, is reeds tot de grond afgebroken.” Er bestond dus wel een religieuze orde der Regnessen?

    • Reactie van jerommeke

      De Ringgasse lag op het tracé van de eind jaren 80 ontdekte halfcircelvormige droge gracht uit de 9de eeuw rond de Scheldeportus. Een ander stuk van het tracé vind je nu nog terug in bv de Borreputsteeg. De Ringgasse was dus een stuk van die ring rond de Scheldeportus.

  11. Reactie van stefaan

    Geachte heer, ik ben u heel erkentelijk voor uw opzoekingen en concrete berichtgeving uit diverse publicaties. Ik had dit moeilijk zelf kunnen doen omdat ik tegenwoordig ongeveer 6000 km van Gent – in het Russische Oeralgebied – verblijf.
    Het is in ieder geval interessant om uit te zoeken of deze reguliere kanunniken (Augustijnen) ooit een klooster in de Regnessenstraat bezaten en wanneer hun vestiging er desgevallend plaatsvond. In 1295 is er sprake van de oprichting van het eerste Augustijnenklooster te Gent (cf. http://www4.gent.be/gent/historis/stadsarchief/Oudarchief/oudarchitem.asp?ID=3677).
    Indien er in Gent of randgemeenten nog gelijkaardige toponiemen (beginnend met Ryn-, Rijn of Rin) (hebben) bestaan, dan mag dit steeds op volgend mailadres worden gemeld: stefaan@mail.ru. Nogmaals dank !

  12. Reactie van pierre

    In de Prosper Claeysstraat staan 2 huisjes die geschonken werden door de Zonder Naam vereniging. Ik heb thuis het kadasterplan van Gent uit 1875 en daar staat alle straatnamen in het Frans. Zoals: Avenue de la Cour (Gewad), rue des tricheurs (Breidelstraat) en uiteraard rue de la coline (overpoort in ‘t gents euverpuurte wat verkeerdelijk heuvelpoort geworeden is)

  13. Reactie van Walter Willaert

    Ik stel vast dat Gent twee straatnamen heeft van personages die tegen de vernederlandsing van de univ waren, nl. Henri Pirenne en Paul Fredericq. Die werden in de eerste wereldoorlog naar Duitsland gedeporteerd, waar ze comfortabele woningen mochten betrekken en in volle vrijheid konden leven. Ik vermoed dat na de oorlog de machtige franskiljonse Gentenaars hun die straten hebben toegewezen en meen dat ze dan ook verwijderd moeten worden.